Passchendaele,[1] 25 Maart 1889
Beminden Broeder,
Ik peize dat gij moe zijt van alle soorten van gelukwenschen te ontvangen maar ge moet nu nog horken naar de onze Masœur Overste en al onze zusters en ik wenschen u geluk met al uwe kruisen. Als gij er nog eenige bij krijgt ik zal zeker moeten komen om te helpen dragen als 't nood doet ge moet maar …
p2