<Resultaat 666 van 2349

>

p1
Beminden Oom

Ik kom U in den naam van de meesteressen[1] hertelyk bedanken voor de dichten[2] die allerschoonst en allerbest waren, wy gaan ze doen schryven van een schoonschryver.

Vele complementen van geheel het huisgezin[3] Hertelyken dank

Uwe toegenegene Nicht
Hortense Gezelle
p2

Noten

[1] Marie Trotteyn, Marie De Vestel en Marie Van Baeren. (zie: Robert Lagrain, Twee gescheiden Gezellegedichten weer bijeengebracht, s.l.: s.n., 1988)
[2] Hortense vroeg in haar brief van 08/08/1882 aan Guido Gezelle om een kluchtig gedicht en een kluchtig liedje te schrijven voor de vijfentwintigjarige ambtsjubileum van drie onderwijzeressen van de zondagsschool van de Sint Jacobsparochie in Brugge. Gezelle schreef het liedje Marie, Marie Marie, ’t is al Marie da’k zie en het jubeldicht Eerweerde jubiljarigen in ’t lastig ambt. Het was immers gebruikelijk om voor dergelijke vieringen altijd twee stukken poëzie te brengen: een jubeldicht en een zang. (Robert Lagrain, Twee gescheiden Gezellegedichten weer bijeengebracht, s.l.: s.n., 1988, p.5.)
[3] Vader Romaan Gislijn Gezelle, moeder Philomena De Smet en kinderen Hortense, Jozef, Georges, Dymphna, Maria en Caesar.
-Bout rombout Verwijzing naar: Jillis Noozeman, Rombout of de getemde Snorker, 1724 (zie Oudeman, p.18) oudem. Verwijzing naar: Jillis Noozeman, Rombout of de getemde Snorker, 1724 (zie Oudeman, p.18)

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Hortense; Hortense Marie Philomena Gezelle
Datums° Brugge, 23/09/1866 - ✝ Loppem, 25/06/1940
GeslachtVrouwelijk
Beroeponderwijzeres; meid
BioHortense werd geboren in 1866 als oudste dochter van Romaan Gezelle (broer van Guido) en Philomena De Smet. Ze had twee zussen (Dymfna, 1873-1937 en Maria, 1878-1938) en drie broers (Jozef, 1867-1940; Georges, 1872-1934; Caesar, 1875-1939). Het gezin woonde eerst op de Sint-Jorisstraat E18, nummer 34 maar vertrok er op 31 maart 1873 naar de Ezelstraat te Brugge. Hortense woonde er aanvankelijk bij haar ouders. Ze was actief betrokken als onderwijzeres bij het onderwijs in de zondagsschool van de Sint-Jacobsparochie in de Ezelstraat en vroeg haar oom Guido voor gedichten voor de kinderen van de school. Nadien werd ze, samen met haar zus Maria, dienstmeid bij hun broer Caesar. Na de Eerste Wereldoorlog woonden de zussen 'aan de vesten bij de Gentpoort'. Hortense stierf op 25 juni 1940. Ze staat geregistreerd als een van de erfgenamen in het testament van Guido Gezelle.
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: nichtje van Guido Gezelle; correspondent; Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle, Brugge 1970 en Johan van Iseghem, Jaarboek 17 (2012) Stijn Streuvelsgenootschap, Stijn Streuvels en de Kroniek van de familie Gezelle ; https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=hortense+philomena&n=gezelle

Briefschrijver

NaamGezelle, Hortense; Hortense Marie Philomena Gezelle
Datums° Brugge, 23/09/1866 - ✝ Loppem, 25/06/1940
GeslachtVrouwelijk
Beroeponderwijzeres; meid
BioHortense werd geboren in 1866 als oudste dochter van Romaan Gezelle (broer van Guido) en Philomena De Smet. Ze had twee zussen (Dymfna, 1873-1937 en Maria, 1878-1938) en drie broers (Jozef, 1867-1940; Georges, 1872-1934; Caesar, 1875-1939). Het gezin woonde eerst op de Sint-Jorisstraat E18, nummer 34 maar vertrok er op 31 maart 1873 naar de Ezelstraat te Brugge. Hortense woonde er aanvankelijk bij haar ouders. Ze was actief betrokken als onderwijzeres bij het onderwijs in de zondagsschool van de Sint-Jacobsparochie in de Ezelstraat en vroeg haar oom Guido voor gedichten voor de kinderen van de school. Nadien werd ze, samen met haar zus Maria, dienstmeid bij hun broer Caesar. Na de Eerste Wereldoorlog woonden de zussen 'aan de vesten bij de Gentpoort'. Hortense stierf op 25 juni 1940. Ze staat geregistreerd als een van de erfgenamen in het testament van Guido Gezelle.
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: nichtje van Guido Gezelle; correspondent; Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle, Brugge 1970 en Johan van Iseghem, Jaarboek 17 (2012) Stijn Streuvelsgenootschap, Stijn Streuvels en de Kroniek van de familie Gezelle ; https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=hortense+philomena&n=gezelle

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Smet, Philomena; Mina
Datums° Sint-Lievens-Houtem, 22/02/1840 - ✝ Brugge, 08/10/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroephuisvrouw; hulp in de wapenwinkel
BioPhilomena De Smet werd op 22 februari 1840 te Sint-Lievens-Houtem geboren als dochter van Charles De Smet en Dominica De Taeye. In 1865 trouwde ze met Romaan Gezelle (1832-1899), waarmee acht kinderen kreeg. Het portret dat Streuvels van haar schetste, is zeer warm. Zo schreef hij: "In die gedrukte atmosfeer was tante Mina het enig luchthartig, onbevangen geluid, - altijd opgewekt en levenslustig, scheen zij niets te vermoeden van dat gedrukte - de enige in de huiskring die het waagde soms luidop te zingen! Van haar hield ik het meest." Of nog: "Tante Mina gaf er de toon aan van opgewekte levenslust. Haar stem klonk helder als een lach en zij was soms al van 's morgens vroeg aan 't zingen." Ook omschreef hij haar fysiek als volgt: "In huis droeg zij een kanten muts met de binders loshangend op haar rug. 's Zondags gekleed als een grote dame, met diamanten oorbellen en een gouden ketting. Zij was rijzig van gestalte, statig in haar bewegingen, kalm, bedaard en zacht van karakter. Haar stem klonk opgewekt, de vriendelijkheid lag op haar wezen en zij kon hartelijk lachen; glimlachen deed ze altijd. In het milieu waarin zij leefde had zij een kinderlijke eenvoud bewaard; zij deed nooit mee aan gesprekken die boven haar begrip lagen, of waar het ging over kunst of geleerdheid."
Relatie tot Gezellefamilie: schoonzus; correspondent
Bronnen https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=philomena&n=de+smet; S. Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle; Avelgem, VW, p. 1148, 1529, 1552; Johan Roelstrate, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971.
NaamGezelle, Caesar Léopold Romain
Datums° Brugge, 23/10/1875 - ✝ Moorsele, 11/02/1939
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; geestelijk directeur; auteur
BioCaesar Gezelle was een zoon van Romaan Gezelle en Philomena De Smet. Hij studeerde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (Retorica 1894). Daarna ging hij naar het grootseminarie te Brugge. Zijn priesterwijding volgde te Brugge op 27/05/1899. Vanaf 1899 volgde hij de kandidaturen Germaanse filologie in Leuven. Op 16 september 1900 werd hij leraar aan het Sint-Amandscollege van Kortrijk (1900-1913). Op 11 juli 1913 ging hij aan de slag als onderpastoor van de Sint-Maartensparochie in Ieper. Tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte hij naar Frankrijk en werd er leraar aan het kleinseminarie van Versailles en aalmoezenier voor de Vlaamse vluchtelingen. Hij werd onderpastoor in Roesbrugge (12/09/1919), leraar aan de rijksmiddelbare school (16/09/1921) en geestelijk bestuurder van de zusters van de Heilige Familie. In 1921 keerde hij samen met de school en het klooster terug naar Ieper. Op 18 mei 1933 werd hij geestelijk directeur van de zusters van de Heilige Kindsheid te Moorsele. In 1933 ging hij vervroegd met rust in Moorsele. Hij schreef poëzie en proza en tal van bijdragen aan literaire tijdschriften zoals ‘De Nieuwe Tijd’, ‘De Vlaamsche Vlagge’, ‘De Lelie’, ‘Ons Volk Ontwaakt’, ‘Vlaanderen’ (1903-1907), ‘Biekorf’, en ‘Dietsche Warande & Belfort’. Als erfgenaam van het Gezellearchief maakte hij tal van studies over zijn oom.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie : neef van Guido Gezelle
BronnenR. Lagrain, De moeder van Guido Gezelle. Tielt: Lannoo, 1975. ; S. Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle. Brugge: Desclée- De Brouwer, 1960.
NaamGezelle, Dymphna; Maria Wilfine (Zuster); Dymphna Philomena Gezelle
Datums° Brugge, 11/08/1873 - ✝ Leuven, 15/01/1937
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; missiezuster
VerblijfplaatsBrits-Indië
BioDymphna Gezelle werd geboren te Brugge in 1873. Ze was de dochter van Romaan Gezelle en Philomena de Smet, en zodus de nicht van Guido Gezelle. In 1896 trad ze in bij de Zusters van Liefde, waar ze op 14 december 1897 haar geloften aflegde als Maria Wilfine. In januari 1898 kwam ze toe in Brits-Indië, waar ze als missiezuster werkte, eerst in Lahore, en later ook in het Sint-Vincentiusklooster te Khushpur, waar ze overste was vanaf 1902. Na haar terugkeer naar België in 1912, ging ze eerst naar Melle (Caritas ) en Brugge (Sint-Antonius van Padua) alvorens in 1914 naar het klooster met psychiatrisch ziekenhuis van de Zusters van Liefde te Sint-Truiden te gaan. Daar verzorgde ze de 'zinnelozen'. Ze kreeg echter kanker en stierf te Leuven op 15 januari 1937.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: nicht
BronnenS. Streuvels, Ingooigem: herinneringen uit 't Lijsternest. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2021; https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=dymphna+philomena&n=gezelle; S. De Bruyn, Bruiden van God: Een algemeen profiel van de zusters missionarissen van de orde van de zusters van Liefde van Jezus en Maria in Brits-India aan de hand van hun briefwisseling: 1896-1904. Masterthesis, Universiteit Gent, 2009; Fiche Zr M. Wilfine (Zusters van Liefde van Jezus en Maria); DE CLERCK, zr. Mechtilda. Sow with the wind, The Sisters of Charity of J. & M. in India, 1897-1983. S.l., 1984; ANTHONY sr. Arsene e.a. Footprints on an Eastern Soil. Lahore, 1997.
NaamGezelle, Georges
Datums° Brugge, 12/03/1872 - ✝ Ruiselede, 10/03/1934
GeslachtMannelijk
Beroeptuinman; bloemist.; aannemer
BioGeorges Gezelle werd op 12 maart 1872 geboren in de Sint-Jorisstraat E78 in Brugge als zoon van vuurwerkmaker Romaan Gezelle en Philomena Desmet. Als kind van een groot gezin beleefde Georges, zoals beschreven door zijn neef Stijn Streuvels in de "Kroniek van de familie Gezelle” een behoorlijk streng en geïsoleerd gezinsleven. In zijn jeugd mocht hij eens voor acht dagen op vakantie naar de familie Lateur in Heule, waar hij vrijheid en plezier leerde kennen. Bij zijn terugkeer naar het ouderlijk huis in Brugge kon Georges zich niet langer aanpassen aan het strikte gezinsleven. Zijn afwezigheid door buitenshuis te werken, gecombineerd met zijn liefde voor avontuur, paarden en bier, leidde tot een geleidelijke vervreemding van het ouderlijk gezin. Hij was werkzaam in de bloemisterij van de firma Vincke langs het kanaal Brugge-Oostende, die bekend stond om het kweken van orchideeën, azalea's, kokospalmen en dadelpalmen, evenals laurieren die internationaal gewaardeerd werden. Hij kreeg van zijn ouders een huis en richtte daar zijn eigen bloemisterij op. Op 20 oktober 1896 trad hij in Oostkamp in het huwelijk met Ernestine Marie Honorine Walraet (Oostkamp, 11/05/1874), dochter van hovenier Amandus Carolus Walraet en Eugenia Lambert. Ernestine, ook wel Stiene genoemd, was volgens Streuvels een fatsoenlijk burgersmeisje met een argeloos en opgewekt karakter. Het echtpaar vestigde zich buiten de Ezelpoort en kreeg in korte tijd zeven kinderen (zes zonen en een dochter): Amanda Romanie Marie (Sint-Pieters, 21/08/1897 - Brugge, 15/08/1969); Romanus Amandus (Sint-Pieters, 26/02/1899); Guido (Sint-Pieters, 17/08/1900 - Brugge, 13/04/1920); Joseph Louis Marie (Brugge, 29/04/1902 - Gijzegem, 27/03/1963); Pierre Paul (Brugge, 28/03/1903); Jean Pierre (Brugge, 08/10/1905 - Brugge, 10/09/1975) en André (Brugge, 06/02/1908). De bezittingen buiten de Ezelpoort werden onteigend door de stad Brugge en Georges vestigde zich met zijn gezin aan de rand van de stad als vervoerdienstondernemer. Hij kon uiteindelijk zijn passie voor paarden waarmaken. Hij overleed op 10 maart 1934 in Ruiselede waar hij actief was als aannemer.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie; neef
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle (1960), in: Volledig Werk dl.4, p.1505-1630 ; Geneanet; Rijksarchief
NaamGezelle, Hortense; Hortense Marie Philomena Gezelle
Datums° Brugge, 23/09/1866 - ✝ Loppem, 25/06/1940
GeslachtVrouwelijk
Beroeponderwijzeres; meid
BioHortense werd geboren in 1866 als oudste dochter van Romaan Gezelle (broer van Guido) en Philomena De Smet. Ze had twee zussen (Dymfna, 1873-1937 en Maria, 1878-1938) en drie broers (Jozef, 1867-1940; Georges, 1872-1934; Caesar, 1875-1939). Het gezin woonde eerst op de Sint-Jorisstraat E18, nummer 34 maar vertrok er op 31 maart 1873 naar de Ezelstraat te Brugge. Hortense woonde er aanvankelijk bij haar ouders. Ze was actief betrokken als onderwijzeres bij het onderwijs in de zondagsschool van de Sint-Jacobsparochie in de Ezelstraat en vroeg haar oom Guido voor gedichten voor de kinderen van de school. Nadien werd ze, samen met haar zus Maria, dienstmeid bij hun broer Caesar. Na de Eerste Wereldoorlog woonden de zussen 'aan de vesten bij de Gentpoort'. Hortense stierf op 25 juni 1940. Ze staat geregistreerd als een van de erfgenamen in het testament van Guido Gezelle.
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: nichtje van Guido Gezelle; correspondent; Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle, Brugge 1970 en Johan van Iseghem, Jaarboek 17 (2012) Stijn Streuvelsgenootschap, Stijn Streuvels en de Kroniek van de familie Gezelle ; https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=hortense+philomena&n=gezelle
NaamGezelle, Jozef Cyrille Lieven; Sef
Datums° Brugge, 21/12/1867 - ✝ Moen, 11/07/1938
GeslachtMannelijk
Beroepbloemenkweker; vuurwerkmaker; taxidermist; kunstschilder
BioJozef Gezelle was een zoon van Romaan Gezelle en Philomena De Smet. Aanvankelijk werkte hij als bloemenkweker en als vuurwerkmaker, net zoals zijn vader. Maar zijn droom was om kunstschilder te worden. Al van in zijn jeugd tekende en schilderde hij, en hierin had hij zich als autodidact bekwaamd. Na zijn huwelijk met Alicia Vuylsteke in 1912 realiseerde hij zijn droom: terwijl zijn echtgenote haar winkel in Moen uitbaatte, ging hij voltijds als kunstschilder aan de slag. Hij behoorde tot de Brugse School en maakte onder meer stadsgezichten, landschappen, portretten en voorstellingen van bloemen en dieren.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: neef
Bronnen https://gw.geneanet.org/bgllrrrrsvz?n=gezelle&oc=&p=jozef+cyrille+lieven; Stijn Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle, 1960; Johan van Iseghem, Stijn Streuvels en de Kroniek van de familie Gezelle
NaamGezelle, Maria Magdalena; Marie
Datums° Brugge, 18/11/1878 - ✝ Loppem, 15/02/1938
GeslachtVrouwelijk
BioMaria Magdalena Gezelle werd op 18 november 1878 geboren als de jongste dochter van Philomena De Smet (1840-1912) en Romaan Gezelle (1832-1899). Guido Gezelle was haar oom. Ze woonde met haar ouderlijk gezin in de Ezelstraat te Brugge. Streuvels omschrijft haar eerst als een flink meisje, 'de snelste van de drie', maar zeer scrupuleus en introvert, asociaal in het gezin. Na de dood van haar vader en de geldproblemen veroorzaakt door haar broer Jozef, werden alle eigendommen verkocht. Zij verhuisde met moeder en oudste zus Hortense 'om te rentenieren' in de buurt van het Grootseminarie. Haar moeder stierf in 1912, en toen hun broer Caesar in juli 1913 onderpastoor werd in Ieper werden zij en Hortense huishoudster van hem. Lang duurde dit niet, waarna de zussen verhuisden naar een huis bij de Gentpoort. Er ontstond echter ruzie waarop Hortense naar een gesticht in Loppem vertrok. Streuvels schreef: "Maria, die er alleen gebleven was, hebben geburen zekere dag erg ziek en half bewusteloos aangetroffen en gemeend wel te doen haar naar Loppem te voeren bij haar zuster. Doch zo gauw tot de zinnen gekomen, is haar eerste reflex geweest: ‘Hier weg! Terug naar mijn huis’. Hoelang zij 'terug naar huis' nog geleefd heeft, hoe of wanneer zij gestorven is, vermeldt de geschiedenis niet. Zij is er roemloos begraven geworden." Die 'er' is Loppem, wat doet vermoeden dat ze dus tóch terug naar dat woonzorgcentrum kan zijn vertrokken. Ze stierf er in 1938, twee jaar nog vóór Hortense, die 8 jaar ouder was.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: nichtje van Gezelle
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; Kroniek van de familie Gezelle door Stijn Streuvels, Volledig Werk, deel 4, p. 1556, 1573, 1576, 1580
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
NaamTrotteyn, Marie Philomene; Trotteyn, Mietje; dikke Marie
Datums° Brugge, 08/02/1839 - ✝ Brugge, 01/07/1887
GeslachtVrouwelijk
Beroeptricoteuse; onderwijzeres; rentenierster
BioMarie Philomene Trotteyn werd geboren te Brugge op 8 februari 1839 als dochter van touwslager Augustinus Trotteyn en Maria Rosalia Vanhoutryve. Ze had een broer Joseph Casimir (Brugge,12/08/1837 - Brugge, 13/01/1885) en twee zussen, Marie Magdalena Elisabeth (Brugge, 22/07/1842 - Brugge, 18/02/1909) en Elisabeth (Brugge, 30/03/1846). Ze was werkzaam als tricoteuse en woonde te Brugge in de Sint-Jacobstraat 3 en later in de Annunciatenstraat. Ze was ook actief als onderwijzeres in de zondagsschool van de Brugse Sint-Jacobsparochie en dit bracht haar in contact met Hortense Gezelle, die er ook werkzaam was. Ter ere van haar vijfentwintigjarig ambtsjubileum op 24 juli 1882 werd Marie gevierd door alle scholen gezamenlijk, in de zondagsschool van de Nieuwe Gentweg. De viering omvatte een mis met een preek, gevolgd door een ontbijt voor het personeel, een lofdicht en een lied. Na deze viering vond een vervolg plaats op de school van de Sint-Jacobsparochie, waar ze samen gevierd werd met twee andere jubilarissen, Marie De Vestel en Marie Van Baeren. Hortense Gezelle vroeg haar oom, Guido, om ter gelegenheid van dit feest een jubeldicht en een lied te schrijven. Hij schreef het liedje 'Marie, Marie, Marie, 't al Marie dat 'k zie' en het jubeldicht 'Eerweerde jubiljarigen in ’t lastig ambt'. In zowel het jubeldicht als een later feestgedicht van Gezelle uit 1895, getiteld 'Komt, vrienden, hoort', wordt Marie Trotteyn beschreven als een zachtaardig persoon. Marie overleed te Brugge op 1 juli 1887.
Relatie tot Gezelleonderwerp gelegenheidsgedichten
BronnenRobert Lagrain, Twee gescheiden Gezellegedichten weer bijeengebracht, [s.l.]: [s.n.], 1988 ; geneanet; archiefbank Brugge; Rijksarchief
NaamDe Vestel, Marie
Datums° Brugge, 29/09/1831 - ✝ Brugge, 27/11/1903
GeslachtVrouwelijk
Beroeponderwijzeres
BioMaria De Vestel werd geboren te Brugge op 29 september 1831 als dochter van Pieter De Vestele en Maria Dupont. Ze trouwde als "particulier" te Brugge 2 jul 1856 met Joseph De Cock die bediende was bij de berg van barmhartigheid .Marie was ook actief als onderwijzeres in de zondaggschool van de Sint-Jacobsparochie te Brugge en was zo een college van Hortense Gezelle die er ook werkzaam was. Ze gaf er de volkskinderen cathechismusles om hen voor te bereiden op de eerstecommunie. Ze werd omwille van haar vijfentwintigjarig ambtsjubileum gehuldigd in de zondagsschool rond augustus 1882, samen met twee andere jubilarissen, Marie Trotteyn en Marie Van Baeren. Hortense Gezelle vroeg haar oom, Guido Gezelle, om ter gelegenheid van dit feest een jubeldicht en een lied te schrijven. Hij schreef het liedje 'Marie, Marie, Marie, 't al Marie dat 'k zie' en het jubeldicht 'Eerweerde jubiljarigen in ’t lastig ambt' – Marie De Vestel was 31 jaar in dienst. Ze overleed op 27 nov 1903, "gepensionneerde van de stad".
Relatie tot Gezelleonderwerp gelegenheidsgedicht
BronnenRobert Lagrain, Twee gescheiden Gezellegedichten weer bijeengebracht, [s.l.]: [s.n.], 1989
NaamVan Baeren, Marie Eugenie
Datums° Zwevezele, 04/09/1829 - ✝ Brugge, 18/12/1895
GeslachtVrouwelijk
Beroeponderwijzeres; modiste
BioMarie Eugenie Van Baren werd geboren te Zwevezele op 4 september 1829 als dochter van Joannes Albertus Van Baren (Handzame, 1797 - Zwevezele, 1840), gemeentesecretaris, en Virginie Sophie Van den Bussche (Beveren-Roeselare, 1800 - Zwevezele, 1832), naaister. Ze bleef ongehuwd en was samen met haar zuster Lucie werkzaam als modiste in de Naaldenstraat. Ze was ook actief als onderwijzeres in de zondaggschool van de Sint-Jacobsparochie te Brugge en was zo een college van Hortense Gezelle die er ook werkzaam was. Ze werd omwille van haar vijfentwintigjarig ambtsjubileum gehuldigd in de zondagsschool rond augustus 1882, samen met twee andere jubilarissen, Marie Trotteyn en Marie De Vestel. Hortense Gezelle vroeg haar oom, Guido Gezelle, om ter gelegenheid van dit feest een jubeldicht en een lied te schrijven. Hij schreef het liedje 'Marie, Marie, Marie, 't al Marie dat 'k zie' en het jubeldicht 'Eerweerde jubiljarigen in ’t lastig ambt'. Volgens Gezelles gedicht was Marie niet groot van gestalte. Ze stierf in Brugge op 18 december 1895.
Relatie tot Gezelleonderwerp gelegenheidsgedicht
BronnenRobert Lagrain, Twee gescheiden Gezellegedichten weer bijeengebracht, [s.l.]: [s.n.], 1990; Archiefbankbrugge; Rijksarchief

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelEerweerde jubilarigen in ' t lastig ambt
PublicatieVerzameld dichtwerk, deel VIII, p. 53
TitelMarie, Marie, Marie, ' t is al Marie da ' k zie
PublicatieVerzameld dichtwerk, deel VII, p. 392

Titel - ander werk

TitelBijdrage tot een Middel- en Oudnederlandsch woordenboek uit vele glossaria en andere bronnen bijeengezameld (7 dln.)
AuteurOudemans, A.C.
Datum1870-1880
PlaatsArnhem
UitgeverVan Marle
Links[dbnl]

Titel14/08/1882, Brugge, Hortense Gezelle aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Hortense
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum14/08/1882
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 102x136
wit, vierkant geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op blanco zijde 2 links: taalkundige notities: -Borst rombout oudem. (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8508
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16769
Inhoud
IncipitIk kom U in den naam
Samenvatting bedankt Gezelle voor het schrijven van gedichten voor de jubilé van drie onderwijzeressen van de zondagsschool van Sint-Jacobs te Brugge (Gezelle schreef o.m. "Marie, Marie, Marie, 't is al Marie da 'k zie", Verzameld dichtwerk, dl.7, p.392)
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.