Eerweerde Heer en vriend
Ubi sunt cogitationes tuae?[1] Ik heb de eenigste afl. toekomst die ik ooit gehad hebbe, te weten gezonden van Mr Baes, naar u terug gezonden, en gy hebt ze ontvangen, terwyl gy terug geschreven hebt dat een artikel over Fritz Reuter, waarvan ik sprak als mêe in 't pakske, ontbrekende was.[2]
Mr Heldenbergh plaagt my geheele dagen om n° 34 van dit jaar R. d. H. dat hy niet ontv. en heeft.
Ik heb al 2-3 van myne desiderata[3] gereed; germanismen[4] zal er misschien een van zyn.
Heb nog geen afteekenaar gezien;[5] als hy komt zult gy hem belasten met S. Gillis af te teekenen voor Mr Rembry.[6]
Wat ik zoeke of niet kan geen beter uitleg vinden op evelanden als evenlangden dat taalkundig goed is.[7]