Daar en mag, hoegenaamd, niet nameloos geantwoord worden.[1] De aansprake te Thielt was gedrukt, met eenen name onderteekend, voor 800 getuigen afgelezen, zonder tegensprake of eenig teeken van afkeuringe van wege toehoorders, in tegendeel.
Nameloos antwoorden ware de principia, de denk- en daadbeginsels aanveerden van den ongekenden vijand.
Daarbij, elk antwoordt recht bij zijn eigen zelven, laat iedereen 't genoegen van uit eigene vrije overtuiginge 't gebeurde goed of kwaad te keuren. De oordeelen van verre 't meeste getal zullen uitkomen nabij genoeg op 't gene de onthoofde Vlaming[2] schrijft. Elk die ondervindt dat zijn nabuur oordeelt zoo als hij zal daarin zelve kracht en moed vinden.
Waarom nu antwoorden? Laat eerst de Vlagge en den Student spreken. Laat eerst hooren wat zij zullen zeggen van het namelooze stuk van Antwerpen! Uit de verschillige zeg- doen- handel- en schrijfwijze zultp2gij gemakkelijk het geheele ontwerp, den geheelen drijf van den vijand geware worden. En antwoordt dan!
Dat nameloos schrijven is onvlaamsch, is fransch, gelijk geheel die “zoo gezeid” Vlaamsche beweginge. Mouvement = agitation zegt Littré; agissez, n'agitez pas, Pius IX of Leo XIII.
Wat 1en n° R. d. H. aangaat[3] ik zou volgens die principia handelen , maar ze niet drukken. Al de goede kennen ze en volgen ze; de andere gaan der meê lachen, vervalschen, enz.
Ik ben voor niet loquendo maar agendo te antwoorden, en dat overal, en voort te doen alsof er niets, hoegenaamd niets gebeurd en ware. Waarom als zoo erg aanzien datgene waarover niemand het herte en heeft te zeggen: Ik ben daar vader en dader van.
Laat ons hooren wat b.v. Winkler zegt, en anderen. Van zoo haast als 't stuk van Antwerpen uitgekomen is, heb ik brievenp3ontvangen van de beste vrienden uit, smeekende: en antwoordt niet![4]
Heel die zake is fransche valschheid. Men wilt het de studenten ten laste leggen en 't en zijn de studenten niet die er de schuld van hebben.
Ze hebben 't lange op G.G. zijnen rugge geleid, met doodsantjes etc. in de Vlagge te drukken en te roepen van Heer ende Meester enz. Nu en kunnen de ware vaders en daders dat niet meer; 't zijn nu de studenten, van Antwerpen!
G. G. heeft tot Thielt de studenten verdedigd, tegen sommigen die vreesden dat zij Mr Willems enz. gingen uitschuifelen, en gezeid dat hij de studenten voor treffelijker aanzag en kende. En zoo zijn ze ook.
Maar bachten die arme studenten zitten een, of twee of drie, in één woord te veel Vlamingen, wier beweginge bestaat in … name-
loos guitenwerk, tot voldoeninge van hunne eigene vernederde, gramme spijtigheden.
Wederom gezeid, ik en zou hoegenaamd niets antwoorden, noch rechts noch slinks, noch onder noch boven water, niets, indachtig het woord van Cicero, “Ego quidem neminem nomino, qua propter nemo poterit in me irasci nisi antea voluerit de se ipso confiteri.”[5] Indachtig de parabel[6] “Inimicus homo, de nocte, caeteris dormientibus, superseminavit zizania … et abiit. Sinite crescere usque ad messem!”[7]
Wilt gij iets doen, laat Beyaert een groot plakaat drukken aldus Antwoorde van G. G. aan al zijne tegenstrevers, eertijds, nu en in 't toekomende, kortbondiglijk bevat en uitgegeven, ten prijze van eenen frank, bij Beyaert Storie te Brugge, wezende een boekdeel van 365 bladzijden, kleen 12°, geheeten: *De Vlaamsche Duik-almanak voor 't jaar Onzes Heren 1885. *(kleenste letter)p5Wilt gij nog iets?
Drukt zelve een spotschrift tegen mij, 't is gelijk waar, met of zonder name van drukker, en zendt het waar gij peist dat de ruitebrekers gezonden zijn geweest, en zet daarin:
“Te veel Vlamingen zijn der, die …”
G. G.
Wij, die “naamlooze guiten”, weten, door eenen bezonderen schijnvriend van G. G., dat hij het vlaamsche volk, () niet alleenelijk en wil verfranschen, maar zelfs verengelschen!
Peist daarop!
Hij geeft twee maal te weke (hij steekt het weg maar 't is geweten) in l’Hotel du Nord, een gekend fransch gasthof, te Kortrijk, engelsche lesse, voor nieten;[8] hij en spreekt daar nooit niet anders als engelsch … en fransch; ja, en met dat schandelijk, verraderlijk spel dat hij speelt, weet hij zelfs volk te trekken, studenten ook, ja, ja, studenten, verbasterde studenten, die in 't geheele niet en schijnen in acht te nemen dat G. G. tegenwoordig in den ban geslegen is, te antwerpen; en dat hij van zijne beste vrienden, als hadde hij de veepeste,p6geschuwd, gehaat en verfoeid wordt
erger!
Alle maande preekt hij in 't fransch, voor een deel Damen en Joufvrouwen,[9] tegen de Vlaamsche beweginge, net gelijk hij te Thielt, met de gedaan heeft voor de mannemenschen; en dat heet hij congregatie.
Nog erger, maar hier moet ik voorzichtig zijn en heel nameloos te werke gaan, anders …
Tot op zijn kamer toe, die een toogbeeld is van franschen beau désordre, bij hem un effet de lard,[10] hangt er een raam met Loué soit Jésus Christ daarin, gestikt of geschilderd, – die 't mij gezeid heeft en wist het niet geheel zeker –, door eene fransche hand! En dat in Kortrijk, zoo nabij het Groeningherveld, waar … o tempora!
Maar dit blaast de keerse uit: Allen avonde drinkt hij , de valschen Meester, uit eenen kom, waarop in groote letters te lezen staatp7staat: Guidon Gezelle, (horresco referens!)[11] chineeschen, ja, chineeschen thee, in plaatse van lindeblomkens, te drinken lijk nen waren Vlaming!