Spaar dan maar uwen tijd; ik zal u een afdruk van mijn schrijven over Gailliards werk toezenden, dat gij, wat spelling aangaat, believe 't u, zult wijzigen en veranderen, met mijnen dank.[1] Gij hebt volkomen gelijk, de glossaire in 't fransch is een dwaasheid[2] maar Gailliard, al is hij ook een wel-gezinde brugsche vlaamschsprekende Vlaming, schrijft beter in 't fransch als in 't vlaamsch; hij schaamt er hem over, maar hij is zoo er hier velen zijn: hollandsch schrijven en kan hij niet; vlaamsch schrijven en durft hij zeker niet, of nog niet; hij is aan 't leeren.[3] Hij schrijft naar mij en naar De Bo, zijne oud-meesters, daar of daar in gebräkeld[4] hollandsch vlaamsch vlaamsch hollandsch. ‘t Zal helpen als ik hem uw schrijven onder de neuze zal gehouden hebben.
Ik was te wege de bulla[5] friesch en vlaamsch uit te geven, bij gebrek aan iets beters, en omdat ik hoopte bij sommigen aldus gemakkelijker in- en toegang te kunnen vinden en het bestaan van het friesch, of ware 't nu maar p3dat alleen, bekend te maken.[6] Uw voorstel van samensprake[7] staat mij veel beter aan, en zal daar geren, in mêe doen, zoo vele en zoo wel als ik maar en kan.
Ik heb u mijnen vriend algenoegzaam uit Uwe brieven en gedrukte werken leeren kennen om te weten dat gij met geen wierook gediend en zijt, ook en was 't mijn inzicht niet, als ik uwen naam gebruikte, u daarmee te plagen. Waar mijn liedje[8] ook toekomt zal 't onze vlaamsche jongens deugd doen uwen name er op te zien, immers hij heeft in vlanderen zijn beteekenis.
Jan: hoeveel eiers hän de spreewen ěp ulder skeurdek in 't twědde broet?
Pee: 'k en wete 't niet, ze ziin verschuujd. te Brugge ze bennen verschuuwd. Dat ware: schou geworden en vernest. Dit laatste woord zou iedereen hier verstaan maar 'k en heb het nooit gehoord. Vernestelen (van nestel) is alhier verwarren te zeggen.[9]
Ghijsbert-om[10] Ghijsbrecht-oom? in 't vlaamsch of Berten-oom. en Japix is dat niet Jacopiks, Jacobings, Jacob's p4zoons, "Coppens" in 't vlaamsch?
Nu versta ik hem goed, uwen Japix[11] Forsorret[12] had ik reeds achterhaald. gaainge[13] is bij ons gouste, "goesting" zoo sommigen hier de hollanders na schrijvend; Mijn vader zaliger, een hovenier, had over de 30 soorten van hulsten[14]
De peerden luikooren[15] in vlanderen[16] de kleine kinderen lokken (= trekken, zuigen en eene lokvinke vergelijk lokaas is eene vinke die men, aan een touwtje trekkende, op en neer doet vliegen, om andere vinken in 't net te trekken. Hoe nader Brugge hoe meer friesch in de tale, ondervinde ik, b.v. te Brugge zegt me‘ 'k ben, je bet, 'j ist hi (of 'j is) me bennen, je bet, ze bennen.
Laat mij mijn haastig schrijven sluiten. Ik scheppe oprecht behagen in uwe nederige ootmoedige rechtzinnige vrijpostigheid. Verstaan doen wij ons heel wel, al zoo vele toch, als men bij brieve malkaar verstaan kan. "Wraken" en heb ik niet gemeend.[17] Wij wij zijn elk-p5kander veel nader onder veel opzichten als dat ge, zonder andere ondervinding als brieven schrijvende, weten kunt. Veel beter zou ik, en 't zij welk mijner gelijken, één string trekken met U, als met al dat walsch en valsch[18] is.
Hadde ik 't zij de Bulla, 't zij uw Dialecticon over vijf jaar alreeds in bezit gehad, wij zouden van over vijf jaar al nader kennis gemaakt hebben.[19] Ik heb een Dialecticon in leeninge en was er te wege eenen index op te doen maken, immers om het dagelijksch gebruik dat ik ervan make mij te vergemakkelijken. 't Verblijdt mij ten hoogsten te mogen weten dat gij mij uw hooggeschat werk al zoo lange al gejeund[20] hebt, zoo 't niet met der daad mij geworden en is.[21] Wist ik dat mijne vier boekdeelkes gedichten[22] u zouden welgekomen zijn vanmorgen spoorden ze Haerlemwaard, en dan zaagt gij, in eenen dichtspegel, eenigszins Vlanderen en