18/11/1898, Kortrijk, Guido Gezelle aan Johan Winkler Gezelle, Guido Rik Van Gorp Els Depuydt Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief) Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren) Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen) Guido Gezellegenootschap Guido Gezellearchief Brugge KANTL/CTB Gent 2023

Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.

België Brugge Guido Gezellearchief 8849 17101 Ik heb uwen brief en uwe zende

dubbel vel, 211x137

wit, vierkant geruit

papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt

volledig

op zijde 4: stempel: afbeelding, Guido Gezelle Museum

briefomslag bewaard, met adres en postzegel, afgestempeld

De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 2: Brieven (1884-1899) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.416-417

De briefwisseling van Guido Gezelle.

De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.

De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.

Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.

Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.

Privé-URI's met het brief prefix verwijzen naar andere brieven in de editie. De URI brief:gg.10184 verwijst bijvoorbeeld naar https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.10184.

Privé-URI's met het record prefix verwijzen naar recordnummers in de catalogus van de Openbare Bibliotheek Brugge. De URI record:1322 verwijst bijvoorbeeld naar https://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|1322.

Nederlands brief Gezelle, Guido 18/11/1898 Kortrijk (Kortrijk) Winkler, Johan briefversie van datering: dezen 18n in slachtm. 1898 6/17101 gesigneerd: Guido Gezelle Ik heb uwen brief en uwe zende Guido Gezelle aan Johan Winkler Kortrijk 18/11/1898 op adreszijde briefomslag: Myn weled. z. geleerden Heer // Johan Winkler, // Leidsche-Vaart, 90, // te Haarlem. Holland. 2x Courtrai 19/11/1898 ; Haarlem [19/11/1898] 4 volledig inkt 4 zijden beschreven dubbel vel wit, vierkant geruit gevouwen 211x137 op zijde 4: stempel: afbeelding, Guido Gezelle Museum; briefomslag bewaard, met adres en postzegel, afgestempeld dut De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 2: Brieven (1884-1899) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.416-417 briefversie van datering: dezen 18n in slachtm. 1898 1.1 correspondentie van Guido Gezelle Auth:706:20 8849 GGA, Corr. II/1 [53,67] ; CGS, 386/3C Guido Gezellearchief Mijn {<=weled. z.>[=weledele zeer]} geleerden Heer Johan Winkler, Leidsche-Vaart, 90, te Haarlem. In Holland. Uit Kortrijk, dezen 18st in slachtm. 1898. Achtbare Heer en goede vriend, Ik heb uwen brief476 en uwe zende met veel dankbaarheid en groot genoegen ontvangen. Ik wist dat gij aan een groot werk bezig waart en nu eindelijk kan ik beseffen hoeveel arbeid en moeite het u zal gekost hebben. Dichten, dat grijpt men zoo wat uit de locht: gij hebt in den grond gegraven en daar schatten uitgehaald, die gij alleen wist liggen en daar wij u allen dankbaar voor moeten zijn. Dat prachtig werk, dat niet lang na de geboorte van uwen kleenzoon ter wereld gekomen is, moet u een groot genoegen verschaffen, terwijl het ons, en velen van ons, zal nuttig zijn en nuttig blijven. Dank wederom. Ik heb reeds menige bladzijde van uw onomasticon doorlezen en meenige dingen opgedaan, die ik zeer blij ben door u te vernemen. Het verblijdt mij hoogst te weten dat uw kleenzoon en zijne ouders477 welvarende zijn. Ik neem hertelijk mijn deel in den wensch dat hij, als goed Friesch en niet min goed Kerstene, moge opgroeien "God vordere" hem en u en al die u, als grootvader en ook anderszins, dierbaar zijn! Mijn broeder Joseph is onlangs leden herder benoemd tot Steene, eene halve stonde gaans bezuiden Oostende, midden in de polders, de dijken en, zoo mij dunkt, midden in het Vlaamsch-Friesche volk. Hoe gelukkig zou mijn broeder zijn, en ik met hem, staakt gij eens over en wildet gij, met hem eens het innige, voorvaderlijk Steene doorschouwen. Men houdt staan dat het voortijds eene zeehaven geweest is, daar de Grave van Vlanderen uit naar Palestina voer. Voor vast behoorde het dorp, in de jaren 1100, volgens zekere rechtuitoefeningen, aan de tempeliers van Slijpe, dat daar niet verre van ligt. Ik ben aan 't gissen naar den name van 't dorp en heb uw boek nageslegen. Daar ligt in {<=Fr.>[=Fransch} Vlanderen een <+dorp> Outersteene en een <+dorp> Steentje. In West Vlander ligt een <+dorp> West Outere en een Dranoutere. Outer bediedde eertijds altaarsteen en vandaar parochie. Misschien is 't u al genoeg gezeid om daar licht in te zien. Blijde ben ik omdat God u zegent met goede en werkzame gezondheid. Dat bewijst gij ook. Met mij gaat het ook nog redelijk wel. Onze Bisschop heeft mij verzocht zijne latijn- sche Meditationes Theologica te vertalen, zoo hij dat belieft te heeten, in mijn middeleeuwsch Vlaamsch. Ik heb daar veel arbeids aan gehad, te weten om tegen dat latijn te vechten en er echt en leesbaar vlaamsch van te maken. Zijne Hoogw. schijnt zeer voldaan over den uitval en ik heb bij de 600 inteekenaars op het werk, dat bij heftjes van 16 of 32 bladzijden aan 't uitkomen is. Wederom, mijn goede en trouwe vriend, biede ik u mijnen dank, herhalende 't gene ik van Steene en van mijn broêr zei en hopende dat wij u daar eens mogen onthalen en van monde te monde over menige ons dierbare zaken spreken. Ben uw zeer toegenegen Guido Gezelle /gga_brieven/[53,67].pdf /gga_images/GGA_8849_01r.jpg /gga_images/thumbnail.JPG Pag. 1 en 4 /gga_images/GGA_8849_01v.jpg /gga_images/thumbnail.JPG Pag. 2 en 3 /gga_images/GGA_8849_02r.jpg /gga_images/thumbnail.JPG Briefomslag (recto) /gga_images/GGA_8849_02v.jpg /gga_images/thumbnail.JPG Briefomslag (verso) klik hier voor de volledige brieftekst https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.17101 Gezelle Guido Auth:700:1 Winkler Johan Auth:700:111 mvass (via Oxygen): update metadata mvass: transformation Word -- DALF mvassche: URL correction meemoo + server name
Mijn weled. z. weledele zeer geleerden Heer Johan Winkler,Leidsche-Vaart, 90,te Haarlem . In Holland.
Uit Kortrijk, dezen 18st in slachtm. 1898. Achtbare Heer en goede vriend,

Ik heb uwen brief

Brief van J. Winkler aan G. Gezelle van 14/11/1898.

en uwe zende met veel dankbaarheid en groot genoegen ontvangen. Ik wist dat gij aan een groot werk bezig waart en nu eindelijk kan ik beseffen hoeveel arbeid en moeite het u zal gekost hebben. Dichten, dat grijpt men zoo wat uit de locht: gij hebt in den grond gegraven en daar schatten uitgehaald, die gij alleen wist liggen en daar wij u allen dankbaar voor moeten zijn. Dat prachtig werk, dat niet lang na de geboorte van uwen kleenzoon ter wereld gekomen is, moet u een groot genoegen verschaffen, terwijl het ons, en velen van ons, zal nuttig zijn en nuttig blijven. Dank wederom. Ik heb reeds menige bladzijde van uw ono masticon doorlezen en meenige dingen opgedaan, die ik zeer blij ben door u te vernemen.

Het verblijdt mij hoogst te weten dat uw kleenzoon en zijne ouders

Andries Winkler en Alida van Blaaderen.

welvarende zijn. Ik neem hertelijk mijn deel in den wensch dat hij, als goed Friesch en niet min goed Kerstene, moge opgroeien "God vordere" hem en u en al die u, als grootvader en ook anderszins, dierbaar zijn!

Mijn broeder Joseph is onlangs leden herder benoemd tot Steene, eene halve stonde gaans bezuiden Oostende, midden in de polders, de dijken en, zoo mij dunkt, midden in het Vlaamsch-Friesche volk. Hoe gelukkig zou mijn broeder zijn, en ik met hem, staakt gij eens over en wildet gij, met hem eens het innige, voorvaderlijk Steene doorschouwen.Men houdt staan dat het voortijds eene zeehaven geweest is, daar de Grave van Vlanderen uit naar Palestina voer. Voor vast behoorde het dorp, in de jaren 1100, volgens zekere rechtuitoefeningen, aan de tempeliers van Slijpe, dat daar niet verre van ligt. Ik ben aan 't gissen naar den name van 't dorp en heb uw boek nageslegen. Daar ligt in Fr. Fransch Vlanderen een dorp Outersteene en een dorp Steentje. In West Vlander ligt een dorp West Outere en een Dranoutere. Outer bediedde eertijds altaarsteen en vandaar parochie. Misschien is 't u al genoeg gezeid om daar licht in te zien.

Blijde ben ik omdat God u zegent met goede en werkzame gezondheid. Dat bewijst gij ook. Met mij gaat het ook nog redelijk wel. Onze Bisschop heeft mij verzocht zijne latijn- sche Meditationes Theologica

Ze werden voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift Collationes Brugenses.

te vertalen, zoo hij dat belieft te heeten, in mijn middeleeuwsch Vlaamsch. Ik heb daar veel arbeids aan gehad, te weten om tegen dat latijn te vechten en er echt en leesbaar vlaamsch van te maken. Zijne Hoogw. schijnt zeer voldaan over den uitval en ik heb bij de 600 inteekenaars op het werk, dat bij heftjes van 16 of 32 bladzijden aan 't uitkomen is.

Wederom, mijn goede en trouwe vriend, biede ik u mijnen dank, herhalende 't gene ik van Steene en van mijn broêr zei en hopende dat wij u daar eens mogen onthalen en van monde te monde over menige ons dierbare zaken spreken.

Ben uw zeer toegenegen Guido Gezelle