Kortrijk den 22 July 1887
Eerweerde Heer Principaal,
Mijn laatste schrijven was op weg als 't uwe hier toekwam. Sedert heb ik een brief ontvangen van Mevr. van Caloen, met het vriendelijk ontbod dat gij vermeldt. Ik schrijve haar terug, met dezen post, om te zeggen dat het Dysendag-Woensdag onmogelijk zijn zal te aanveerden, wegens prochiedienst, enz. Als ik schreef dat ik Woensdag te wege was te komen, was ik nog onzeker aangaande Dysendag, sedert is mij alle hope vergaan en moet ik bedanken, 't en ware 't nog anders keerde tusschen hier en toen.
Gelieft mijn taalsman te zijn en onschuld te bidden voor uwen toegenegen
Guido Gezelle