<Resultaat 1771 van 2308

>

p1

Mr & Mme Eugène Landoy.

Prient le Très - Réverend Monsieur l’abbé Gezelle d’agréer leurs com-

Rue Osy 23. Anvers.

p2

pliments respectueux avec leurs souhaits de bonheur bien sincerès et l’expression renouvelée de leur inaltérable reconnaissance.

Le 7 janvier 1896

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLandoy, Eugène Auguste
Datums° Schaarbeek, 01/12/1857 - ✝ Antwerpen, 22/06/1909
GeslachtMannelijk
Beroephoofdredacteur; auteur
BioEugène Auguste Landoy werd geboren op 1 december 1857 in Schaarbeek. Hij was de zoon van een Franse journalist, Eugène Landoy sr., die in 1835 naar België was gekomen, en Caroline Félicie Cuvelier. Op 7 augustus 1880 trouwde hij met Marie Mélanie Jeanne Vanackere in Menen. Het koppel verhuisde naar Antwerpen. Eugène Auguste Landoy was doctor in de rechten en schreef in zijn vrije tijd komedies en teksten voor operettes. Hij werd eerst hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Précurseur” en in 1895 hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Matin”. Eugène overleed op 22 juni 1909 in Antwerpen en werd begraven op het Schoonselhof.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenLa Patrie: 23 jun 1909; https://www.schoonselhof.be/schoonselhofkm/landoy%20eugene.html
NaamVanackere, Marie Mélanie Jeanne
Datums° Menen, 14/02/1852
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Mélanie Jeanne Vanackere werd geboren in Menen op 14 februari 1852 als dochter van Constant Vanackere (Menen, 1823-1895) en Cathérine Adeline Blondiau (Mons, 1825 - Menen, 1861). Op 7 augustus 1880 trouwde ze in Menen met Eugène Auguste Landoy. Het koppel verhuisde naar Antwerpen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry

Briefschrijver

NaamLandoy, Eugène Auguste
Datums° Schaarbeek, 01/12/1857 - ✝ Antwerpen, 22/06/1909
GeslachtMannelijk
Beroephoofdredacteur; auteur
BioEugène Auguste Landoy werd geboren op 1 december 1857 in Schaarbeek. Hij was de zoon van een Franse journalist, Eugène Landoy sr., die in 1835 naar België was gekomen, en Caroline Félicie Cuvelier. Op 7 augustus 1880 trouwde hij met Marie Mélanie Jeanne Vanackere in Menen. Het koppel verhuisde naar Antwerpen. Eugène Auguste Landoy was doctor in de rechten en schreef in zijn vrije tijd komedies en teksten voor operettes. Hij werd eerst hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Précurseur” en in 1895 hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Matin”. Eugène overleed op 22 juni 1909 in Antwerpen en werd begraven op het Schoonselhof.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenLa Patrie: 23 jun 1909; https://www.schoonselhof.be/schoonselhofkm/landoy%20eugene.html
NaamVanackere, Marie Mélanie Jeanne
Datums° Menen, 14/02/1852
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Mélanie Jeanne Vanackere werd geboren in Menen op 14 februari 1852 als dochter van Constant Vanackere (Menen, 1823-1895) en Cathérine Adeline Blondiau (Mons, 1825 - Menen, 1861). Op 7 augustus 1880 trouwde ze in Menen met Eugène Auguste Landoy. Het koppel verhuisde naar Antwerpen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLandoy, Eugène Auguste
Datums° Schaarbeek, 01/12/1857 - ✝ Antwerpen, 22/06/1909
GeslachtMannelijk
Beroephoofdredacteur; auteur
BioEugène Auguste Landoy werd geboren op 1 december 1857 in Schaarbeek. Hij was de zoon van een Franse journalist, Eugène Landoy sr., die in 1835 naar België was gekomen, en Caroline Félicie Cuvelier. Op 7 augustus 1880 trouwde hij met Marie Mélanie Jeanne Vanackere in Menen. Het koppel verhuisde naar Antwerpen. Eugène Auguste Landoy was doctor in de rechten en schreef in zijn vrije tijd komedies en teksten voor operettes. Hij werd eerst hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Précurseur” en in 1895 hoofdredacteur van de Antwerpse krant “Le Matin”. Eugène overleed op 22 juni 1909 in Antwerpen en werd begraven op het Schoonselhof.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenLa Patrie: 23 jun 1909; https://www.schoonselhof.be/schoonselhofkm/landoy%20eugene.html
NaamVanackere, Marie Mélanie Jeanne
Datums° Menen, 14/02/1852
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Mélanie Jeanne Vanackere werd geboren in Menen op 14 februari 1852 als dochter van Constant Vanackere (Menen, 1823-1895) en Cathérine Adeline Blondiau (Mons, 1825 - Menen, 1861). Op 7 augustus 1880 trouwde ze in Menen met Eugène Auguste Landoy. Het koppel verhuisde naar Antwerpen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen

Titel07/01/1896, Antwerpen, Eugène Auguste Landoy en [Marie Mélanie Jeanne Vanackere] aan [Guido Gezelle]
EditeurGuido Spyns; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderLandoy, Eugène Auguste
Verzender[Vanackere, Marie Mélanie Jeanne]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum07/01/1896
VerzendingsplaatsAntwerpen (Antwerpen)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de brieftekst.
Fysieke bijzonderheden
Drager 55x95
wit
papiersoort: recto en verso horizontaal beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwkaartje
op recto naam in het midden: Mr. & Mme. Eugène Landoy
plaatsnaam en adres in de benedenhoeken: Rue Osy 23. Anvers.
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief10079
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|19087
Inhoud
IncipitPrient le Très - Réverend Monsieur
Tekstsoortnaamkaart
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.