M,,r & M,,me Léopold van Marcke.
et leurs fils[1] présentent à Mr l’Abbé Gezelle leurs meilleurs souhaits de nouvel an
Courtrai.
< | Resultaat 2497 van 2535 ![]() | > |
---|
M,,r & M,,me Léopold van Marcke.
et leurs fils[1] présentent à Mr l’Abbé Gezelle leurs meilleurs souhaits de nouvel an
Courtrai.
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Verbeke, Elvina |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 25/11/1847 - ✝ Kortrijk, 21/01/1889 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Bio | Elvina Marie Verbeke werd geboren op 25 november 1847 in Kortrijk als dochter van Fidèle Amand Verbeke en Pauline Vanneste. Ze trouwde op 14 november 1873 in Kortrijk met Leopold Ferdinand Vanmarcke, waarmee ze twee zonen kreeg: Alberic (1873-1901) en Joseph Gustave (°1876). Elvina overleed op 21 januari 1889 in Kortrijk waarna haar weduwnaar enkele maanden later hertrouwde met Matilda Harriet Locke. |
Bronnen | Ancestry; https://www.familysearch.org/nl |
Naam | Verbeke, Elvina |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 25/11/1847 - ✝ Kortrijk, 21/01/1889 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Bio | Elvina Marie Verbeke werd geboren op 25 november 1847 in Kortrijk als dochter van Fidèle Amand Verbeke en Pauline Vanneste. Ze trouwde op 14 november 1873 in Kortrijk met Leopold Ferdinand Vanmarcke, waarmee ze twee zonen kreeg: Alberic (1873-1901) en Joseph Gustave (°1876). Elvina overleed op 21 januari 1889 in Kortrijk waarna haar weduwnaar enkele maanden later hertrouwde met Matilda Harriet Locke. |
Bronnen | Ancestry; https://www.familysearch.org/nl |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Van Marcke, Léopold Ferdinand; Vanmarcke |
---|---|
Datums | ° Wevelgem, 15/02/1844 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | wisselagent; boekhouder; bankier |
Bio | Léopold Ferdinand Van Marcke, bankier/wisselagent in Kortrijk, werd op 15 februari 1844 in Wevelgem geboren als zoon van Frederic Van Marcke en Catherine Delporte. Léopold trouwde op 14 november 1873 in Kortrijk met Elvina Marie Verbeke (Kortrijk, 1847-1889). Het echtpaar Van Marcke-Verbeke had twee zonen: Alberic (Kortrijk, 1873 – Knokke, 05/08/1901) en Joseph Gustave Jules (°Kortrijk, 04/07/1876). Net als hun vader waren ook zij wisselagent. Na het overlijden van Elvina op 21 januari 1889 hertrouwde Leopold enkele maanden later op 10 september 1889 met Matilda Harriet Locke. Dit gebeurde te Elsene, waar de bruid op dat moment woonde. |
Bronnen | Rijksarchief |
Naam | Verbeke, Elvina |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 25/11/1847 - ✝ Kortrijk, 21/01/1889 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Bio | Elvina Marie Verbeke werd geboren op 25 november 1847 in Kortrijk als dochter van Fidèle Amand Verbeke en Pauline Vanneste. Ze trouwde op 14 november 1873 in Kortrijk met Leopold Ferdinand Vanmarcke, waarmee ze twee zonen kreeg: Alberic (1873-1901) en Joseph Gustave (°1876). Elvina overleed op 21 januari 1889 in Kortrijk waarna haar weduwnaar enkele maanden later hertrouwde met Matilda Harriet Locke. |
Bronnen | Ancestry; https://www.familysearch.org/nl |
Naam | Van Marcke, Alberic |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 1873 - ✝ Knokke, 05/08/1901 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | wisselagent |
Bio | Alberic Van Marcke werd in 1873 geboren als zoon van Leopold Ferdinand Van Marcke (°1844) en Elvina Marie Verbeke (1847-1889). Hij overleed op 5 augustus 1901 in hotel du Phare, Zeedijk, Knokke. Hij was op dat moment wisselagent in Sint-Gillis. |
Bronnen | Rijksarchief |
Naam | Van Marcke, Joseph Gustave Jules |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 04/07/1876 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | wisselagent |
Bio | Joseph Gustave Jules Van Marcke werd op 4 juli 1876 in Kortrijk geboren als zoon van Leopold Ferdinand Van Marcke (°1844) en Elvina Marie Verbeke (1847-1889). Hij werd wisselagent in Sint-Joost-ten-Node waar hij op 28 december 1901 trouwde met Irma Elisa Polderman (°Wevelgem, 17/04/1870), woonachtig in Kortrijk. |
Bronnen | Rijksarchief |