<Resultaat 2073 van 2349

>

p1
Ma chere enfant[1]

Je suis heureux de vous donner pleine et entiere permission quant à ce que vous me demandez; je regrette d'arriver un peu tard peut etre mais je ne dois pas vous dire que j’ai les mains la tete et même le cœur plein de besogne. Vivez autant que possible comme en communauté avec les cheres Religieuses que j’ai evangelisées lors de ma visite. Je voudrais beaucoup voir revivre l’antique dévotion à S. Jean Bapp2tiste,[2] et comme chanteuse vous y avez interet; il est le patron de la voix étant la voix criant dans le désert preparez le chemin du seigneur;[3] c’est en son honneur qu’a été composé l’hymne

ut queant laxis

resonare fibris

mira -

famuli -

solve -

labij -[4]

de laquelle hymne Guido d’Arezzo a tiré les noms des notes.

Mais vous savez tout p3cela, pour bien sur, votre chere sœur à ce qui je vois se porte à merveille, ne vous inquiétez de rien pas meme de votre tout devoué pere qui vous bénit

Guido Gezelle

Noten

[1] Deze brief kwam uit de nalatenschap van Rafaël De Bo. Daarom is het een hypothese dat de ontvanger iemand uit zijn directe familie zou zijn, waarbij gewezen werd naar zijn nichtje Marie-Hélène Vande Wiele en zijn tante Cordelia Van De Wiele, hoewel hier dus geen zekerheid over is. (J. de Mûelenaere, Bij een portrettekening van Cordelia Vande Wiele. In: De Leiegouw 14 (1972) 3, p. 332-333)
[2] In 1866 schreef Guido Gezelle een artikel over Johannes de Doper in ‘Rond den Heerd’ (Vader Adams goe vrijdag. In: Rond den Heerd, 1 (24 maart 1866) 17, p. 134-138)
[3] Dit is een verwijzing naar een Bijbelvers uit Jesaja 40:3: “Hoor, een stem roept: Baan voor de Heer een weg door de woestijn”.
[4] ‘Ut queant laxis’ is de Latijnse hymne op Johannes de Doper geschreven door Paulus Diaconus. Voluit klinkt deze: “Ut queant laxis resonare fibris mira gestorum famuli tuorum; solve polluti labii reatum Sancte Johannes” (Mogen uw dienaren met zachte stem uw wonderdaden doen klinken; Verlos onze bezoedelde lippen van schuld, Sint Johannes). Aan de hand van deze hymne demonstreerde Guido van Arezzo de zes tonen van het hexachord (ut-re-mi-fa-sol-la-si-ut). Later werd ‘ut’ vervangen door ‘do’.

Register

Correspondenten

Naamonbekend
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

Naamonbekend

Plaats van verzending

Naamonbekend

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Bo, Raphaël
Datums° Kortrijk, 07/04/1859 - ✝ Kortrijk, 28/03/1934
GeslachtMannelijk
Beroepmuziekleraar; organist; pianist
BioRafaël De Bo werd op 7 april 1859 te Kortrijk geboren als zoon van deurwaarder Jan De Bo en Julienne Vande Wiele. Julienne was een zus van Cordelia Vande Wiele, had een winkel in de Begijnhofstraat 15, en gaf pianolessen. Ook Rafaël was geboren met muzikaal talent en was pianovirtuoos. In 1875, het jaar dat hij de handelsklassen beëindigde, werd hij organist van de O.-L.-Vrouwekerk van Kortrijk. Tien jaar nadien werd hij er benoemd tot kapelmeester, een functie die hij 57 jaar lang uitoefende. In 1897 schreef Guido Gezelle een lofdicht voor de gevierde kapelmeester. Daarnaast was Rafaël ook organist in de St.-Michielskerk, en was hij lid van de Bond van ’t Heilig Hart en van diverse parochiale genootschappen. Hij werd vereerd met de titel van Ridder in de Leopoldsorde, en kreeg ook het kruis Pro Ecclesia et Pontifice. Hij bleef als vrijgezel in zijn ouderlijke woning wonen totdat hij op 28 maart 1934 overleed.
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
Bronnen https://www.delcampe.net/; J. de Mûelenaere, Bij een portrettekening van Cordelia Vande Wiele. In: De Leiegouw 14 (1972) 3, p. 325-354; A. Peel, Kortrijk...70 haar terug. Kortrijk: Groeninghe, p. 76-78
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56
Naamvan Arezzo, Guido
Datums° Arezzo, ca. 991 - ✝ Fonte Avellana, ca. 1033
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsItalië
BioGuido van Arezzo werd in 991 te Arezzo geboren. Hij was een benedictijner monnik en een belangrijke grondlegger van de muzieknotatie. Naast uitvinder van de notenbalk, is hij vooral bekend van de solmisatie: de benaming van de toonladder ut-re-mi-fa-sol-la-si-ut. Deze baseerde hij op de beginletters van een vers uit de hymne voor Sint Jan de Doper, geschreven door Paulus Diaconus.
Links[wikipedia]
NaamVan de Wiele, Marie-Héléne
Datums° Kortrijk, 25/12/1880 - ✝ Kortrijk, 07/06/1941
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioMarie-Hélèné Van de Wiele werd op 25 december 1880 geboren als dochter van werktuigkundige Julien-Victor Van de Wiele en Marie-Hélène De Bo. Het gezin woonde in de Handboogstraat. Nadat ze al op jonge leeftijd wees was geworden, werd Marie-Hélène opgenomen door haar grootmoeder, Julienne De Bo. Andere leden van het gezin waren haar oom Rafäel De Bo en haar groottante Cordelia Van de Wiele. Na de dood van haar strenge grootmoeder in 1910 was ze vrij om haar jeugddroom te vervullen en trad ze in bij de karmelietessen van Kortrijk. Op 5 februari 1919 werd ze er priorin. En op 7 juni 1941 overleed ze er.
BronnenJ. de Mûelenaere, Bij een portrettekening van Cordelia Vande Wiele. In: De Leiegouw 14 (1972) 3, p. 331-332

Naam - instituut/vereniging

Naamonbekend

Indextermen

Briefontvanger

onbekend

Briefschrijver

Gezelle, Guido

Correspondenten

onbekend
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

onbekend

Naam - persoon

onbekend
De Bo, Raphaël
Gezelle, Guido
Van De Wiele, Cordelia
van Arezzo, Guido
Van de Wiele, Marie-Héléne

Plaats van verzending

onbekend

Titels.d., s.l., Guido Gezelle aan onbekend (vrouw)
EditeurAurélie Lemmens
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
Ontvangeronbekend
Verzendingsdatums.d.
Verzendingsplaatsonbekend
AnnotatieAanspreking: Ma chere enfant; In album Vande Wiele-Lampe gekleefd.
Gepubliceerd inBeschreven in: "Gezelleherinneringen" Het archief Mevr. M. Vandewiele-Lampe te Kortrijk / door Piet Couttenier - in : Gezelliana. - Jrg. 2 (1971) nr.2-3, p.87-96
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 135x106
wit, vierkant geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief9662bis-39
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|19312
Geschiedenis 2008: Aankoop erven Vande Wiele
Inhoud
IncipitJe suis heureux de vous donner pleine
Samenvatting brief is een antwoord op een vraag uit een andere brief: Gezelle geeft toestemming tot iets en geeft raad; de geadresseerde is een vrouw, maar zelf geen geestelijke; sprake van een gemeenschap die te maken heeft met Sint-Johannes De Doper: Gezelle wil heropleving van de devotie van die heilige; de geadresseerde heeft hier belang bij want ze is een zangeres; verwijzing naar hymne voor Johannes De Doper waaruit Guido D'Arezzo de namen van de noten heeft gehaald
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.