Eerweerde Vriend,
Zijne Hoogweerdigheid heeft de kladde[1] gelezen: alles is wel: geen eène bemerking.
Ik make er eène: uwe aanspraak eindigt gelijk de schoone beeste waarvan Horatius ad Pisones: in piscem![2]
Daarbij: ofwel daar is ¾ van eene sponde te vele, of daar is 3 sponden en ¼ te kort om 10 blz. te maken.
Tracht te geraken tot deze 10 blz. in plaats van 8. Dan doe ik dien n° R.D.H. drukken met een middenblad.
Maak dat ik de kladde terug hebbe maandag nuchtend met den 1sten post: verzend ze dus zondag avond omtrent 4 ure. Dan komt ze zondag 8 ½ aan en zit maandag 6 ure ’s nuchtens in mijne busse.
Mocht ik u aanraden sommige wat al te slepende Westvlaamsche vormen te verkorten?
Uw toegenegen
Ad.D.
Zaterdagavond.