Kortryk den 2 Sept. 1893
Achtb Heer en vriend,
Gister ontving ik uw schryven van 24 der verleden maand[1] en moet u bekennen dat ik geen bydrage tot de Bloemlezing gereed en heb[2] Met Mr de Pauw bereide ik de uitgave van Martin van Thorhouts? Middelnederlandsche gedichten, die ik teruggevonden heb te Oxford[3] en te Oudenaarde[4] By gebrek aan boeken of boekery[5] zou 't my moeilyk zyn iets te leveren van bedied uit de gewrochten die tot de 16e, 17e en 18e eeuw behooren.
Ben ulieden zeer toegenegen
Guido Gezelle.