Bij de brief[1] van 13 April had Mevrouw Tinel den dichter om een dichtje gevraagd, voor de plechtigheid[2] die, naar ze schrijft, op 30 Mei (een lapsus calami) zou plaats grijpen.
Noten
[1] De locatie van de originele brief van Emma Coeckelbergh van 13 april 1889 is onbekend. Er is bestaat enkel deze beperkte inhoudsbeschrijving in: Jubileumuitgave van Guido Gezelle’s volledige werken, Tijdkrans II, Brussel: N.V. Standaard-Boekhandel, 1931, p.169.
[2] De eerste communie van haar zoon Joseph Tinel. Hij deed zijn communie op 30 juni te Mechelen. Het gelegenheidsdrukwerk met Gezelles gedicht wordt bewaard in het Guido Gezellearchief nr. 496.