Op 3 Mei dankt ze den meester om het gedicht,[1] en schrijft o.m. "Je vais les copier pour l'impression désirant conserver le manuscrit parmi mes plus précieuses reliques, et vous enverrai l'épreuve pour la correction"[2]
Noten
[1] Het eerstecommuniegedicht dat ze voor haar zoon Joseph Tinel had aangevraagd op 13 april 1889. Joseph deed zijn communie op 30 juni te Mechelen. Het gelegenheidsdrukwerk met Gezelles gedicht wordt bewaard in het Guido Gezellearchief nr. 496.
[2] De locatie van de originele brief van Emma Coeckelbergh van 3 mei 1889 is onbekend. Er is bestaat enkel deze beperkte inhoudsbeschrijving in: Jubileumuitgave van Guido Gezelle’s volledige werken, Tijdkrans II, Brussel: N.V. Standaard-Boekhandel, 1931, p.170.