<Resultaat 35 van 2616

>

p1+
Weleerweerde Heer Kanonik,

Als ik wel myn conscientie onderzoeke, bevinde ik dat ik u nog twee boeken moet opgeven die Uweerweerde toebehooren en die ik in leeninge hebbe, te weten

Gudrüns liederen[1]

Vandenhove' s Verbuigingen.

Ik ben al verscheidene malen te Van Hee‘s geweest en vermeene Uweerweerde by dezen eene volledige lyste te zenden van pastor De ré's werken:[2] verwachte desaengaende breedere orders.

Sedert dat ik de eere gehad hebbe laestmael by Uweerweerde ter tafel aenboden te worden heb ikp2nog verscheidene malen gepeisd op het gene alsdan van Uwentwegen de grondstoffe geweest is van 't gesprek, te weten het onderwys der doofstommen;[3] t is my nu even zoo onmogelyk als toen van wys te worden of het Uweerw'dens inzigt was, my te doen vermoeden dat gy my als eenigzins bekwaem aenzaegt van tot uw voornemens te kunnen dienstig zyn, of gy zoudt gewenscht hebben dat ik my uitte over iets waeraen ik tot alsdan nog nooit gedacht en hadde.

By geval van de zaek gesproken hebbende aen Mr Algar, heeft deze my beraden Uweerweerde myne onzekerheid dieswegens kenbaar te maken.p3Myne toenmalige stilzwygendheid of myne tegenwoordige stoutigheid kan verschooning noodig hebben, die ik Uweerw. bidde gunstig te willen verleenen aen

Uweerwds toegenegen dienaer in Christo
Guido Gezelle presbyter
Weleerweerde Heer Mynheer Carton
Brugge.

Noten

[1] Het boek is terug te vinden in de veilingcatalogus van Ch. Cartons bibliotheek (1866), lot 763 (online via UGent).
[2] Het jaar daarop, in 1857, verscheen bij van David Van Hee het boek ‘Beschryving van Oostnieuwkerke’ door G.F. Tanghe. Dit bevat een lijst – wellicht de lijst waarover Guido Gezelle het had – met veertien werken van De Ré:

Elémens de la Logique, gedrukt te Rousselaere, 1817;

Brief aen eenen vriend op eenige beslissingen van den Spectateur Belge;

Les deux amis ou dialogue sur quelques points de doctrine de M. Laurentie dans son introduction a la philosophie;

Eenige vragen ter beantwoording voorgesteld aen den heer uytgever en vertaleder der grondregels der hedendaegse philosophie door B.V.D.K.H.;

Oordeelkundig en beredeneerd onderzoek wegens de afgelentheyd, grootheyd, loop der zon en andere hemelsche lichten, volgens de stelling der oude en hedendaegsche sterrekunde;

‘T leven en bloegetuygenis van den heyligen Petrus, prins der heylige Apostelen;

Kort begryp der heylige en kerkelyke geschiedenis, in dry deelen, sedert de dood van den heyligen Petrus tot Leo XII;

‘T Oud- en Nieuw-Testament;

Petite grammaire français flamand;

Uytleg op den Onzen Vader en de twaelf artikels des geloofs;

Gronden van tael- en spelkonst;

‘T leven van Joanna de Valois in het vlaemsch vertaeld;

Eerste en tweede volume van evangile medité, in ‘t vlaemsch vertaeld;

Bygeloovigheden en tooveryen der wysgeers of duyvelaenbidders der verlichte eeuw.

[3] Charles Carton had in 1836 een school voor blinde en dove kinderen opgericht.

Register

Correspondenten - personen

NaamCarton, Charles Louis
Datums° Pittem, 03/06/1802 - ✝ Brugge, 19/09/1863
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; directeur; kapelaan; historicus
BioCharles Carton werd op 17/08/1825 tot priester gewijd te Mechelen. Hij was coadjutor te Maldegem en Ichtegem (22/10/1825), kapelaan te Wielsbeke (1826) en te Ardooie (1829-1835). Hij was de bezieler van het doven- en blindenonderwijs, waarvoor hij een eigen methode ontwikkelde. Zo richtte hij te Brugge het Spermalie-instituut op voor doven en blinden (juli 1835) en, ook in 1835, de Congregatie van de Zusters der Kindsheid van Maria. Hij ondernam diverse buitenlandse reizen om het blindenonderwijs te bestuderen. Als historicus was hij in 1839 medestichter van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge (Société d'émulation). In 1840 stichtte hij de eerste 'bewaarschool' (voorloper van de kleuterklas).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamCarton, Charles Louis
Datums° Pittem, 03/06/1802 - ✝ Brugge, 19/09/1863
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; directeur; kapelaan; historicus
BioCharles Carton werd op 17/08/1825 tot priester gewijd te Mechelen. Hij was coadjutor te Maldegem en Ichtegem (22/10/1825), kapelaan te Wielsbeke (1826) en te Ardooie (1829-1835). Hij was de bezieler van het doven- en blindenonderwijs, waarvoor hij een eigen methode ontwikkelde. Zo richtte hij te Brugge het Spermalie-instituut op voor doven en blinden (juli 1835) en, ook in 1835, de Congregatie van de Zusters der Kindsheid van Maria. Hij ondernam diverse buitenlandse reizen om het blindenonderwijs te bestuderen. Als historicus was hij in 1839 medestichter van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge (Société d'émulation). In 1840 stichtte hij de eerste 'bewaarschool' (voorloper van de kleuterklas).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamAlgar, Joseph Cox
Datums° Hume-Bristol, 12/12/1819 - ✝ Roeselare, 21/12/1881
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioJoseph Algar was de zoon van een vooraanstaande dominee. Hij studeerde theologie aan het Magdalen College te Oxford en behaalde er de graad van Master of Arts. Om gezondheidsredenen moest hij zijn studies staken en werd hij een rondtrekkende privé-leraar. Hij gaf les aan de zonen van de anglicaanse aartsbisschop van Dublin en aan de kinderen van de Engelse ambassadeur in Stockholm. Onder invloed van diens vrouw dacht hij aan bekering tot het katholicisme. Terug in Engeland zocht hij John Henry Newman (1801-1890) op, zelf een bekeerling en toekomstig kardinaal. Die stuurde hem naar Faict, anglofiel en professor aan het grootseminarie te Brugge (1847-'48). Nadat Faict superior was geworden te Roeselare (1849), kwam Algar ook naar het kleinseminarie (april 1850) om er leraar Engels te worden (1851). In 1854 werd hij professor voor de afdeling van de Engelsen. Algar werd er de goede vriend van Gezelle, wie hij raad gaf voor alles wat de Engelse letterkunde betrof. Samen gingen ze te Brugge het Engels College leiden (oktober 1860 - maart 1861). Na de mislukking van dat experiment keerde Algar naar Roeselare terug waar hij tot aan zijn dood verantwoordelijk was voor de Engelse afdeling. Gezelle droeg hem postuum zijn vertaling van Longfellows Song of Hiawatha (1886) op.
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamCarton, Charles Louis
Datums° Pittem, 03/06/1802 - ✝ Brugge, 19/09/1863
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; directeur; kapelaan; historicus
BioCharles Carton werd op 17/08/1825 tot priester gewijd te Mechelen. Hij was coadjutor te Maldegem en Ichtegem (22/10/1825), kapelaan te Wielsbeke (1826) en te Ardooie (1829-1835). Hij was de bezieler van het doven- en blindenonderwijs, waarvoor hij een eigen methode ontwikkelde. Zo richtte hij te Brugge het Spermalie-instituut op voor doven en blinden (juli 1835) en, ook in 1835, de Congregatie van de Zusters der Kindsheid van Maria. Hij ondernam diverse buitenlandse reizen om het blindenonderwijs te bestuderen. Als historicus was hij in 1839 medestichter van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge (Société d'émulation). In 1840 stichtte hij de eerste 'bewaarschool' (voorloper van de kleuterklas).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamTanghe, Guillaume François; Gulielmus
Datums° Izegem, 12/03/1802 - ✝ Brugge, 09/06/1879
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; geestelijk koster; missionaris; onderpastoor; rector; kanunnik
BioGuilielmus Tanghe, zoon van Jan-Baptist Tanghe, landbouwer, en Maria-Theresia de Brabandere, werd op 07/02/1826 te Mechelen tot priester gewijd door aartsbisschop de Méan. Hij was onderpastoor te Zwevegem (27/02/1826) en geestelijk koster te Kortrijk (10/1827). Op 1829 werd hij lid van de armenkamer te Kortrijk. Hij was de laatste rector van de Sint-Michielskerk te Kortrijk (10/1834-1844). Hij werd missionaris van het bisdom Brugge (1836), titulair kanunnik van de Brugse kathedraal en secretaris van het kapittel (06/1844). In 1855 werd hij boekkeurder van het bisdom Brugge. Hij schreef talrijke publicaties, waaronder heel wat parochieboeken met de geschiedenis van parochies in West-Vlaanderen.
Links[odis]
NaamDe Ré, Petrus Josephus
Datums° Roeselare, 02/10/1757 - ✝ Oostnieuwkerke, 13/09/1833
GeslachtMannelijk
Beroepcoadjutor; onderpastoor; pastoor; auteur
BioPetrus Josephus De Ré werd op 2 oktober 1757 te Roeselare geboren als zoon van Josephus De Ré en Maria-Jacoba Anna. Hij ging naar school bij de paters augustijnen en ontving zijn priesterwijding te Brugge op 17 december 1791. In maart daarop fungeerde hij als biechtvader te Middelkerke, nadien als coadjutor te Westkapelle en Hooglede, om in september 1793 onderpastoor te Hooglede te worden. Na het overlijden van pastoor Hennequin werd hij er in 1797 deservitor. Maar omdat hij tijdens de Beloken Tijd weigerde de eed van haat tegen het koningschap af te leggen, moest hij onderduiken. In 1800 gaf hij les aan theologanten te Hooglede, en zijn laatste functie vanaf 1807 was als pastoor te Oostnieuwkerke, waar hij zich ontpopte tot schrijver van pamfletten en boeken omtrent religieuze, politieke en taalkundige kwesties. Zo uitte hij in het tijdschrift ‘Spectateur Belge’ van Leo de Foere meermaals kritiek op naar zijn mening te progressieve jonge confraters. Dit mondde uit in een pennentwist tussen De Ré en De Foere die ook in de ‘Nieuwe Gazette van Brugge’ en andere media werd uitgevochten. Voorts stelde De Ré zich in het debat rond de spellingskwestie op als tegenstander van Pieter Behaegel en beoogde hij een vereenvoudiging van de Nederlandse spelling.
Links[odis]
BronnenJ. Huyghebaert, Pieter Jozef de Re en de spellingskwestie 1820. In: Biekorf 73 (1972), p.70-74; J. Huyghebaert, De polemieken van P.J. De Ré en Leo de Foere: een generatieconflict bij de Westvlaamse clerus (1815-1823). In: Rollariensa III. Roeselare, 1971, p.80-98; A. Denturck, De Polemieken van P.J. De Ré en Désiré De haerne: een nieuw generatieconflict bij de Westvlaamse clerus (1829-1830). In: Rollariensa IV. Roeselare, 1972, p.143-152.
NaamVanhee, David Augustinus
Datums° Roeselare, 27/08/1782 - ✝ Roeselare, 18/03/1865
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; boekhandelaar
BioDavid Vanhee werd geboren in Roeselare op 27 augustus 1872. Hij volgde zijn vader Petrus op als boekverkoper in Roeselare. Zowel in zijn privé- als in zijn professionele leven getuigde hij van een fervent katholicisme. In 1815 verschijnt zijn eerste drukwerk, het driedelige 'Kort begryp der heilige en kerkelijke geschiedenissen' van priester P.J. de Ré. Vanaf 1820 komt zijn drukkersactiviteit volop op gang. Het kleinseminarie in Roeselare is een belangrijke opdrachtgever voor Vanhee als drukker. Leerlingen en leraars kopen ook schoolmateriaal bij hem aan. Vanaf 1827 geeft hij heel wat katholieke en moraliserende werkjes uit waarvan de teksten anoniem (meer dan waarschijnlijk) door priester-leraars van de school werden bezorgd. Zijn reeks 'Kleine Katholieke Bibliotheek' stond onder bescherming van bisschop Boussen van Brugge. Van Guido Gezelle verscheen bij Vanhee een lofdicht op de broers Carlier en 'Boodschap van de vogels'.
Relatie tot Gezelledrukker-boekhandelaar van Gezelle
BronnenNationaal biografisch Woordenboek, dl.12 kol. p.759-763; Andries Van den Abeele, Inventaris van drukkers, uitgevers en boekhandelaars in Brugge, 1800-1914 Vanden Abeele Andries. In: Brugs Ommeland: 16 (2001) 1, p.5-31

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamZusters van de Kindsheid van Maria ter Spermalie
BeschrijvingIn 1836 stichtte kanunnik Charles Carton een school waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinde en dove kinderen. De school was ondergebracht in het voormalige jezuïetencollege aan de Spiegelrei 13 te Brugge. De zorg voor de kinderen werd toevertrouwd aan de daartoe nieuw opgerichte Congregatie van de Zusters van de Kindsheid van Maria, waarvan de eersten werden geprofest in 1838. In 1940 kocht Carton de voormalige abdij van Spermalie in de Snaggaardstraat te Brugge (nu vzw De Kade). Hierin vestigde hij in 1842 een meisjespensionaat en de eerste kleuterschool van Brugge. Om extra inkomsten te genereren, werd er tevens een rusthuis voor oudere dames geopend. In 1862 kon het instituut uitbreiden dankzij het verwerven van aanpalende gronden tussen Lang Gotje en Oliebaan. Daardoor verhuisde in 1868 het doven- en blindeninstituut eveneens naar de Snaggaardstraat. Toch bleef ook de vestiging in de Spiegelrei bestaan, en had deze tot 1880 zelfs een eigen overste. In 1952 sloot de kleuter- en lagere school de deuren, en werd de Hotelschool Spermalie geopend. Het meisjespensionaat hield op te bestaan in 1957, en in 1968 werd de V.Z.W. Gehoor- en Spraakrevalidatiecentrum opgericht.
Datering1836-heden
Links[odis]

Titel - ander werk

TitelBeschryving van Oostnieuwkerke, gevolgd door het leven van de heilige Brigida Maegd, die aldaer veel aengeroepen wordt
AuteurTanghe, G.F.
Datum1857
PlaatsRoeselare
UitgeverD. Van Hee
TitelÉlemens de la logique, : ou Principes propres à former la raison, avant de l'appliquer à l'étude des hautes sciences
AuteurDe Ré, P.J.
Datum1817
PlaatsRoeselare
UitgeverBeyaert-Feys
TitelOnderzoek en kort begryp van zeker werk: bygeloovigheden en tooverien der wysgeers, of: De duivel-aenbidders der verligte eeuw
AuteurDe Ré, P.J.
Datum1819
PlaatsRoeselare
UitgeverVan Hee
TitelGronden der Nederlandsche spel- en taelkonst volgens de reden en het gezag
AuteurDe Ré, P.J.
Datum1820
PlaatsRoeselare
UitgeverVan Hee
TitelBrief aen eenen Vriend op eenige Beslissingen van den Spectateur Belge
AuteurDe Ré, P.J.
Datum1820
PlaatsRoeselare
UitgeverVan Hee
TitelLeven en Bloedgetuigenis van den H. Petrus, Prins der Apostelen en Stadhouder van Kristus, nog levende in zyne opvolgers de Pausen van Roomen
AuteurDe Ré, P.J.
Datum1822
PlaatsRoeselare
UitgeverVan Hee
TitelGudrunlieder
AuteurEttmüller, Ludwig (ed.)
Datum1847
PlaatsLeipzig
UitgeverVerlagsbureau
TitelOver de verbuigingen der Oud-, Middel- en Nieuw-Nederduitsche tale. Brief aen Professor Bormans [Overdruk uit: Het taelverbond: (1849-1850)]
Auteurvan den Hove, Victor Hubert [= Delecourt, Victor]
Datum1850
PlaatsAntwerpen
UitgeverBuschmann

Titel24/10/1856, Roeselare, Guido Gezelle aan Charles Louis Carton
EditeurInge Geysen; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenInge Geysen; Marc Carlier (research), Gezelle Guido aan Carton Charles Louis, Roeselare (Roeselare), 24/10/1856 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderGezelle, Guido
OntvangerCarton, Charles Louis
Verzendingsdatum24/10/1856
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
Gepubliceerd inBrieven van, aan en over Gezelle II, p.38-39 (33a)
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, ?
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Angoulème
Toevoegingen op zijde 1 linksboven: Aan Kan. Carton (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 539
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|25650
Geschiedenis 27/04/2021, Rijksarchief Kortrijk: Teruggave Antoon Viaene
Inhoud
IncipitAls ik wel myn conscientie onder
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.