<Resultaat 8 van 2050

>

p1
Affection et respect pour toujours
Monsieur,[1]

Au point de terminer l’année 1855 et d’en commencer une nouvelle je sens le besoin de vous réitérer les sentiments qui m’animent envers vous. Plus heureux l’année dernière j’avais l’occasion de vous exprimer de vive voix et en personne les mêmes sentiments car quoique éloigné de vous mon affection et mon respect vous sont acquis pour toujours. Oui toujours ce sera avec bonheur que je me rappellerais ces instants durant lesquels vous vouliez bien me guider de vos conseils et durant lesquels par les entretiens utiles et agréables nous nous amusions. hélas, ce temps a été court et je suis heureux que la nouvelle année me fournisse l’occasion de vous répéter ces choses et de me retrouver pour quelques instants en esprit auprès de vous. Bonne année donc Monsieur que cette année qui va s’ouvrir soit semée de roses sans épines. Puissiez-vous y trouver l’accomplissement de tous vos désirs la bénédiction de toutes vos entreprises. C’est là mon plus vif désir, ce sera l’objet de mes prières

Car c’est surtout en me souvenant de vous devant Dieu que je tacherai de vous prouver ma reconnaissance. Maintenant monsieur je vais vous donner quelques détails sur certaines fêtes de collège que nous avons eu la veille du jour de la Toussaint nous avons eu la visite du P. De Damas, aumonier de l’armée d’orient. il nous a parlé assez longuement. c’est un homme grandeur ordinaire il porte la barbe, les moustaches et il es chauve. il ressemble parfaitement à Monsieur Pavot, agent d’affaires à Bruges. Le P. De Damas a au bas de sa ceinture deux grandes franges vertes et à son cou est attaché une croix d’argent retenue par un cordon vert. il porte le chapeau rond mais entouré d’une corde verte et de deux petites franges de la même couleur. le soir, à 4 ½ h., le P. De Damas faisait un salut des plus solemnels p2il y avait 6 encensoirs en argent et, comme on manoeuvre ces encensoirs ici tout autrement qu’en flandre, c’était d’un effet admirable; Le 9 Novembre nous avons été voir un beau panorama et le célèbre Tom Pouce, car il faut savoir qu c’est durant le mois de Novembre la foire de Liège. le 27 nous avons été au cirque mais le 18 nous avons eu la retraite. Je vais vous en dire un mot, car c’est tout différent de ce que j’ai jamais vu de pareil. On se leve à l’heure accoutumé. Prière du matin, lecture spirituelle comme de coutume, puis Etude jusqu’à 7 heures; à 7 h Déjeuner; à 7 ½ Messe - sermon à 9 h. Classe jusqu’à 10 h. à 10 h. Récréation; à 10 ½ h. sermon, à 11 ½ h. Etude, a 12 ½ Diner à 2 h. Classe, à 3 h. salut sermon, puis à 5 h. Etude comme de coutume. Le jour de la cloture, qui était le 22, nous avons eu la visite de Monseigneur. Il est venu dire la Messe de communion et a prêché.

Toute la journée on s’est amusé à se promener mais voici, un congé d’un tout nouveau genre qu’on a accordé le 18 Décembre. A peine entré en classe le portier est venu nous annoncer qu’il y avait congé. Nous nous sommes mis en marche, les patins sous le bras à travers la ville vers un chateau situé à trois quarts de lieues de la ville; on y a patiné jusqu’à une heure alors on est entré dans une auberge qui se trouvait là tout prêt et nous y avons trouvé des gateaux et des tartines avec du chocolat; ensuite on a continué à s’amuser là jusqu’au moment du départ c’est à dire jusqu’à deux heures. Alors on s’est rendu au collège on nous attendait à 3 heures et ¼ un excellent diner.

Voilà comment on tache de s’amuser ici. Je vous ai raconté toutes les petites fetes dont je me rappelle J’espère que vous voudrez bien répondre à cette petite lettre et m’écrire quelques mots aussi Je ne doute pas que ce soient vos occupations multipliées qui vous aient empéché de répondre à ma première lettre du 28 Novembre[2]

Pardonnez s’il vous plait monsieur, ma mauvaise écriture.

Tout a vous
A DeLeyn

P.S. Comment vont les deux volumes perdues s’il vous plait Monsieur? Mon adresse est Un Tel… aux collège Saint-Servais à Liège

Noten

[1] Van deze brief is geen origineel bekend, enkel een afschrift Baur. Van dit afschrift bestaan twee afwijkende versies. Voor de editie werd gekozen voor de ongecorrigeerde tekst, omdat die meest aansluit bij het tekstbeeld van De Leyns vorige brief van 27/10/1855.

Register

Correspondenten

NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLuik

Naam - persoon

NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamPavot, Paul Auguste
Datums° Brugge, 06/10/1814 - ✝ Brugge, 02/01/1867
GeslachtMannelijk
Beroepzaakwaarnemer, notaris
BioPaul Pavot was een bekende zaakwaarnemer en notaris te Brugge. Hij werd vermeld in een brief omwille van zijn uiterlijk (baard, snor, kaal hoofd)
Bronnen https://search.arch.be/nl/; https://www.archiefbankbrugge.be/
Naamde Damas, Amédée Jean Marie Paul
Datums° Marseille, 04/07/1821 - ✝ Clermont-Ferrand, 19/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver, militair aalmoezenier
BioDe Franse Jezuïet Amédée de Damas was aalmoezenier van het Franse leger ten tijde van de Krimoorlog (1854-1856) en procureur van de Syrische missie (1860-1868). Hij werd bekend als schrijver door zijn ervaringen als memoires en reisverslagen te publiceren. Een correspondent van Gezelle schrijft over een lezing die hij bijwoonde.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamLuik

Naam - instituut/vereniging

NaamCollège Saint-Servais de Liège
BeschrijvingHet Collège Saint-Servais in Luik werd gesticht in 1828 en in 1838 overgedragen aan de jezuïeten. In 1855 volgt Gezelles oud-leerling Alfons De Leyn er les. In zijn brieven beschrijft hij het schoolleven.
Datering1828-heden
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

De Leyn, Alfons

Correspondenten

De Leyn, Alfons
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

Collège Saint-Servais de Liège

Naam - persoon

De Leyn, Alfons
Pavot, Paul Auguste
de Damas, Amédée Jean Marie Paul

Naam - plaats

Luik

Plaats van verzending

Luik

Titel31/12/1855, Luik, Alfons De Leyn aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Afschrift
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Leyn, Alfons
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum31/12/1855
VerzendingsplaatsLuik
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de brieftekst; locatie origineel onbekend: brief is enkel in kopie van Frank Baur beschikbaar; van dit afschrift bestaan twee afwijkende versies.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie gemaakt door Frank Baur
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 3,45
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|25929
Inhoud
IncipitAu point de terminer l'année 1855 et d'en commencer une
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.