Mag ik U verzoeken van in Biekorf en in Loquela het verschijnen van 't Ghetiden boec aan te kondigen.[2] Ik zou er maar dunne van zijn moest mijn werk van zoovele maanden vergaan onder 't doodzwijgen der vl(aamsche)[3] tijdschriften, als de fransche bladen er melding van maken, gelijk gij vernemen kunt uit het artikeltje van Bien Public van Donderdag 12 Januari '93, hier mede gaande, maar ’t welk gij zoo goed zult zijn mij weder te zenden. Gelief ook het onder druk zijn der Roozeliederen in Biekorf en in Loquela te laten kennen.[4]
Indien ik u somtijds lastig valle, gij zijt er gedeeltelijk de schuld van, sumus enim opera manuum tuarum.[5]