<Resultaat 1714 van 2328

>

p1

Il[1] y a peu de jours me trouvant chez Mr Vyt, libraire à Gand, pour affaires de bibliothèque, celui-ci me présente un Manuscrit ancien intitulé: Cornicke van Brabant, en vers néerlandais. Je le demandrai en communication donc l’idée que c’était peut être un de ces chroniques déjà publiées.

De retour à la bibliothèque je consultai la publication de Mr Petit où se trouve une liste complète des documents de cette nature imprimés[2]

Après avoir pris sur les rayons tous les ouvrages signalés et les avoir parcouru, Mr Arnold est arrivé à constater qu’aucun de ceux-ci ne commence de le façon dont débute le Manuscrit nouvellement trouvé. Il est donc inédit.

Ce Manuscrit, sur papier, est de format petit in-folio allongé (format agenda). Il comprend 54 H. chiffrés soit en tout 107 pages. Chaque page contient de 35 à 44 lignes.p2Le papier du Manuscrit, d’après les vergeures et les filigranes , appartient aux premières années du XVe siècle

La mention la plus récente est de 1414: C’est très probablement la date de la composition du poème et peut être aussi de sa transcription.

L’ouvrage est complet. Il comprend environ 4000 vers. Ne l’ayant pas lu, je ne puis donner mon appréciation sur la valeur historique ou littéraire du document.

J’ai transcrit la moitié de la 1me page:

Jezus Maria salve
Behouder alder werelt[3] wyt
Christus heere ghebenedyt ….

Grimbergsche oorloge:[4] fo 27 recto, 28, etc. autres détails que dans le Grimbergh Oorlogep3Dans ces derniers vers il est question d’un oeuvre de Van Maerlant inconnue juqu’à présent: het boec geheten Jacop (van Jacob v. Maerlant) Clarasien. Il en est encore question à la p 9 recto Maertlant est mentionné plus loin à diverses resprises

L'auteur du poeme se nomme vers la fin, fo 53 verso

Besitten … Hooghe Jherusalem

Hennen v. Merchtenen est un nom inconnu dans l’histoire littéraire néerlandais Merchtem est un localité situé..

Alph. Wauters, histoire des environs de Bruxelles, II, p 93 cite un Sire de Merchtem qui cède ses rentes à l’abbe d’ Afflighem, en 1231.

J’ai communiqué le Manuscrit à notre collègue Mr le dr Guido Gezelle. Indépendant de l’interêt qu’il faut au point d’une linguistique subtil, il contient aussi quelques reseignements historiques contemporain de l’auteur

La Cornicke van Brabant est suivie d’une autre petite chronique d’un écriteur plus récente, en prose, qui ne présente qu’un intérêt secondaire. Elle relate, en 16 pages, et d’une façon très concise, des évènements arrivés entre 1288 et 1461. Vers la fin: +Item int selve jaer (1461) was merchtenen verberrent vanden moer-branders.

Mr C. Vyt m’a cédé ce Manuscrit important à un prix très modeste, ce qu'il fait souvent lorsqu’il s’agit de notre dépôt public. On ne peut assez louer cette façon de procéder. La sollicitude de Mr Vyt pour tout ce qui touche au développement des études historiques et son désinteressement méritent un juste hommage

Noten

[1] Dit verslag werd door F. Vander Haeghen voorgelezen op de zitting van 20/06/1894 van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Gezelle nam de vertaling op in zijn uitgave Hennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant. Gent: A. Siffer, 1896, op p.5-8:

Bibliographische aanteekening.

Mij voor eenige dagen voor zaken, de Bibliotheek betreffend, bij den heer Cam. Vyt, boekhandelaar alhier, bevindend, toonde deze mij een oud handschrift in Nederlandsche verzen, getiteld: Cornicke van Brabant. In de meening dat het wellicht een reeds uitgegeven geschrift zou zijn, verzocht ik het ter inzage te mogen ontvangen.

Op de Bibliotheek terug gekomen, raadpleegde ik het werk van den heer L.-D. Petit, waarin eene volledige lijst van soortgelijke werken voorkomt.

Na alle werken door den heer Petit genoemd te hebben doorloopen, kwam de heer Arnold tot de overtuiging, dat geen dezer op dezelfde wijze aanvangt als het nieuw ontdekt Handschrift.

Het is dus onuitgegeven.

Het Handschrift is geschreven op papier, in lang-klein-folio formaat (agenda-formaat), en bevat 54 genommerde bladen, dus in het geheel 107 bladzijden. Elke bladzijde telt van 35 tot 44 regels.

Te oordeelen naar de lijnen en watermerken, behoort het papier ongetwijfeld tot de eerste jaren der XVe eeuw.

Het jongste vermelde feit is van 1414, en dit jaar is dus waarschijnlijk dat der samenstelling, en, te oordeelen naar het schrift, ook dat der overschrijving.

Naar alle waarschijnlijkheid is het werk volledig. Het bestaat uit ongeveer 4000 verzen, maar aangezien ik het niet heb gelezen, ben ik ook niet in staat een oordeel uit te spreken over de letterkundige waarde.

Ten einde de Academie in staat te stellen hierover te oordeelen, laat ik de eerste helft der eerste bladzijde hier volgen:

Jesus Maria salve.

Behouder alder wereld wyt

Christus heere ghebenedyt

Coeninck der ewiger glorien

Ic bidde v vriendeliken

Dat ghi myn herte op desen tyt

Verlichten wilt ende mijn memorie

Ende mijn rude plompe sinne

Soe ontpluken die ic kinne

Slecht ende rut dese hystorie

Te makene maer noyale (?) minne

Die ic drage te mer herte binnen

Toten vrome brabantsche heeren

Die vter troyen der ryker warande

Ghesticht hebben alle de lande

Die men vint in dessyde der meere

Ghelyc dat Jacop van Merlant

Maecte in een buexken dat ic vant

Ghedicht staen scoen ende cleere

Welc boec es van cleinder spasien

Ende es geheten Jacop Clarasien.

.....

In deze laatste regels is sprake van een tot dusverre onbekend werk van Maerlant: het boec geheten Jacop van Maerlant Clarasien. Hetzelfde werk wordt nog genoemd op bladz. 9 ro, en ook verder in het Handschrift komt Maerlant's naam meermalen voor.

De dichter maakt zich bekend op fol. 53 vo.

.....

Besitten moet hoeghe Jherusalem

Dies bit hennenvan merchtenen

Int yaer ons heeren m. CCCC

Ende xiiij wie dats v'wondert

In meerte de x. calende

Soe makes henne een eynde

Die gode bit......

Hendrik van Merchtene is een geheel nieuwe naam in de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Het moet een in de XIVe eeuw geboren dichter zijn, die ongetwijfeld het dorp Merchtem, in Brabant, niet verre van Brussel gelegen, bewoonde, en die wellicht Heer was over deze plaats. Alph. Wauters (Histoire des environs de Bruxelles, II, blz. 93) noemt een Sire de Merchtem, die in 1231 eenige renten afstond aan de abdij van Affligem.

Ons Medelid dr Guido Gezelle verklaart, na het Handschrift gelezen te hebben, dat onafhankelijk van het letterkundig belang, ook de beoefenaar der Geschiedenis daarin bijzonderheden zal aantreffen die niet van belang zijn ontbloot. Dr Gezelle heeft zich bereid verklaard zich met de bezorging der uitgave te belasten, indien daartoe wordt besloten.

In denzelfden band is, achter de Cornicke van Brabant, nog eene andere, kleinere kroniek gebonden, in handschrift van later tijd, in ongebonden stijl en van gering belang. Daarin worden, op 16 bladzijden en op hoogst beknopte wijze, de gebeurtenissen verhaald, voorgevallen in de jaren 1288 tot 1461.

Geheel aan het einde leest men: ‘Item int selve jaer (1461) was merchtenen verberrent vanden moer-branders.’

De heer Cam. Vyt heeft mij dit onuitgegeven Handschrift voor een zeer matigen prijs afgestaan, zooals hij dat meermalen doet daar waar het onze Openbare Boekerij geldt. Men kan zijne wijze van handelen in deze niet genoeg loven. De liefde van den heer Vyt voor alles wat strekken kan tot uitbreiding der historische wetenschap, verdient, evenzeer als zijne belangeloosheid, eene gepaste waardeering.

[2] Ingreep met potlood vermoedelijk door Guido Gezelle in kader van de publicatie en vertaling in de editie van Hennen van Merchtenen: documents imprimés de cette nature.
[3] Bij Gezelle: wereld
[4] De Grimbergse Oorlogen noemt men de van 1139 tot 1159 gevoerde strijd tussen de graven van Leuven en het geslacht Berthout, heren van Grimbergen en Mechelen. (Wikipedia)

Register

Correspondenten

Naamonbekend
NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie

Briefschrijver

NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie

Briefontvanger

Naamonbekend

Plaats van verzending

Naamonbekend

Naam - persoon

NaamArnold, Theodoor Jacob Ignaas
Datums° Didam, 18/02/1832 - ✝ 16/04/1899
GeslachtMannelijk
Beroephorlogemaker; drukkersknecht; boekhandelaar; uitgever; conservator; dichter; bibliograaf
VerblijfplaatsNederland
BioTheodoor Arnold werd geboren te Didam in Gelderland in het Rooms-Katholieke gezin van Theodorus Gerhardus Petrus Arnold en Johanna Caecilia Heckerman. Hij ging naar de openbare lagere school te Nijkerk maar genoot geen hogere opleiding. Hij ging eerst in de leer bij een horlogemaker en werkte zo te Nijkerk en te Arnhem en vervolgens bij de boekdrukker en binder J.K. Wansink. Hij drukte er zijn eigen gelegenheidsgedichtjes voor familieleden en het aan de Gentse Universiteitsbibliotheek geschonken bibliofiele werkje: “Anecdoten en vertellingen, verzameld door T.J.I.A. Nijkerk”, J.K. Wansink. 1846. Hij verliet de drukkerij en ging op 1 Januari 1849 aanvankelijk als letterzetter en later als verkoper aan de slag bij drukkerij van I.A. Nijhoff te Arnhem dit tot eind 1851. Daarna was hij werkzaam bij het veilinghuis van de bibliograaf Frederik Muller te Amsterdam waar hij leerde catalogi opstellen. Hij was toen ook lid van de maatschappij, ‘Taal- en Dichtkunst’ te Amsterdam waar hij in 1852 een aantal lezingen gaf. Gesteund door Muller opende hij een eigen zaak als antiquair te Brussel (rue de l'hopital 12) waar hij catalogi en wetenschappelijke werken uitgaf en een reproductie van Erasmus' Silva Carminum uit het jaar 1513. Daar leerde hij o.m. Ferdinand Vander Haeghen kennen. Het financieel succes bleef uit en in 1868 stopte hij met de zaak. Ondertussen was hij op 22 mei 1862 getrouwd met Grietje Kooij uit Monnikendam die na de kort geboorte van hun zoontje (maart 1863) overleed op 26 juli 1865. Hij keerde terug naar Nederland en ging er werken bij de firma van Martinus. Nijhoff te 's-Gravenhage, waar hij magazijncatalogi redigeerde en veilingcatalogi opstelde. Hij leverde bijdragen aan diverse tijdschriften zoals “Bibliographische Adversaria”, “Nieuwsblad voor den Boekhandel” en “Dietsche Warande”. In 1877 trok Arnold naar Leiden waar hij werkte aan de catalogus van de bibliotheek van Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, in bruikleen bij de Universiteitsbibliotheek. In augustus 1879 kwam hij in dienst van de Gentse bibliothecaris Ferdinand Vander Haeghen in kader van diens uitgave van zijn Bibliotheca Belgica. Hij werkte 20 jaar lang bijna uitsluitend aan deze bibliografie aan de universiteitsbibliotheek te Gent. Mede door dit werk werd hij lid van Koninklijke Academie voor Taal- en letterkunde van 12/11/1897 tot 16/4/1899 en buitenlands erelid van 16/11/1887 tot 13/10/1897.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.dbnl.org/tekst/_ver025190101_01/_ver025190101_01_0015.php ; https://kantl.be/over-kantl/organisatie/alle-leden/arnold-theodoor-jacobus-ignatius
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPetit, Louis David
Datums° Amsterdam, 21/03/1847 - ✝ Leiden, 16/07/1918
GeslachtMannelijk
Beroepconservator; bibliothecaris
VerblijfplaatsNederland
BioLouis David Petit kwam na de lagere school en enig onderricht in Duits en Engels op 15-jarige leeftijd als leerling terecht in de boekhandel van J. B. Gebhard te Amsterdam. Aan zijn werkgever heeft de leerjongen een brede intellectuele vorming te danken gehad en ook de motivatie tot publiceren in vaktijdschriften. Van 1872 tot 1879 was hij zelfstandig boekhandelaar en ondertussen was hij ook actief in het ruimere bibliotheekwezen en legde hij zich steeds meer toe op bibliografisch werk. De academische wereld kreeg aandacht voor zijn verwezenlijkingen en zo werd hij in 1879 benoemd tot conservator van de universiteitsbibliotheek te Leiden, waar hij als bibliograaf bijzonder verdienstelijk werk gepresteerd heeft, ook voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Onder zijn talrijke publicaties valt o.m. op: "Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde" (Leiden: Brill, 1888; aangevuld door een tweede deel met de literatuur uit de jaren 1888-1910).
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/persoon/74160313
NaamVyt, Camille Ludovicus
Datums° Gent, 16/09/1859 - ✝ Gent, 21/09/1913
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; uitgever
BioCamille Ludovicus Vyt volgde in 1883 zijn vader Camille Ernest Joseph Vyt op als uitgever en boekhandelaar. Hij was expert in oude boeken en manuscripten. Zijn boekhandel was gehuisvest in het Regnessestraatje en was bekend bij binnen- en buitenlandse bibliofielen. Vyt bezorgde o.m. boeken aan Guido Gezelle, gaf catalogi van te veilen bibliotheken uit en organiseerde zelf veilingen zoals die van de familie Casterman uit Doornik. Hij gaf een maandelijkse boekencatalogus "Le Bouquiniste" met zijn prijzen uit. Boekhandel Vyt leverde ook regelmatig aan de Gentse Universiteitsbibliotheek. In 1897 diende de boekhandel te verhuizen naar de Nederkouter in Gent omdat een deel van de Regnessestraat werd opgebroken. Bij zijn overlijden in 1913 had hij geen zonen om zijn zaak over te nemen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenVerzamelband Gand, imprimeurs et librairies door Ferdinand François Ernest Vander Haeghen; https://beeldbank.stad.gent/index.php/image/watch/1dfdb1a43c4e46a5bb12904a839a94e75eb2dd504de441458f36081a47df95c96qm62n7kluhr221te2ftv3dinqa604f4?tab=extra_field_names
NaamWauters, Alphonse Guillaume Ghislain
Datums° Brussel, 13/04/1817 - ✝ Brussel, 01/05/1898
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; archivaris
BioWauters deed zijn studies aan het 'l'établissement géographique Vander Maelen' in Brussel. In 1840 kwam hij op de radar van Gachard, die hem aan het Rijksarchief wilde verbinden. Dit mislukte. In 1842 werd hij stadsarchivaris van Brussel. Samen met Alexandre Henne publiceerde hij een driedelige "Histoire de Bruxelles", gebaseerd op archiefdocumenten. Hij publiceerde nog meer geschiedenissen van gemeenten, over het hertogdom Brabant en ook in het domein van de kunstgeschiedenis, o.a. over Rogier Van der Weyden, Hugo van der Goes, Dirk Bouts. In 1877 werd hij directeur van de Koninklijke Academie van België, Klasse der Letteren, waarvan hij sinds 1860 correspondent/lid was. In 1869 werd hij lid van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, waarvan hij in 1886 secretaris-thesaurier werd.
Links[wikipedia]
Naam(van) Maerlant, Jacob; Vader Maerlant
Datums° Brugse Vrije, ca. 1230-1235 - ✝ Damme, ca. 1288-1300
GeslachtMannelijk
Beroepdichter
BioJacob van Maerlant was een Vlaams dichter uit de 13de eeuw en een van de belangrijkste Middelnederlandse auteurs; vandaar zijn erenaam ‘vader der Dietsche dichteren algader’. Hij werd geboren in het Brugse Vrije rond 1230-1235 en genoot zijn opleiding waarschijnlijk aan de kapittelschool van St.-Donaas in Brugge of in de cisterciënzerkloosters van Ter Doest en Ter Duinen. Ca. 1260 werd hij koster in Maerlant op Voorne (Zeeland). Hij overleed in Damme ca. 1288-1300. Zijn belangrijkste werken zijn, naast de Strofische Gedichten, adaptaties uit historiserende en encyclopedische werken uit het Frans en het Latijn, o.m. Alexanders Geesten (ca. 1260), Der Naturen Bloeme (ca. 1270), Rijmbijbel (1271) en Spiegel Historiael (1285-1288).
Links[wikipedia], [dbnl]
BronnenTer Laan, MEW

Naam - plaats

NaamAffligem
GemeenteAffligem
NaamGent
GemeenteGent
NaamJeruzalem

Naam - instituut/vereniging

NaamUniveristeitsbibliotheek Gent
BeschrijvingDe Universiteitsbibliotheek Gent opende kort na de stichting van de Universiteit Gent in 1817. Geconfisqueerde boeken uit de Franse overheersing (1794-1815) werden aan de bibliotheek geschonken. Tegenwoordig bestaat de collectie uit meer dan 3 miljoen werken, waarvan een deel tot het culturele erfgoed behoort, bijvoorbeeld de middeleeuwse werken Walewein en het schaakbord en de Vita Beatricis. Sinds 2007 wordt i.s.m. het Google Book Search-project een belangrijk deel van de collectie online beschikbaar gesteld. De universiteitsbibliotheek is sinds 1942 ondergebracht in de Boekentoren, een opvallend gebouw ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde.
Datering1817-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelHennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant (1414)
AuteurGezelle, Guido
Datum1896
PlaatsGent
UitgeverSiffer
TitelBibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. 1.
AuteurPetit, Louis D
Datum1888
PlaatsLeiden
UitgeverBrill
TitelDe Grimbergsche oorlog: riddergedicht
AuteurSerrure, Constant Philippe ; Blommaert, Philip
Datum1852-1854
PlaatsGent
UitgeverAnnoot-Braeckman

Titelxx/[06?/1894], s.l., [Ferdinand Vander Haeghen] aan [Guido Gezelle]
EditeurLut De Neve
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Vander Haeghen, Ferdinand]
Ontvangeronbekend
Verzendingsdatumxx/[06?/1894]
Verzendingsplaatsonbekend
AnnotatieLocatie origineel: brief is aanwezig in de Universiteitsbibliotheek Gent, Briefwisseling Universiteitsbibliotheek IV Hs. 2515 (2123) (foutievelijk beschreven als brief van Guido Gezelle); Afbeelding: Universiteitsbibliotheek Gent; datum gereconstrueerd op basis van de publicatie en verslag in de Academie.
Gepubliceerd inGuido Gezelle (ed.), Hennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant. - Gent, A. Siffer,1896, p.5-8
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, 135x210
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden vel 1: ingebonden, beide zijdes beschreven
vel 2: los, 1 zijde beschreven
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsGent
BewaarplaatsUniversiteitsbibliotheek Gent
ID GezellearchiefUniversiteitsbibliotheek Gent, Briefwisseling Universiteitsbibliotheek IV Hs. 2515 (2123)
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26101
Inhoud
IncipitIl y a peu de jours me trouvant chez Mr Vyt
Samenvatting Verslag door F. Vander Haeghen voorgelezen op de zitting van 20 Juni 1894 van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Gezelle nam de vertaling op in zijn uitgave Hennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant op p.5-8.
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.