<Resultaat 101 van 2535

>

p1
Cozijn

Wij hebben gesproken van den staet die ik zoud geerne aanveerden en van de arme Claren in Engelland. Ik heb daer af gesproken aen mynen zielbestierder en gevraegd of het niet en zoud kunnen zijn van in het klooster der arm Claren in Engelland te gaen. Hy heeft my gezegd van neen. Nu Cozijn bid voor my. Ik zal voor u ook bidden omdat onze gebeden zouden verhoord worden en verkrygen ‘t geene wy vragen als het ons zalig is. Mynen biechtvader zegt my dat ik daer zooveel niet mag of peyzen. Als het mynen roep is, dat ik daer zal komen. “Zyt een keer gerust, zegt hij, en laet alles aen mij; ik zal toch voor u zorgen. Ik zeg hem toen hoe dat ik dat zal gewaerd worden van mynen roep te kennen. Hy geef my tot antword dat hy het my wel zal zeggen. Het gebeurd dat hy spreekt van de leekezusters. Ik zeg hem toen dat ik veel liever zoud Coorzuster zyn. Nu lees er nog wel wat voor zegt hy my. Ik peys somtyds dat het is dat ik zoo weinig kan gemist zyn tot nu toe en omdat ons kleyne nog zoo jong is om alleen te zyn. Ik zeg hem somtijds dat ik ouder en ouder worde. Nu Cozyn ik laet alles in de handen van God.

Nu Cozyn wy hebben meer weinig kunnen te samen spreken als ik tot Rousselaere geweest heb. Nu dat ik gewaer geworden ben dat het donderdag prysdeelling gaet zyn en dat ik van u gehoord heb dat gy van gedagt zyt van naer Engelland te gaen om zielen te winnen,[1] ik ben daar overheugd van eenen priester te hebben in myn familie en hem zelf te slagtofferen als het noodig is.p2Nu ik zal veel liever voor u bidden en somtijds de h. Communie ontfangen ter uwer intentie. Nu heb veel courage.

Cozyn ik heb het niet geweeten dat uwen broeder ook te Rousselaere was[2] gy en mogt niet peysen waerom dat ik naer hem niet gevraegd heb. Ik ben ontschuldig daer in.

Nu Cozyn doet myne complimenten aen uwen vader en moeder en zusters[3] en broeders[4] en indien zy n keer my kwamen bezoeken zy zouden welgekomen zyn en gy ook Cozyn en indien het u aangenaem is dat ik eerst ulieden[5] kome bezoeken om hun al te saemen te leeren kennen. Maer ik kan zoo weinig handelen van myne familie uyt reden dat ik van myn 3 jaer van myne ouders[6] afwezig geweest ben. Ik h en heb noyt mynen vader gekend dat ik weet. Ik zoud de primissie vragen om te mogen komen naer Brugge met eene vriendinne als zy kontent is. Maer waerschynelyheyd (sic)[7] das ik geen consent en zal krygen voor het toekomende jaer en de Meymaend. Nu Cozyn schryft my antworde als het u belieft en als gy nog een boekje of twee kund missen zend het my als het u belieft (met?)[8] den bode Kind (?)[9] t is gelijk wel(k?)[10] een. Ik zal zy houden voor een gedenkenis want wy zullen malkanderen mogelyks in deze wereld noyt meer zien. Nu ik zeg u dan vaerwel tot dat wy te gaeder in ons waer vaderland zyn.

Ik blijf in afwagting en groet u vriendelyk
Uwe nicht Marie Verhamme

Myn adres die is woonnende in de hoogstraete N° 24

aen Marie Verhamme te Thielt

Neem geen acht op mijn geschrift want het is met haest geschreven.

Noten

[1] Het was Gezelles droom om missionaris in Engeland te worden, maar die is nooit uitgekomen.
[2] Jozef Gezelle studeerde aan het kleinseminarie.
[3] Guido Gezelle had twee zussen: Louise en Florence.
[4] Guido Gezelle had twee broers: Romaan en Jozef.
[5] In de originele brief was dit woord afgekort tot ‘ul’, waar de transcribent dan ‘ulieden’ van maakte.
[6] Haar ouders waren Petrus Joannes Verhamme en Maria Josepha Constancia Gheselle. Haar vader was gestorven toen Marie drie jaar oud was, waarna haar moeder hertrouwde.
[7] Aanvulling van de transcribent.
[8] Aanvulling van de transcribent.
[9] Aanvulling van de transcribent.
[10] Aanvulling van de transcribent.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVerhamme, Marie
Datums° Rumbeke, 22/12/1829 - ✝ Tielt, 21/03/1914
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Verhamme werd op 22 december 1829 geboren in Rumbeke als dochter van Petrus Joannes Verhamme (1781-1832) en Maria Josepha Constancia Gheselle of Gezelle. Maria Josepha Constancias grootvader was Martinus Jacobus De Gheselle (1726-1777), die tevens grootvader was van Pieter Jan Gezelle, de vader van Guido Gezelle. Op die manier was Marie Verhamme een achternicht van Guido Gezelle. In 1832, wanneer Marie drie jaar oud was, stierf haar vader, en het jaar erop hertrouwde haar moeder. Volgens Maries brief aan Guido Gezelle woonde ze sindsdien ook niet meer bij haar ouders. Volgens het bevolkingsregister van Tielt stond ze in 1856-1866 ingeschreven als 29-jarige zonder beroep. Ze woonde destijds in een bakkerij in de Hoogstraat 24, samen met Deogratius Verhamme (77 jaar oud op het moment van inschrijving en overleden op 29/03/1859), Joannes Verhamme (45 jaar) en Francis Verhamme (42 jaar). Op 22 mei 1880 verhuisde ze naar Gent. Ze bleef ongehuwd en stierf in Tielt op 21 maart 1914.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familielid van Gezelle
BronnenBevolkingsregister Tielt (1856-1866, XIII, f° 25 ; 1867-1880, XIII, f° 128); https://nl.geneanet.org/; https://search.arch.be/nl/;

Briefschrijver

NaamVerhamme, Marie
Datums° Rumbeke, 22/12/1829 - ✝ Tielt, 21/03/1914
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Verhamme werd op 22 december 1829 geboren in Rumbeke als dochter van Petrus Joannes Verhamme (1781-1832) en Maria Josepha Constancia Gheselle of Gezelle. Maria Josepha Constancias grootvader was Martinus Jacobus De Gheselle (1726-1777), die tevens grootvader was van Pieter Jan Gezelle, de vader van Guido Gezelle. Op die manier was Marie Verhamme een achternicht van Guido Gezelle. In 1832, wanneer Marie drie jaar oud was, stierf haar vader, en het jaar erop hertrouwde haar moeder. Volgens Maries brief aan Guido Gezelle woonde ze sindsdien ook niet meer bij haar ouders. Volgens het bevolkingsregister van Tielt stond ze in 1856-1866 ingeschreven als 29-jarige zonder beroep. Ze woonde destijds in een bakkerij in de Hoogstraat 24, samen met Deogratius Verhamme (77 jaar oud op het moment van inschrijving en overleden op 29/03/1859), Joannes Verhamme (45 jaar) en Francis Verhamme (42 jaar). Op 22 mei 1880 verhuisde ze naar Gent. Ze bleef ongehuwd en stierf in Tielt op 21 maart 1914.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familielid van Gezelle
BronnenBevolkingsregister Tielt (1856-1866, XIII, f° 25 ; 1867-1880, XIII, f° 128); https://nl.geneanet.org/; https://search.arch.be/nl/;

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamTielt
GemeenteTielt

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Dymphna; Maria Wilfine (Zuster); Dymphna Philomena Gezelle
Datums° Brugge, 11/08/1873 - ✝ Leuven, 15/01/1937
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; missiezuster
VerblijfplaatsBrits-Indië
BioDymphna Gezelle werd geboren te Brugge in 1873. Ze was de dochter van Romaan Gezelle en Philomena de Smet, en zodus de nicht van Guido Gezelle. In 1896 trad ze in bij de Zusters van Liefde, waar ze op 14 december 1897 haar geloften aflegde als Maria Wilfine. In januari 1898 kwam ze toe in Brits-Indië, waar ze als missiezuster werkte, eerst in Lahore, en later ook in het Sint-Vincentiusklooster te Khushpur, waar ze overste was vanaf 1902. Na haar terugkeer naar België in 1912, ging ze eerst naar Melle (Caritas ) en Brugge (Sint-Antonius van Padua) alvorens in 1914 naar het klooster met psychiatrisch ziekenhuis van de Zusters van Liefde te Sint-Truiden te gaan. Daar verzorgde ze de 'zinnelozen'. Ze kreeg echter kanker en stierf te Leuven op 15 januari 1937.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: nicht
BronnenS. Streuvels, Ingooigem: herinneringen uit 't Lijsternest. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2021; https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=dymphna+philomena&n=gezelle; S. De Bruyn, Bruiden van God: Een algemeen profiel van de zusters missionarissen van de orde van de zusters van Liefde van Jezus en Maria in Brits-India aan de hand van hun briefwisseling: 1896-1904. Masterthesis, Universiteit Gent, 2009; Fiche Zr M. Wilfine (Zusters van Liefde van Jezus en Maria); DE CLERCK, zr. Mechtilda. Sow with the wind, The Sisters of Charity of J. & M. in India, 1897-1983. S.l., 1984; ANTHONY sr. Arsene e.a. Footprints on an Eastern Soil. Lahore, 1997.
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
NaamVerhamme, Marie
Datums° Rumbeke, 22/12/1829 - ✝ Tielt, 21/03/1914
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Verhamme werd op 22 december 1829 geboren in Rumbeke als dochter van Petrus Joannes Verhamme (1781-1832) en Maria Josepha Constancia Gheselle of Gezelle. Maria Josepha Constancias grootvader was Martinus Jacobus De Gheselle (1726-1777), die tevens grootvader was van Pieter Jan Gezelle, de vader van Guido Gezelle. Op die manier was Marie Verhamme een achternicht van Guido Gezelle. In 1832, wanneer Marie drie jaar oud was, stierf haar vader, en het jaar erop hertrouwde haar moeder. Volgens Maries brief aan Guido Gezelle woonde ze sindsdien ook niet meer bij haar ouders. Volgens het bevolkingsregister van Tielt stond ze in 1856-1866 ingeschreven als 29-jarige zonder beroep. Ze woonde destijds in een bakkerij in de Hoogstraat 24, samen met Deogratius Verhamme (77 jaar oud op het moment van inschrijving en overleden op 29/03/1859), Joannes Verhamme (45 jaar) en Francis Verhamme (42 jaar). Op 22 mei 1880 verhuisde ze naar Gent. Ze bleef ongehuwd en stierf in Tielt op 21 maart 1914.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familielid van Gezelle
BronnenBevolkingsregister Tielt (1856-1866, XIII, f° 25 ; 1867-1880, XIII, f° 128); https://nl.geneanet.org/; https://search.arch.be/nl/;
NaamVerhamme, Petrus Joannes
Datums° Rollegem-Kapelle, 25/08/1781 - ✝ Wevelgem, 03/09/1832
GeslachtMannelijk
Beroepwerkman; paardengeleider
BioPetrus Joannes Verhamme werd op 25 augustus 1781 geboren in Rollegem-Kapelle als zoon van Petrus Josephus Verhamme en Maria Agnes Francisca Volckaert. Hij was werkman, soms ook paardengeleider, en trouwde op 25 april 1825 in Heule met Maria Josepha Constancia Gheselle of Gezelle (1798-1858). Ze gingen wonen in Rumbeke en kregen een zoon Fredericus (°1827) en twee dochters: Maria Theresia (1829-1914) en Justina Coleta. Justina overleed op 21 maart 1832, en in datzelfde jaar overleed ook Petrus Joannes op 3 september.
Bronnen https://search.arch.be/; https://nl.geneanet.org/;
NaamGheselle, Maria Josepha Constancia; Gezelle, Maria Josepha Constancia
Datums° Heule, 1798 - ✝ Rumbeke, 29/01/1858
GeslachtVrouwelijk
Beroepspinster
BioMaria Josepha Constancia Gheselle of Gezelle werd in 1798 te Heule geboren als dochter van Franciscus Eugenius De Gheselle (Heule, 1755-1828) en Maria Jacoba Courtens (+1823). Franciscus Eugenius was een zoon van Martinus Jacobus De Gheselle, die – via diens andere zoon Petrus Josephus – tevens de overgrootvader was van Guido Gezelle. Maria Josepha was een spinster en trouwde op 25 april 1825 in Heule met werkman, soms ook paardengeleider, Petrus Joannes Verhamme (1781-1832). Ze gingen wonen in Rumbeke en kregen een zoon Fredericus (°1827) en twee dochters: Maria Theresia (1829-1914) en Justina Coleta. Justina overleed op 21 maart 1832, en in datzelfde jaar overleed ook Petrus Joannes. Op 9 september 1833 hertrouwde Maria Josepha met werkman Franciscus Rosseel (Rumbeke, 1791-1855). Ze was toen zes maanden zwanger van een zoon Isidore Rosseel die op 17 december 1833 in Rumbeke geboren werd. Constancia overleed in Rumbeke op 29 januari 1858.
Bronnen https://search.arch.be/; https://nl.geneanet.org/;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare
NaamTielt
GemeenteTielt

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Roeselare
BeschrijvingHet klein seminarie werd opgericht onder het Frans bewind en herstartte officieel in 1830 als bisschoppelijk college. In 1846 werden de Latijnse klassen aangevuld met een handelsafdeling Saint-Michel, waaraan ook een lagere basisschool verbonden was. Dit Sint-Michielsinstituut fungeerde als een voorbereiding op de humaniora. Het klein seminarie trok heel wat katholieke leerlingen uit Engeland en Ierland aan. In 1849 werd hiervoor een aparte Engelse afdeling opgericht. Vanaf hetzelfde jaar werd ook een filosofieafdeling ingericht als voorbereiding op de priesteropleiding. Gezelle volgde er secundair onderwijs van 1 oktober 1846 tot 19 augustus 1850. Vanaf 21 maart 1854 tot 21 augustus 1860 kwam hij er terug als leerkracht. Zijn eerste drie bundels waren nauw verbonden met deze periode. Ook nadien hield hij een intens contact met zijn oud-leerlingen.
Datering1830
Links[odis], [wikipedia]
NaamConvent of the Poor Clares Colettines, Westbourne Park Road
BeschrijvingOp vraag van de latere kardinaal Henry Manning werd in 1857 te Londen een klooster van de Arme Klaren opgericht op het stuk grond tussen Westbourne Park Road, Blenheim Crescent, Kensington Park Road en Ladbroke Grove. De hoofdingang bevond zich aan Westbourne Park Road. De gebouwen werden in 1860 opgetrokken naar ontwerp van Henry Clutton en zouden gemodelleerd geweest zijn naar het Brugse klooster van de Arme Klaren, vanwaar de eerste zusters afkomstig waren. Het klooster bleef in gebruik totdat de zusters in 1970 verhuisden naar Barnet.
Datering1857-1970
Links[wikipedia]

Titel12/08/1860, Tielt, Marie Verhamme aan [Guido Gezelle]
EditeurAurelie Lemmens; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenAurelie Lemmens; Marc Carlier (research), Verhamme Marie aan Gezelle Guido, Tielt (Tielt), 12/08/1860 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2024 Available from World Wide Web: link .
VerzenderVerhamme, Marie
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum12/08/1860
VerzendingsplaatsTielt (Tielt)
AnnotatieLocatie origineel onbekend: brief is enkel beschikbaar in 2 afschriften van Frank Baur. Marie Verhamme is een verre nicht van Gezelle, waarschijnlijk van de kant van Gezelles moeder.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie van Frank Baur
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 20,23
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26140
Inhoud
IncipitWij hebben gesproken van den staet die ik geerne aenveerden en van de
Samenvatting Gezelle - hunker naar Engeland
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.