Ik heb[1] met veel aandacht gelezen wat gij, in uwe voorgaande numeros geschreven hebt over de vertegenwoordigers in den Hemel van onze oude vlaamsche edele geslachten. Mij dunkt dat het zeer profitig en ook aangenaam zoude zijn, voor uwe toegenegen Lezers en Lezeressen, zoo gij dit wildet vervolgen, met de hulpe eeniger uwer ijverachtige medewerkers. Is 't dat zulk een gedacht van u wierd goedgekeurd, ik zoude mij verhaasten u iets mede te deelen over de afstammelingen van onze vlaamsche Heiligen.
In uwen laatsten numero spreekt gij, bl. 368, van den weledelen en hooggeboren Heere Karel Lauwereyns de Diepenhede, overleden den 3 Junij 1789. Zijn wapencabinet ende schild hangen heden nog in onze lieve Vrouw kerke, in de heilig Kruis capelle; hij was achterkleenzoon van Heer Paul van der Nimmen, en van Maria Hardevuust, 4de jaar bl. 355; ook onder de 32 quartieren van Edeldom van voorschreven Heer Karel Lauwereyns, welke zijn wapen omringen, ziet men deze van de familien van van der Nimmen en Hardevuust; 't laaste is, zoo men zegt, een sprekend wapen, want het draagt op een zwart veld, eenen gewapenden mans arm, in wiens vuist een zweerd zit; dit alles is zilver of wit van verwen. In den rechteren hoek al boven is het hoogste wapen een rood quartier, met twee zilveren gewapende mans arms, de vuisten naar boven, en gekruist op de wijze van een X. Dit zijn dan de wapenteekens der familie van den grooten sint Bruno!
Nevens den schild van den voorzeiden Karel Lauwereyns de Diepenhede zijn deze van zijne twee zonen, heer Franciscus Xaverius en Heer Jacob Angelus de Diepenhede de Roosendale. Deze laaste was de vader van Mevrouwe Victoria, waarvan sprake is in uw blad, bij edele vrouw Antonette Coppieters. Hij was Ridder van het order van den Belgischen leeuw, en stierf op den 27 van de Nieuwjaarmaand anno 1830; heer Franciscus Xaverius, zijn broeder is de laatste Proost geweest van het oude capitel van van onze lieve Vrouwe in Brugge, hij wierd tot dit ambt verheven den 17 September 1792, en bleef het bekleeden tot de afschaffinge, tijdens de fransche ontwentelinge; hij is overleden den 12 van Kortemaand, anno 1824.
Zoo blijkt het op zijn wapenschild, waar onder staat:
OBIIT
ANNO 1824
12 FEBRII.
NOB. DOM. FRANCISCUS XAVERIUS
EX COM. ET BAR. LAUWEREYNS
DIEPENHEDE DE ROOSENDAELE
HUJUS ECELESIŒ COLLEGIALIS ULTIMUS
PRÆPOSITUS
Dat is, int vlaamsch overgezet: Ten jare 1824, den 12den Februarij, is overleden de edele Heer Franciscus Xaverius, uit het geslacht van de Graven en Barons Lauwerens de Diepenhede de Roosen daele, laaste Proost van deze collegiale kerke.
Ik eindige hier mijnen brief, vreezende hem al te veel verlangd te hebben, en hopende welhaast nog iets mede te deelen, nopens sint Brunos bloedverwanten, indien het aangenaam zoude zijn, aan u, Mijnheer, en aan uwe geachte Lezers en Lezeressen.
Uwe dienaar en vriend in X°