Ik weet niet of gij mijnen brief[2] ontvangen hebt van maendag, dezen was eenen die ik schreef in een haeste met toestemming van iedereen, nu is dit hier eene andere soorte.
Ziet Guido, ze lachen hier met mij en zeggen dat ik geen antwoord zal hebben, en dat ik toen niet zal mogen naer Rousselaere koomen, dit maekt mij onverduldig, daerom schrijf ik u nu met eenen zekeren bode, hopende dat gij niet zult te kennen geven, dat ik met eenen dobbelen telegraphe gewerkt hebbe. Het is besloten indien gij schrijft van mij zondag te laten koomen geloof ik, een woord van u zal er veel aen helpen, zonder uwe tusschenkomst sprijngt geheel voornemen naer de weerlicht. Vader heeft eene schoone nieuwe blinkende beste nieuwe soutane gekocht voor u, deze zou ik mede brengen benevens nog andere dingen. Alles gaet hier wel, er koomt gedurig nieuw werk uijt, vandage is vader ontboden geweest naer de overste van de zusters van St Vincent, om er geheel den hofp2op te passen, gevolgendlik kond gij denken dat men nu ten vollen verlaen is.
Indien gij van hier iets wilt mede gebrocht hebben laet het weten, ik zal er voor zorgen.
Nu moet gij antwoorden op het ontvangen van dezen brief, ik zal vrijdag zonder falen eenen brief van u verwachten t’is op die conditie dat gij den dezen moogt lezen