<Resultaat 30 van 2308

>

p1
Lieven Broeder[1]

Zoo als bij u hebben wij nog geene maren, ik heb vernomen dat de handelwijs der grisde zusters[2] bovenal uijt interesten bestond, dat zij redens en verpligting hebben om iemand te zenden in het klooster waer ik geweest heb; bovenal wenschten zij dat ik er zou gebleven hebben voor zuster om hun werk te helpen doen en hun aldus ten dienste te staen, ik ben geraden van voort te trachten iest l.:[3] iets te bekoomen door Mr. Bouquillon zonder de tusschenkomst van iemand anders, dan gij, gelik mr. korf daer misse leest heeft hij dit een weijnig aengetrokken en hij zegt dat dit alzoo best is. gij zegt mij dat gij beter u gedacht zoud konnen zeggen ware gij hier bij vader in moeder en kende gij al de omstandigheden. Dit zou konnen waer zijn, maer voor mij is het onmogelik al de omstandigheden van vader en moeder te zeggen, terwijl zij in mijne gesteltenis geene redens konnen verstaen. Daerom is het best dat ik hun gerust late. Nogtan zult gij gemakkelik konnen begrijpen welke redens ik heb mij te willen verwijderen. Over meer dan een jaer was ik gerust van gemoed; ik voelde dat ik ging moeten eene schuilplaets zoeken in een klooster, wilde ik voort gerust blijven. Ik vond geluk in de verzekering dat ik daer den hemel niet meer zou konnen missen. Duizende gelukkige invallen deden mij het vaste besluijt nemen van in het kort die gelegendheijd te zoeken. In dien tussentijd kwam er iest (l.:[4] iets) die al die gevoelen kwamen verbrijzelen. Eenen vriend van Romain, eenen congreganist, kwam hier t’huijs en was wel ontvangen van de ouders, onder voorwendsel dat hij ten minsten fraeij en zuijver was en eenen goeden compagnon voor Romain, terwijl er zoo weijnig waren die nog goed waren. Ik achte ook dien jongen voor zijne uijtwendige goedheijd. Duijzende dingen gaven mij gelegenheijd om hem te zien, te meer om dat ik wist dat dit ook een was die in de wereld niet blijven wilde. Somtijds sprak ik aen hem, maer mijn gedacht was nog gedurig voor het zelve voorwerp, ‘t is te zeggen voor het klooster. Mij dacht dat het zeker was en dat er geene verandering mogelik was.

In eenen keer werd er aen Vader gezeijd dat ik groot gemeens heb met die jongeling en dat hij naer mij moet letten. Vader was twee drij dagen zonder aen mij te willen spreken; eijndelik vraegde ik hem de verklaring. Hijp2stelde mij dit voor alsof hij ging sterven van verdriet in mij, alsof ik een schelmstuk bedreven had. Hij gebood mij nooijt geen woord meer aen dien mensch te spreken en hij schilderde hem af als eenen ondeugenden, alle zijne hoedanigheden waren ineens veranderd. Dit trof mij zoo diep, dat ik nog nooijt meer verdriet gehad en heb. Ik wist niet waer mij wenden. Ik ging naer mijnen biechtvader. Dezen trooste mij en zeijde dat er in geheel deze zaek geen kwaed bestond en dat dit zoo hoog niet kon genomen worden. Niettemin was ik mijne ruste kwijt; nog lang vlugte ik de occasie van dien mensch nog te zien. Ik beloofde aen vader te gehoorzamen, maer sedertdien heeft dien van zijnen kant alles getracht om vriendschap met mij te maken. Geheel mijn besluijten waren verbrijzeld. Ik heb al gedaen wat ik kon vinden om dit te veranderen. Maer te vergeefs. Eijndelik heft mijnen biechtvader mij bevolen, indien ik wilde ruste vinden en indien ik wilde mijne ouders voldoen en aen hun gehoorzamen, dat ik moest weg gaen; dat dit den middel was om tot mijn vorig gedacht te komen, ofwel om te weten wat er voor mij beschikt is. Dit is reeds lang bevolen zoodanig, dat ik niets meer wensche tenzij elders te zijn. Niet omdat ik hier niet geern thuijs ben, maer omdat ik hope daer beter te leven. Ik zoude hier nog veel dingen konnen bijvoegen die u zouden overtuijgen dat mijne meening goed is, maer ik zou te veel moeten schrijven.

Handeld nu naer u goed dunken; wilt gij zelf naer Ypres gaen en Mr Bouquillon spreken, dit ware goed. Indien gij dit doet, vraegt naer een verblijf tot dat er iest (l.[5] iets) deurzaem uijt koomt voor my. Denkt gij dat ik zelf beter zou gaen, ik zal het zelf doen. Nu, gelik gij wilt: myn besluijt is genomen van te vertrekken zoo ha(e)st mogelik. Het spijt mij dat ik bij u niet kan zijn: indien ik daer ware gij zou toch al eens koomen hoop ik. Ik moet eijndigen. Ik betrouw mij op u en verwachte seffens antwoord.

Uwe zuster
Louise

Noten

[1] De locatie van de originele brief is onbekend. De brief is enkel beschikbaar in een afschrift. De kopiïst vermeldde bovenaan zijn naam (Vandenberghe Roger) en kopieerde een tiental regels (tot aan ‘gij al de omstandigheden’). Baur corrigeerde op een viertal plaatsen en ging dan zelf verder met de kopie (vanaf ‘Die zou konnen waer zyn,’).
[2] Grijze zusters.
[3] Lees.
[4] Lees.
[5] Lees.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
Naamvon Korff zu Harkotten, Gaspar Maximilian Carl
Datums° Münster, 07/07/1813 - ✝ Gent, 20/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor
VerblijfplaatsDuitsland
BioGaspar Maximilian Carl von Korff zu Harkotten werd op 7 juli 1813 geboren als zoon van Friedrich von Korff zu Harkotten en Rosina Schmising. Baron Gaspar von Korff behoorde tot de katholieke adel in de streek rond Münster. Tot 1848 was hij vrederechter te Berlijn, waar hij moeilijkheden ondervond omwille van zijn katholieke overtuiging. Hij kwam studeren in Leuven, waar hij J.B. Malou ontmoette, toen hoogleraar theologie en in 1849 bisschop van Brugge. In oktober 1851 startte Von Korff zijn priesteropleiding aan het grootseminarie van Brugge, en werd tot priester gewijd op 2 juni 1855. In de Almanach der bisdommen Gent en Brugge 1856 staat hij bij de wijdingen vermeld als De Korff. Hij verbleef eerst in Meetkerke (om er de Vlaamse taal te leren) en werd in 1856 onderpastoor te Marke. Wegens ziekte nam hij in 1874 echter ontslag. Hij overleed te Gent in 1884. Gezelle ontmoette Von Korff tijdens zijn opleiding aan het Brugse seminarie (1850-1854).
NaamBoucquillon, Isidorus Augustinus
Datums° Tielt, 06/12/1823 - ✝ Kortrijk, 11/12/1878
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; directeur
BioIsidorus Augustinus Boucquillon werd op 6 december 1823 te Tielt geboren als zoon van hoedenmaker Josephus Boucquillon (1779-1841) en Maria-Coleta Van Oost (1789-1859). Hij ontving op 19 juni 1848 zijn priesterwijding te Brugge, en het jaar erop zijn baccalaureaat in de theologie aan de KUL. Vanaf oktober 1849 was hij leraar aan het Kleinseminarie te Roeselare, en vanaf oktober 1852 directeur van de Roesbrugge Dames te Ieper. Zijn laatste post was die van directeur van het pensionaat Onze-Lieve-Vrouw ter Engelen in Kortrijk (1859), die hij bekleedde tot aan zijn overlijden op 11 december 1878.
Links[odis]
Bronnen https://gw.geneanet.org/anmerel?n=boucquillon&oc=&p=isidorus+augustinus; https://slimerfgoed.be/files/original/3c71c71788c61b7160aff38a6a95a58e9635e424.pdf; https://beeldbank.kortrijk.be/; https://books.google.be/books?id=UwFUB8kfP-AC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamIeper
GemeenteIeper

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van Sint-Vincentius a Paulo, Brugge
BeschrijvingDe congregatie van de Dochters van Liefde werd in 1633 te Parijs gesticht door Vincentius a Paulo en Louise Le Gras-de Marillac, met als doel armoede te verlichten en behoeftige zieken te verzorgen. In Brugge, ruim twee eeuwen later, werden ze bekend als "papnonnen" vanwege hun melkpap die zij voor de armen tijdens de tyfusepidemieën en de behandeling van eksterogen. Na hun aankomst in Brugge in 1851 bouwden de zusters van de Heilige Vicenzo a Paolo gefaseerd een klooster op de Wijngaardplaats. Het werd vanaf 1852 deels gebruikt als bewaarschool voor arme kinderen. In de avond bezochten ze de arme zieken in de buurt. Onder leiding van overste Adelaide Averlant breidden ze hun activiteiten uit naar een weeshuis, lagere school, beroepsschool, leerwerkhuis en dispensarium. Met steun van weldoeners openden ze nieuwe stichtingen, zoals de school van de Heilige Vincentius in 1882 en de school van de Heilige Engelen in 1883. Tussen 1962 en 1987 werden alle instellingen van de Dochters van Liefde in Brugge gesloten, met uitzondering van een klein huis op de Wijngaardplaats waar een kleine communauteit bleef wonen.
Datering1852-1987

Titel07/02/1856, Brugge, Louise Gezelle aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Louise
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum07/02/1856
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieLocatie origineel onbekend: brief is enkel beschikbaar in afschrift (in opdracht) van Frank Baur.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie (in opdracht) van Frank Baur
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 3,13
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26206
Inhoud
IncipitZoo als bij u hebben wij nog geene maren, ik heb verno-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.