Wij zijn hier al omtermeest verwonderd omdat gij niet geantwoord hebt op den brief die ik u van dees week gezonden heb. ‘t is juist niet ten onpasse gekoomen, dat gij donderdag naer Lendelede niet gegaen zijt,[2] want sedert woendag zit ik hier met dien eenen kant van mijn hoofd dobbeldik van de tandpijn, zoodanig dat wij hebben moeten naer Mr. Steijaerts gaen om remedie. Ik weet niet of het dijnsdag al zal gedaen zijn.p2Schrijft mij zoo haest mogelik wat er apert[3] (sic). Moeder is ongerust over uwe stilzwijgendheijd. Wij zijn te meer verwonderd omdat wij hier dien brief ontvangen hebben van Maen Van...ghem (1) uijt Affrica zonder een woord van u erbij. Vader heeft de rekening van Lotte Van Iseghem ontvangen. Het geld ligt hier nu in afwachting tot dat hy weet of de tusschenkomst van dien Bisschop voldoende zal zijn voor Mr. Bethune of niet. Verders schrijft ons aenstonds hoe het is en waeraen wij ons moeten houden indien gij het weet.
P.S. Vader zal altijd dit geld hier houden tot dat hij Mr. Bethune gesproken heeft. Mr. Superior heeft Vader gevraegt om tot Rousselaere alles op te offeren voor Paesschen in den hof. Hij zou wenschen te weten van u wat er daeromtrent zal te doen zijn, of of er iets mede moet gebracht worden. Gelik of zijne gezondheijd niet heel sterk is valt het hem maer moeijlik lang van huijs te zijn.
(1) Van Iseghem (missionaris-diaken) cf. copie (21 maart 1857)