<Resultaat 40 van 2329

>

p1
Beminden Broeder,[1]

Wij zijn hier al omtermeest verwonderd omdat gij niet geantwoord hebt op den brief die ik u van dees week gezonden heb. ‘t is juist niet ten onpasse gekoomen, dat gij donderdag naer Lendelede niet gegaen zijt,[2] want sedert woendag zit ik hier met dien eenen kant van mijn hoofd dobbeldik van de tandpijn, zoodanig dat wij hebben moeten naer Mr. Steijaerts gaen om remedie. Ik weet niet of het dijnsdag al zal gedaen zijn.p2Schrijft mij zoo haest mogelik wat er apert[3] (sic). Moeder is ongerust over uwe stilzwijgendheijd. Wij zijn te meer verwonderd omdat wij hier dien brief ontvangen hebben van Maen Van...ghem (1) uijt Affrica zonder een woord van u erbij. Vader heeft de rekening van Lotte Van Iseghem ontvangen. Het geld ligt hier nu in afwachting tot dat hy weet of de tusschenkomst van dien Bisschop voldoende zal zijn voor Mr. Bethune of niet. Verders schrijft ons aenstonds hoe het is en waeraen wij ons moeten houden indien gij het weet.

In afwachting groete u
Uwe Zuster
Louisa Gezelle

P.S. Vader zal altijd dit geld hier houden tot dat hij Mr. Bethune gesproken heeft. Mr. Superior heeft Vader gevraegt om tot Rousselaere alles op te offeren voor Paesschen in den hof. Hij zou wenschen te weten van u wat er daeromtrent zal te doen zijn, of of er iets mede moet gebracht worden. Gelik of zijne gezondheijd niet heel sterk is valt het hem maer moeijlik lang van huijs te zijn.

(1) Van Iseghem (missionaris-diaken) cf. copie (21 maart 1857)

Noten

[1] De locatie van de originele brief is onbekend. De brief is enkel beschikbaar in een afschrift van Frank Baur.
[2] Op donderdag 19 maart had Louise een afspraak om te gaan kijken naar het klooster van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Lendelede. Zie de brief van Louise Gezelle aan Guido Gezelle van 17 maart 1857.
[3] Lees: hapert, schort.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

Naam(de) Béthune, Félix-Achille-Laurent
Datums° Kortrijk, 01/04/1824 - ✝ Brugge, 17/01/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; econoom; ondersuperior; leraar
BioBaron Felix-Achille-Laurent (de) Béthune was de zoon van Félix-Antoine-Joseph (de) Béthune en Julia Renty. Hij werd econoom van het kleinseminarie te Roeselare in september 1849. Op 22 december 1849 werd hij te Brugge tot priester gewijd door bisschop Malou. Op 18 oktober 1856 werd hij door superior Faict benoemd tot ondersuperior van het kleinseminarie van Roeselare. Vervolgens werd hij in oktober 1859 leraar oudheidkunde aan het grootseminarie, dit tot 1873. Op 8 december 1859 werd hij benoemd tot erekanunnik en privé-secretaris van de bisschop en in september 1861 tot econoom aan grootseminarie te Brugge. Achtereenvolgens werd hij kerkmeester van de hoofdkerk Sint-Salvator (30/03/1870), geheim kamerheer van paus Pius IX (14/05/1873), titulair kanunnik (02/06/1876), kanunnik-cantor, huisprelaat van de paus (13/01/1882) en aartsdiaken van het kapittel van de Sint-Salvatorskathedraal (18/03/1891). Hij was ook examinator-prosynodalis en lid van de bisschoppelijke raad, erevoorzitter van de Société Royale de Numismatique de Belgique, voorzitter van de Société Archéologique en van de Commission du Musée te Brugge en officier in de Leopoldsorde.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFrutsaert, Augustin
Datums° St.-Omaars, 22/06/1822 - ✝ Brugge, 17/06/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; superior
BioAugustin Frutsaert werd priester gewijd te Brugge op 19 december 1846. Hij was leraar (1846) en superior (1853) aan het college van Poperinge. In 1856 werd hij superior van het kleinseminarie te Roeselare, waar Gezelle les gaf. Daarna was hij achtereenvolgens pastoor te Ploegsteert (1859), Dottenijs (1864) en van St.-Walburga, Brugge sinds 25/06/1868. Daar vond hij Gezelle terug als onderpastoor. Frutsaert was er tevens bestuurder van de zwarte zusters. Hij stierf te Brugge op 17 juni 1897.
Links[odis]
Relatie tot Gezellesuperieur; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamMalou, Joannes Baptista
Datums° leper, 30/06/1809 - ✝ Brugge, 23/03/1864
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; hoogleraar; bibliothecaris; ere-kanunnik; bisschop
BioJean-Baptiste (Joannes) Malou was de zoon van Joannes-Baptista Malou, handelaar, en Maria-Theresia-Xaveria Van den Peereboom. Hij werd tot priester gewijd te Rome op 02/11/1834. Op 06/05/1835 werd hij doctor in de theologie en in oktober 1837 hoogleraar dogmatische godgeleerdheid te Leuven. Vanaf 1838 was hij ook bibliothecaris van de universiteit. Op 09/09/1840 werd hij erekanunnik van de kathedraal te Brugge. Op 11/12/1848 werd hij tot bisschop van Brugge benoemd, hoewel er enig verzet was wegens zijn ultramontanisme. Op 01/10/1849 werd hij tot bisschop van Brugge gewijd. Hij bleef dit tot aan zijn dood. In 1854 wijdde hij Gezelle tot priester. Hij benoemde Gezelle tot leraar te Roeselare en riep hem naar Brugge om het Engels college te leiden en daarna te doceren aan het Engels Seminarie.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVan Iseghem, Isabella; Lotte
Datums° Brugge, 24/04/1810 - ✝ Dudzele, 30/05/1888
GeslachtVrouwelijk
Beroepwinkelierster
BioIsabella Francisca Van Iseghem werd op 24 april 1810 geboren als dochter van Joannes Van Iseghem (1769-1849) en Isabella Pycke (1780-1859), de buur en huisbaas van het gezin Gezelle vanaf eind 1848. Isabella trouwde in 1841 met Ludovicus Franciscus Ketele (1808-1849), notaris te Dudzele, zoon van Ludovicus Ketele (1780-1845), notaris, en Anna Sap (1787-1857), grondeigenares. Ze hadden vier kinderen: Pulcheria (1842), Gustave (1843), Romania (1845) en Emile (1847). In 1849 werd Isabella weduwe, en zelf stierf ze op 30 mei 1888.
Bronnen https://gw.geneanet.org/mstevens2?n=van+iseghem&oc=&p=isabella+francisca
NaamVan Iseghem, Emanuel; Van Iseghem, Manen
Datums° Brugge, 01/06/1805
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
BioEmanuel Van Iseghem werd op 1 juni 1805 in de Peterseliestraat te Brugge geboren als zoon van de hovenier en grondeigenaar Joannes Jacobus Bernardus Van Iseghem (Brugge, 1769-1849) en Isabella Francisca Lycke (Sint-Kruis, 1780 – Dudzele, 1859). Het gezin Van Iseghem-Lycke was buren van de Gezelles in de Rolweg, en vanaf 1848-1849 tot 1859 bovendien hun huisbaas. Emanuel Van Iseghem werd op 24 oktober 1850 ingeschreven in de Langestraat. Hij was op dat moment schoolmeester, maar had ook een religieuze roeping, want op 26 augustus 1855 deed hij zijn geloften - wellicht in het Séminaire du Saint-Esprit te Parijs - om een jaar later op missie naar Afrika te vertrekken.
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://www.archiefbankbrugge.be/; F.M.P. Libermann, Notes et documents relatifs à la vie et à l'oeuvre du vénérable François-Marie-Paul Libermann, supérieur général de la Congrégation du Saint-Esprit et du Saint-Cœur de Marie: Mission d'Afrique. Parijs: Maison-Mère, 1929; J. Van Iseghem, Stijn Streuvels en de 'Kroniek van de familie Gezelle’, in: Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap, 17 (2011), p. 187
NaamSteyaert, Petrus
Datums° Kaprijke, 06/04/1794 - ✝ Brugge, 23/04/1875
GeslachtMannelijk
Beroeparts; burgemeester
BioPetrus Steyaert werd op 6 april 1794 te Kaprijke geboren als zoon van het landbouwersechtpaar Antonius Steyaert en Livina Maria Dedecker. Na zijn studies vestigde hij zich als dokter te Meulebeke. Op 2 februari 1820 huwde hij te Ardooie met Carolina Vandenbussche (1795-1839), waarmee hij drie dochters kreeg. Petrus was actief in het bestuur van de gemeentelijke schutterij te Meulebeke, en in 1830 werd hij de eerste Meulebeekse burgemeester. In 1839 stierf zijn echtgenote, maar hij trouwde opnieuw, op 11 september 1844 met Françoise Therese Louwage (1800-1864) te Brugge. Datzelfde jaar nog verhuisde hij naar Brugge, waarop hij in 1845 als burgemeester werd vervangen door schepen Bernardinus Delaere. In Brugge woonde Petrus Steyaert in de Mariastraat, waar hij actief was als geneesheer. Hij overleed op 23 april 1875.
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; https://www.meulebeke.be/burgemeesters-tussen-1830-en-1855;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLendelede
GemeenteLendelede
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo, Lendelede
BeschrijvingIn 1811 stichtte Jacobus De Beir (1763-1854), pastoor van Lendelede, een zustergemeenschap in zijn dorp, dewelke in 1838 een officiële erkenning verwierf als de Congregatie van Zusters van Liefde. Later werd hun naam gewijzigd in Zusters van de H. Vincentius a Paulo. Vanuit hun Vincentiaanse spiritualiteit hielden de zusters zich met name bezig met onderwijs en bejaardenzorg. Dit was ook zo in Lendelede, waar ze een belangrijk aandeel hadden in de ontwikkeling van kleuter-, lager- en middelbaar onderwijs. Naderhand werden bijkloosters gesticht in Ledegem, Geluwe, Houthulst en Kooigem. Dat van Houthulst werd rond 1870 een autonome congregatie. In de 20ste eeuw aanvaardde de congregatie ook een missieopdracht in Rwanda. Tijdens de Schoolstrijd (1879-1884) werden de zusters een tijdlang uit hun klooster en school gezet door het gemeentebestuur. Uiteindelijk konden ze terugkeren en slaagden ze er ook in de gebouwen, die door stichter De Beir aan het lokale armenbestuur waren geschonken, aan te kopen. Vanaf 1940 richtten de zusters in Lendelede zich op middelbaar onderwijs. In 1945 namen ze ook het lokale C.O.O.-rusthuis over.
Datering1811-heden
Links[odis]

Titel21/03/1857, Brugge, Louise Gezelle aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Louise
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum21/03/1857
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieLocatie origineel onbekend: brief is enkel beschikbaar in afschrift van Frank Baur.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie van Frank Baur
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 3,18 M
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26211
Inhoud
IncipitWij zijn hier al omtermeest verwonderd omdat gij niet geantwoord
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.