<Resultaat 46 van 2349

>

p1
Mon Cher Frère

Je suis heureuse de pouvoir enfin vous écrire quelques lignes pour vous faire connaître que je suis assez contente dans ma nouvelle position,[1] depuis trois a quatre jours je commence à revenir de ma tristesse, dabord j’ai eu assez de chagrin, je ne pensais qu’à ma Mère, aux peines qu'elle aura a se trouver seule dans son ménage, a mon Père, a mon Frère Joseph, aussi je regrette bien la présence de ma petite Florence, je pense encore a chaque instant à la maison Paternelle,[2] le moindre souvenir m’en est cher maintenant, je vous assure mon Frère qu’on ne peut mieux estimer ses Parents qu’en étant privé de leur présence.

Malgré tout celà je suis heureuse ici je suis tranquille et bien portante, j’aime toutes les soeurs, elles sont toutes p2aimables et tres bonnes envers moi. Les élèves en général sont presque toutes Françaises, elles ne sont pas si famillières que les Belges mais aussi elles ne sont pas a moitié si médisantes[3] que les Brugeoises, Mes Compagnes sont Françaises Flamandes, et Anglaises, Je suis placée au second cours parmi une trentaine de démoiselles qui ne sont pas aussi âgées que moi, mais bien au moins aussi grandes, J’espère de pouvoir bientôt suivre toutes les leçons, mais pour l'arithmétique, vous savez combien je l’ai toujours aimé, j’ai gagné mal aux dents d’y penser. Mardi passé nous avons eu une journée très agréable le matin nous avons assisté à une messe de la Ste Enfance[4] puis nous avons fait le tour du jardin en procession, les musiciennes chantaient les cantiques de L'Enfant Jesus, les petites élèves portaient les drapeaux de la Ste Vierge, elles étaient toutes décorées d'une médaille en argent suspendue à un ruban rouge écarlat qui contrastait admirablement bien avec leurs robes blanches comme la neige, tout n’était pas fini encore, le midi nous sommes p3toutes monté en voiture, quatre char-à bancs[5] étaient remplis d’élèves, nous sommes roulé en plain train directement à Dadizeele en pélerinage à Notre Dame Miraculeuse,[6] Les musicennes ont chanté le salut, après le salut nous avons goûté à la Maison Commune, enfin notre voyage s’est terminé par une promenade au jardin du Prince Montmorenci.[7]

Cétte journée m’a été si agréable Mon Frère elle m'a donné une si bonne récréation que depuis je me sens a peu près habituée ici, je prie beaucoup, nous avons une congrégation,[8] une petite chapelle[9] au jardin, enfin nous avons tous les moyens d’être bien pieuses.

Ma Compagne Anglaise, Melle Bridget Kimmij[10] est de la même ville de Jean Oneil, elle désire savoir si le Frère a son Beau Frère est aussi a Roulers Mr Michael Holland.[11]

Je n’ai pas encore recu mon service de table en argent,[12] Ma Tante m’en a donné un en composition et la fourchette est deja cassée, Envoyez moi ce que vous avez qui peut me servir en classe, en arrivant ici je p4n’avais pas une plume qui m’appartenait.

Surtout Mon Frère, dites à mes Parents que je suis heureuse et contente, quoique je sens pour la première fois de ma vie tant de peine d’être séparée d’eux dites aussi que je ferai particullièrement mes devoirs pour satisfaire mon Père S'il vous est possible veuillez bien avoir la bonté de venir me voir, ou du moins donnez moi une reponse par la-quelle vous me faites connaître l’étât de mes Parents de vous et de toute la famille

En attendant je suis votre respectueuse
Soeur Louise Gezelle

La Maîtresse aijant vu ma lettre m’a dit qu’elle me prêtera elle-même tous les livres qui peuvent m’être avantageux, je pourrai aussi me procurer en pensionnat les livres classiques les petits objets nécessaires, cependant ce serait une économie si vous les aviez, les livres sont La Grammaire de Noël et chapsal Edition d'apres l'academie[13] Histoire éclésiastique A M D G.[14] Géographie Classique[15] Traité d'Arithmétique de L.C. et F.R.P.[16] Manuel de phrases Anglaises et Françaises par Sadler.[17] Grammaire flamande de Mussely Boudewyn.[18]

Composition de Louise

Sœ M. Stanislas Rse Aug.[19]

Noten

[1] Louise verblijft als leerling in het ‘Pensionnat Saint-Georges’ (kostschool Sint-Joris) van de zusters augustinessen te Menen (klooster en kostschool in de Rijselstraat, aan de linkerzijde richting Grote Markt).
[2] Het huis aan de Rolweg te Brugge.
[3] Kwaadsprekend.
[4] Om de religieuze opvoeding van de pensionaatsmeisjes te ondersteunen, werd op 1 mei 1850 in het pensionaat Saint-Georges het Werk van de Heilige Kindsheid (Œuvre de la Sainte Enfance) gesticht. (C. Battaille, Sint-Joris Menen. Augustinessen en onderwijs. Evolutie van het Technisch Instituut. Kortrijk: Groeninghe, 1995, p.51)
[5] Janplezier, tentwagen met zes à acht banken, voor een groot gezelschap.
[6] Dadizele is sinds de 15e eeuw een bedevaartsoord omwille van het albasten Mariabeeldje dat er in de basiliek van Onze-Lieve-Vrouw staat. De jaarlijkse bedevaart voor de leerlingen van het pensionnat St. Georges vond plaats op een zaterdag in de maand mei (Mariamaand). (C. Battaille, Sint-Joris Menen. Augustinessen en onderwijs. Evolutie van het Technisch Instituut. Kortrijk: Groeninghe, 1995, p.328)
[7] Het gaat om het kasteeldomein van Dadizele, gelegen op de site van een verdwenen waterburcht van de heren van Dadizele. Medio 19de eeuw kreeg het huidige park vorm, toen het kasteel in handen kwam van gravin De Croix, annex een landschapspark of lusthof naar Engels model met vijver en waterpartijen (ca. 10 ha). Op de militaire topografische kaart van 1875 wordt het kasteeldomein aangeduid als ‘Château du Prince de Montmorency’ (NGI, cartesius.be). (E. Cosyns, Beheerplan voor ‘Ons Park’ (Dadizele). Eindrapport. WVI i.o.v. Gemeentebestuur Moorslede, november 2018)
[8] Voluit: Congrégation Enfants de Marie. (C. Battaille, Sint-Joris Menen. Augustinessen en onderwijs. Evolutie van het Technisch Instituut. Kortrijk: Groeninghe, 1995, p.322).
[9] Chapelle de la Vierge Miraculeuse, een kleine achthoekige Mariakapel uit 1835. (C. Battaille, Sint-Joris Menen. Augustinessen en onderwijs. Evolutie van het Technisch Instituut. Kortrijk: Groeninghe, 1995, p. 49-50)
[10] Er waren meerdere Bridgets Kimmy, waaronder een die circa 1842 in Ierland geboren was als dochter van een zekere Mary Oneal, en dus verwant kon zijn aan een Jean Oneal.
[11] Er is geen leerling van het Kleinseminarie onder die naam bekend.
[12] In zijn brief van 24 mei 1857 vroeg vader Gezelle zich af ‘of zy Louise den silver lepel en forsette ontfangen heeft’.
[13] Het grammaticaboek van Noël en Chapsal kende na 1823 nog diverse uitgaven, en dit tot in de 20e eeuw.
[14] Dit werk werd meermaals gepubliceerd, en zeker tot 1879.
[15] Het gaat vermoedelijk om de ’Atlas Classique de la Géographie ancienne et moderne à l’Usage des Collèges et des Pensions’, voor het eerst uitgegeven in 1834.
[16] Dit werk kende diverse publicaties, en zeker tot 1876.
[17] Dit werk kende diverse publicaties, en zeker tot 1895.
[18] Dit werk kende meerdere versies en uitgaven.
[19] De brief werd samengesteld door Louise, maar geschreven door zuster Marie-Stanislas van de school waar ze verbleef.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamMenen
GemeenteMenen

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Maria Constantia; Stanse; Gezelle Marie Constantia
Datums° Heule, 16/08/1801 - ✝ Heule, 30/01/1884
GeslachtVrouwelijk
Beroeplerares
BioMaria Constance Gezelle was de jongste zus van Pieter-Jan Gezelle en dus een tante van Guido. Ze huwde op 28 mei 1823 met Charles Louis De Deurwaerder (Sint-Eloois-Winkel, 27/12/1798-Heule, 15/09/1857), kostschoolhouder, onderwijzer en later gemeenteontvanger. Maria Constance Gezelle was onderwijzeres in de kostschool van haar man. Zijn kostschool was gevestigd in de Krakeelhoek te Heule. Deze kostschool is overgenomen door de Zusters van Liefde waartoe Florence Gezelle (Florentina Constantia Gezelle) toetrad op 15/10/1873 en waar ze als Zuster Colomba begon les te geven.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: tante van Guido Gezellle
Bronnen https://gw.geneanet.org/mivan?lang=en&pz=pierre&nz=vandekerckhove&ocz=0&p=maria+constantia&n=gheselle; Rijksarchief: https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/weergave/akte/id/ROESELARESUCC1_00070574/q/zoekwijze/s?text=gezelle%20constan*&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=heule&sort=akte_datum&direction=asc&tmpl=component
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamAffenaer, Pauline; Marie Stanislas (zuster)
Datums° Menen, 13/01/1825 - ✝ Menen, 23/08/1893
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioPauline Antoinette Affenaer werd in Menen op 13 januari 1825 geboren als dochter van Jean Baptiste Affenaer (1781-1827) die verschillende beroepen uitoefende (handelaar, koopman, stoker, kaarsenmaker en beenhouwer) en Marie Anne Deneckere (1783-1860). Ze was de jongste van tien kinderen. In 1844 trad Pauline als zuster Stanislas in het klooster van de Zusters Augustinessen te Menen in, waar ze overleed op 23 augustus 1893.
BronnenC. Battaille. Sint-Joris Menen. Augustinessen en onderwijs. Evolutie van het Technisch Instituut. Kortrijk: Groeninghe, 1995, p.366 ; https://nl.geneanet.org/;
NaamO'Neil, John; Oneil, Jean
GeslachtMannelijk
BioJohn O'Neil (John O'Niel) staat vermeld in het register van de internen in het kleinseminarie te Roeselare voor het schooljaar 1854-1955. Tijdens de paasvakantie van 1855 logeerde hij bij de Gezelles in de Rolweg.
Relatie tot Gezelleoudleerling kleinseminarie Roeselare
BronnenKleinseminarie Roeselare: Grand Livre Internat
NaamKimmij, Bridget
GeslachtVrouwelijk
BioNiet geïdentificeerd. In haar brief van mei 1857 (?) aan Guido Gezelle schreef Louise vanuit het klooster van de Zusters Augustinessen te Menen over een Engelse vriendin van haar: juffrouw Bridget Kimmij. Deze Bridget zou afkomstig zijn van dezelfde stad als Jean O’Neil en had een kennis, Michael Holland, die de broer van haar schoonbroer was.
NaamHolland, Michael
GeslachtMannelijk
BioNiet geïdentificeerd. In haar brief van mei 1857 (?) aan Guido Gezelle informeerde Louise of éne Michael Holland in Roeselare was. Maar onder die naam stond er alleszins geen leerling ingeschreven in het kleinseminarie.

Naam - plaats

NaamDadizele
GemeenteMoorslede

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters Augustinessen, Menen
BeschrijvingDe geschiedenis van de zusters Augustinessen van Menen of de zusters van Sint-Joris van Menen is nauw verbonden met het Sint-Jorisgasthuis van de stad. Het gasthuis dateert vermoedelijk uit de 11de eeuw en werd bediend door zusters die de regel van Augustinus volgden. In de 16de eeuw leed het gasthuis schade tijdens religieuze conflicten, waarna de zusters naar Menen vluchtten vanuit Harelbeke. In de 17de eeuw werd een nieuw klooster gebouwd, maar er ontstonden interne conflicten. Jeanne de Cambry werd in 1621 naar Menen gestuurd om hervormingen door te voeren en wordt beschouwd als de eigenlijke stichter van de kloostergemeenschap. Tijdens de 17de eeuw begonnen de augustinessen met meisjesonderwijs en het verzorgen van betalende 'pensionaires'. In 1665 werden enkele zusters naar Torhout gestuurd om een hospitaal te bedienen en onderwijs te geven. Ondanks de Franse Revolutie overleefden de zusters, maar het gasthuis werd geconfisqueerd. In 1839 werd een nieuw gasthuis gebouwd dat in 1880 werd uitgebreid. Leerlingen van het pensionaat (Pensionnat Saint-Georges) werden tijdens de 19de eeuw ook onder meer in Frankrijk en Engeland gerekruteerd. De voertaal was Frans. Het pensionaat was befaamd voor het muziekonderwijs, over het verdere studieprogramma is weinig bekend. Pas in de jaren 1890 volgde een zuster een opleiding in een normaalschool; de school werd pas in 1910 officieel erkend. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het klooster zwaar beschadigd, maar de zusters keerden in 1920 terug en breidden hun school uit naar voormalige kloostergebouwen van de Zusters van het Cenakel aan de overkant van de straat (nu: Sint-Jorisschool). Ze startten ook een kliniek en materniteit in hun oude kloostergebouwen, met talrijke uitbreidingen in de decennia die volgden, waarvoor in 1978 de oude gebouwen moesten wijken. In 1960 fuseerde de zustergemeenschap op advies van de bisschop van Brugge met de Zusters van Maria van Pittem, bestaande uit 38 zusters op dat moment.
Datering1621-1960
Links[odis]

Titel - ander werk

TitelNouvelle grammaire française, rédigée sur un plan très-méthodique, et contenant de nombreux exercices d'orthographe, de syntaxe et de ponctuation
AuteurNoël, François Joseph Michel; Chapsal, Charles-Pierre
Datum1823
PlaatsParijs
UitgeverAumont veuve Nyon Jeune
TitelHistoire ecclésiastique, par demandes et par réponses, depuis J.-C. jusqu'à nos jours: a l'usage des maisons d'education A.M.D.G.
AuteurLoriquet, Jean Nicolas
Datum1810?
PlaatsTournai
UitgeverCasterman
TitelNouveau traité d'arithmétique décimale : contenant toutes les opérations ordinaires du calcul, les fractions, la racine carrée, les réductions des anciennes mesures en nouvelles et réciproquement
AuteurConstantin, Louis; Philippe, frère (Matthieu Bransiet)
Datum1831
PlaatsParijs
UitgeverMoronval
TitelManuel de phrases françaises et anglaises contenant aussi un vocabulaire ... pour servir d'introduction à l'étude de la langue
AuteurSadler, Percy
Datum1830
PlaatsParijs
UitgeverTruchy
TitelNederduitsche spraekkunst
AuteurMussely-Boudewyn, Napoleon J.V.C.
Datum1832
PlaatsKortrijk
UitgeverBeyaert-Feys
TitelAtlas Classique de la Géographie ancienne et moderne à l’Usage des Collèges et des Pensions
AuteurMonin, Charles
Datum1834
PlaatsLyon; Parijs
UitgeverPérisse; Meyer

Titelxx/[05/1857 ?], [Menen], Louise Gezelle aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Louise
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[05/1857 ?]
VerzendingsplaatsMenen (Menen)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; datum en plaats gereconstruerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 206x133
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 4 kruiselings beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Bath
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 411
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26667
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitJe suis heureuse de pouvoir enfin vous
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.