Als wij eergisteren uwen brief reeds opengetrokken hadden, meenden wij dat den bode gemist was, m’en kenden het geschrift niet, gij zijt al met n’en keer wel groot geworden dat gij reeds clerken in uwen dienst hebt, algelijk, men moet daer voor eenen kop hebben om zulke klugtige brieven op te stellen, ik meende mij capot te lachen. Vader verloor bijkan zijn patiencie omdat ik mijn lezing niet kon voortzetten.
t’is nu mijnen toer... hoort wat ik u gaen zeggen, ik heb mij vandage bezig gehouden met eenen geheelen hoop dingen voor u gereed te maken, ’teerste waer voor ik gezorgd heb is eenen pak brugsche verschooninge,[2] tweede is een paer sliffers[3] om uwe schoen te sparen, 3 eene doos met kammen bustels zeepe tandebugt, scheersen,[4] enz. enz. enz. alle eerste klasse van goed.... 4 is uwe brieve provisie, die ik met mijn oogen toe in eenen pak gesloten heb, om er geenen eenen letter van te zien. p3N° 5. uw Lieve vrouwbeeld, uwen kosbaren spiegel, een kleijn hondje om uwe kamer en uw bedde te bewaken, ook heb ik er mijn schoonste beste en fijnste wijwatervat bij gedaen, gij moet dat aen u bedde hangen, en er wijwater indoen, als gij geen en hebt komt er om of, vraegt er aen dien Heer Félix Huijs,[5] als hij geen wilt geven, zegt: mijn zuster heeft ’t gezeijd, als gij s’nugtens epstaet, je moet daer jen vingers in doppen en een kruijs maken dat is goed tegen alle ongelukken en ook tegen ’t geus worden.
t’is ook ik die uwe boeken gereed gedaen heb, ik heb ze al wel naergezien en overlezen, gij moogt ze gerustelijk gebruijken,
T’is waer, nog iets, gij moet oppassen dat gij het papier waer mede gij uwen quinquet[6] afgevaegd hebt niet meer en spaert om naer huijs te brengen, gij moet het verbranden, of indien gij geen vier hebt spreekt schoon aen iemand anders, ik voor mij wil er mij niet meer aen vet maken.
Voor het overig moet gij zelf peijzen wat gij nog moet hebben en ons schrijven, hoe eerder hoe beter.p4Als er iets bezonders is gij hebt algouw eene reke of zesse gekrabbelt, wij van onzen kant zullen het ook doen, voor het tegenwoordige is er nog geen ander nieuws hier, tenzij onzen seppen die een paer nieuwe kloeffen[7] heeft.
Ik zou het wel vergeten te zeggen, zondag toekoomende gaen ik naer de Mariaschool gaen, met uwen boek, ik zal vragen wie dat er de cathichismus doet,[8] en u t’en naeste weke laten weten, benevens nog al vele die ik zelf nog niet en wete.
Ik zal ook zorgen voor die dagboeken voor die printen, en voor alles wat gij de goedheijd gehad hebt mij op te leggen.
Een coppellamenten[9] van Broers[10] en zuster, van Vrinden en kennissen, eijndelijk van geheel ’t geweste. pontum.[11]
Ik heb nog vergeten te zetten
Brugge,
Als gij mij geene lange schoone vriendelijke en beleefde antwoord en geeft in ’t korte, van s’leven zet ik geen letter meer op ’t papier
naven Guido[12]