<Resultaat 450 van 2308

>

p1
Mynheer Gezelle Onderpastor
St. Walburga Brugge
 
p2
Beminden Broeder

Ik ligge sedert acht dagen met de pokken, geheel myn lichaem is eene zweere en myn aenzichte is een monstre leest[2] toch dat myn jongens die niet en krygen franske is ze nog niet gezet.[3]

tante Marie komt my oppassen ik ligge opgesloten in de plaets waer wy geiten hebben al d’ander woonen langts agter en boven. Moeder is nit benauwd, en liseke zit in schoole, Mr Lagae komt alle dagen en zegt dat ik zal genezen maer ik ziee veel af in myn hoofd leest voor my en voor de kleine beveelt ons alle aen Ste Rochus[4] moet eene misse gedaen zyn wilt toch eene doenp3op het geen camille my doen schryven heeft wy vermoeiyen u mogeliks door lastige vraegen maer, wilt u niet stooren als het u niet mogelik is of er niets kond toe doen schryft toch een woord antwoord aen Camille er over op dat hy tyd hebbe elders ieverts te zorgen

in godsmamen in afwachtinge
Uw toegenegen Zuster
Louise

Er is niemand in de wereld die weet dat ik de pokken hebbe of al ons werk ware niet[5]

Noten

[1] Dit moet wellicht juni zijn, aangezien de brief werd afgestempeld op 7 juni.
[2] Bidt.
[3] Hij had de inenting tegen (kinder)pokken nog niet gekregen. Het liberale België legde na 1830 de vaccinatieplicht niet op. Dit zou pas in 1946 gebeuren. Bij jonge kinderen was de inentingsgraad in de jaren 1830-1860 laag, gemiddeld 50 procent. Dat leidde herhaaldelijk tot epidemieën, zoals in 1865 (6000 doden) en in het begin van de jaren 1870 als gevolg van de verspreiding tijdens de Frans-Duitse oorlog (juli 1870-mei 1871).
[4] Sint-Rochus is de patroonheilige tegen besmettelijke ziekten.
[5] Zou niets zijn, niet te betekenen hebben.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Maria Constantia; Stanse; Gezelle Marie Constantia
Datums° Heule, 16/08/1801 - ✝ Heule, 30/01/1884
GeslachtVrouwelijk
Beroeplerares
BioMaria Constance Gezelle was de jongste zus van Pieter-Jan Gezelle en dus een tante van Guido. Ze huwde op 28 mei 1823 met Charles Louis De Deurwaerder (Sint-Eloois-Winkel, 27/12/1798-Heule, 15/09/1857), kostschoolhouder, onderwijzer en later gemeenteontvanger. Maria Constance Gezelle was onderwijzeres in de kostschool van haar man. Zijn kostschool was gevestigd in de Krakeelhoek te Heule. Deze kostschool is overgenomen door de Zusters van Liefde waartoe Florence Gezelle (Florentina Constantia Gezelle) toetrad op 15/10/1873 en waar ze als Zuster Colomba begon les te geven.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: tante van Guido Gezellle
Bronnen https://gw.geneanet.org/mivan?lang=en&pz=pierre&nz=vandekerckhove&ocz=0&p=maria+constantia&n=gheselle; Rijksarchief: https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/weergave/akte/id/ROESELARESUCC1_00070574/q/zoekwijze/s?text=gezelle%20constan*&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=heule&sort=akte_datum&direction=asc&tmpl=component
NaamLateur, Frank
Datums° Heule, 03/10/1871 - ✝ Ingooigem, 15/08/1969
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; bakker
BioStijn Streuvels werd in 1871 te Heule geboren als Frank Lateur. Hij was de zoon van Guido Gezelles zuster Louise en Camiel Lateur. Met zijn bakkersopleiding leek hij op weg om de familiale bakkerszaak in Avelgem over te nemen. Zijn vroegste literaire bijdragen verschenen in kleine Vlaamse tijdschriften, zoals 'Biekorf'. Daar werd zijn literair talent opgemerkt door 'Van Nu en Straks'. In Gezelles sterfjaar 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel. Hoewel zijn realistische stijl niet door iedereen gewaardeerd werd, groeide zijn succes. Vanaf 1905 kon hij van zijn pen leven en vestigde hij zich in het Lijsternest in Ingooigem, waar hij tot zijn dood in 1969 zou verblijven. Zijn belangrijkste werken zijn 'De vlaschaard' (1907), 'Het leven en de dood in den ast' (1926) en 'De teleurgang van den Waterhoek' (1927). Streuvels speelde een belangrijke rol in het beheer van Gezelles rechten namens de familie. Zo stimuleerde hij de verspreiding van Gezelles werk via de Nederlandse uitgeverij Veen. Op zijn initiatief verscheen ook een bibliofiele uitgave 'Verzen' (1902) met telkens een origineel handschrift van Gezelle. In 1960 publiceerde hij een Kroniek van de familie Gezelle.
Relatie tot Gezellefamiliedlid, correspondent
NaamLateur, Marie Elise Amandine; Elisa Lateur; Amandine
Datums° Roubaix, 21/05/1866 - ✝ Machelen, 14/10/1950
GeslachtVrouwelijk
Beroepbakker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie Elise Lateur werd geboren als dochter van Camille Lateur en Louise Gezelle, een jongere zus van Guido Gezelle. Marie Elise was een van de oudere zussen van Stijn Streuvels (pseudoniem van Frank Lateur). Na het overlijden van haar tante Amandine Lateur (1881), nam ze de zorg voor de bakkerijwinkel en het huishouden van haar twee ooms in Avelgem over. Vanaf dat ogenblik wordt ook zij naar analogie met haar tante-voorgangster 'Amandine' genoemd. Uiteindelijk, omstreeks 1887, verhuisden ook haar ouders, broers en zus naar de bakkerij en nam zij samen met haar moeder de bakkerswinkel op zich. Wanneer Streuvels de bakkerijstiel opzegde (1905) en uitsluitend schrijver werd, verhuisde ze met haar moeder naar Brugge om in het ouderlijke huis van de familie Gezelle-De Vriese te gaan wonen.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellefamiliedlid, correspondent
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur was een bakkerszoon uit Avelgem, maar was 'coupeur' in Roubaix toen hij Louise Gezelle (1834-1909) leerde kennen. Ze huwden op 5 juni 1865 in Roubaix. Met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog keerde het gezin terug naar België. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamLagae, Romain Joseph
Datums° Heule, 17/02/1804 - ✝ Reims, 22/05/1885
GeslachtMannelijk
Beroeparts
VerblijfplaatsFrankrijk
BioRomain Joseph Lagae werd geboren te Heule op 17 februari 1804 als zoon van Franciscus Constantinus Benedictus Lagae (1772-1849), notaris en burgemeester van Heule, en Barbara Theresia Verhaeghe (1781-1858). Hij huwde op 22 mei 1833 te Gent met Maria Fiévé of Fievez (1810-1870) en hertrouwde op 24 november 1875 met Maria Stefania Julia Vandenbulcke (°Ingelmunster, 26/06/1829). Hij was de behandelende dokter van de Gezelles te Heule.
Bronnen https://nl.geneanet.org ; Ivo Van Steenkiste, Proef eener geschiedenis der gemeente Heule, Kortrijk, 1889

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamHeule
GemeenteKortrijk

Titel06/[06]/1872, Heule, [Louise Gezelle] aan Guido Gezelle
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Louise]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum06/[06]/1872
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieBriefversie van datering: 6den Mei [sic] 1872; adressant gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x137
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 4 met adres, inkt
Staat volledig; licht tekstverlies op zijde 3 bij opening van de sluiting
Vormelijke bijzonderheden zijde 4 tot omslag gevouwen
op adreszijde: sluiting en postzegel, afgestempeld
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechtsboven bijgeschreven onder de datum: (Juni: zie poststempel) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 430
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26677
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitIk ligge sedert acht
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.