<Resultaat 462 van 2349

>

p1
Mr Gezelle
 
p2
Beminden Broeder

Wy hebben gister uwen brief ontvangen, gelukkig dat er eenen uitstel gekomen is in die betaling, dezen morgen gaen wy alles onderzoeken en dan zal de moeder by den avocaet komen en die tegenrekening vooren gelezen worden met al de schulden van haer dochter, t’is de moeder die verschynt Stefanie is in haer huis nog en durft op straet niet meer komen haer Vader is vervarelik kwaed op haer, als alles van dage afgeloopen is ik schikke morgen avond naer huis te komen zoo niet moet ik toch wachtenp3Complimenten van mitje en is de misse van zomerlinck[1] reeds gelezen, en Mr Carlier[2] is gekomen voor eene commissie die hier was, gister heeft men mitje besteken,[3]

gister nacht heb ik in u bedde zoo slecht geworden dat ik meende dat ik gink[4] donderdag in myn bedde gelegen en nu is het reeds gedaen,

moet ik florence nog wat hier laeten als ik vertrekke ik weet niet of gy geld genoeg hebt, ik geve hier nevens tien frs ik zal hier wel toe komen wanneer komt gy were ziet of camille nog iets bezit en stelt hem gerust, ik zal zoo zeere vereffenen of ik kan het gaet met iedereen wel en alles is stille

Uwe zuster
Louise

Noten

[1] Dit slaat wellicht op een familie Somerlinck, waarvoor een mis werd opgedragen.
[2] Vermoedelijk gaat dit over Alfons Carlier.
[3] Iemand besteken op zijn verjaar- of patroondag betekent zoveel als iemand daarvoor trakteren of een cadeau geven. (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.115) In dit geval ging het om het naamfeest van Maria, dat gevierd wordt op 15 augustus.
[4] Zou sterven.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamHendryckx, Stéphanie
Datums° Brugge, 15/09/1839 - ✝ Loppem, 03/07/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepkantwerkster; dienstmeid
BioStéphanie Hendryckx werd geboren te Brugge op 15 september 1839 als dochter van Joannes Hendryckx en Eugenia vander Straete. Ze woonde bij haar ouders in de Rodestraat 12 te Brugge. Ze was kantwerkster, maar had veel oogproblemen. Ze ging aan de slag als dienstmeid bij Guido Gezelle en veroorzaakte er veel problemen door geroddel en diefstal. Zelfs Gezelles post was er onveilig. Gezelles zus Louise zal Stéphanie in augustus 1872 buiten smijten. Door haar reputatie kan ze daarna nog moeilijk werk vinden als dienstmeid. Zo staat Stéphanie in het bevolkingsregister opnieuw geregistreerd als kantwerkster. Ze verhuisde verschillende malen binnen Brugge om op 5 maart 1898 naar Loppem te verhuizen. Ze bleef ongehuwd.
Relatie tot Gezelledienstmeid Gezelle; correspondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/ ; bevolkingsregister Rodestraat 12; Rijksarchief
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur was een bakkerszoon uit Avelgem, maar was 'coupeur' in Roubaix toen hij Louise Gezelle (1834-1909) leerde kennen. Ze huwden op 5 juni 1865 in Roubaix. Met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog keerde het gezin terug naar België. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamSoenens, Gustave Jean
Datums° Kortrijk, 23/01/1829 - ✝ Brugge, 27/12/1899
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; politicus
BioGustave Soenens werd in 1851 doctor in de rechten aan de katholieke universiteit Leuven. Hij was gehuwd met Justine Bosschaert. Hij werd advocaat aan de balie te Brugge (21/08/1851-1899) en was lid van de katholieke kiesvereniging La Concorde. Hij was volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brugge (09/06/1863-11/08/1864). Hij werd de eerste voorzitter van het Davidsfonds te Brugge. Verder was hij betrokken bij tal van katholieke en menslievende organisaties.
Links[odis], [wikipedia]
NaamHendryckx, Joannes Baptist
Datums° Brugge, 17/03/1811
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; klerk; deurwaarder; bediende
BioJoannes Baptist Hendryckx werd in Brugge geboren op 17 maart 1811 als zoon van wever Joannes Nepomucenus Hendryckx en strijkster Blasia Joanna Vandekerckhove. Hij was 28 jaar en werkloos toen hij op 31 juli 1839 in Brugge trouwde met de 17-jarige hovenierster Eugenia Adelaida Josepha Vanderstraete, geboren in Brugge op 26 juni 1822, dochter van hovenier Antonius Vanderstraete en hovenierster Anna Maria Clevers. Ze was hoogzwanger want op 15 september 1839 beviel ze van haar eerste kind, Stephania Marie Eugenia Hendryckx. Joannes was op dat moment nog altijd werkloos. Het gezin was kroostrijk en woonde ononderbroken in de Rodestraat. Joannes Baptist Hendryckx was in 1841 terug onderwijzer, in 1850 'schrijver' en in 1851 'deurwaarder bij de directe belastingen'. In 1854 werd hij bediende bij het provinciebestuur van West-Vlaanderen. Dat zou hij blijven tot aan zijn pensioen. Joannes overleed op 29 juli 1880 als gepensioneerde van de Staat.
BronnenRijksarchief; Gazette van Brugge: (16 oktober 1875); Burgerwelzijn: (4 december 1875) http://www.archiefbankbrugge.be
NaamVander Straete, Eugenia Adelaida Josepha
Datums° Brugge, 26/06/1822 - ✝ Brugge, 04/12/1889
GeslachtVrouwelijk
BioEugenia Adelaida Josepha Vander Straete werd op 26 juni 1822 te Brugge geboren als dochter van Antonius Vander Straete (1785-1860) en Anne Marie Caroline Clevers (1793-1869). Op 31 juli 1839 huwde ze Jean Baptiste Hendryckx (°1811), waarmee ze meerdere kinderen kreeg, waaronder Jules en Stephanie. Deze laatste was een tijdlang de dienstmeid van Guido Gezelle. Eugenia overleed op 4 december 1889 te Brugge.
Bronnen https://nl.geneanet.org; https://www.archiefbankbrugge.be;
NaamCarlier, Alfons Polydoor
Datums° Roeselare, 23/02/1845 - ✝ Roeselare, 01/10/1912
GeslachtMannelijk
Beroepspinner; dichter; gemeenteraadslid; provincieraadslid; schepen
BioAlfons Polydoor Carlier werd op 23 februari 1845 te Roeselare geboren als zoon van Juliana Vangheluwe en Willem Carlier (1813-1888), die spinner en gemeenteraadslid was. Nadat hij zijn humaniora aan het kleinseminarie van Roeselare volgde, stapte hij in de spinnerij van zijn vader. Hiernaast was hij ook actief als (gelegenheids)dichter en politicus, waarbij hij sterk ijverde voor de vernederlandsing van Vlaanderen. Van 1872 tot 1892 was hij ondervoorzitter van het flamingantische letterkundig genootschap ‘De Vriendschap’. Van 1870 tot 1886 was hij voorzitter van de Bond van Westvlamingen voor Taal en Volk. Verder was hij ondervoorzitter bij het Davidsfonds, vanaf 1890 gemeenteraadslid in Roeselare, en vanaf 1892 provincieraadslid. Van 1897 tot aan zijn dood was hij schepen van onderwijs in Roeselare. Hij was onder meer bevriend met Stijn Streuvels en Albrecht Rodenbach, bij wiens overlijden hij een lijkrede uitsprak. Sinds 18 april 1882 was hij gehuwd met Irma Andries (1855-1926). Hij stierf op 1 oktober 1912 te Roeselare.
Links[wikipedia]
Bronnen https://encyclopedievlaamsebeweging.be/nl/carlier-alfons; https://nl.geneanet.org/;
NaamVanhoorenbeke, Maria; Mitje, Mietje
Datums° Brugge, 08/04/1822 - ✝ Brugge, 03/05/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid
BioMarie Vanhoorenbeke was de dochter van een brouwer-koopman uit Eeklo, die zich in Brugge gevestigd had. Ze is geboren te Brugge op 8 april 1822. Het ging om een groot gezin dat op verschillende plaatsen woonde in Brugge en het gaandeweg financieel steeds moeilijker kreeg. Maria stond net als haar zusters ingeschreven als strijkster en kantwerkster. Ze werkte ook als dienstmeid, onder meer bij mevrouw Marie Lucas in de Ridderstraat die in 1870 overleed. Na de dood van haar vader in 1866 was ze gedomicilieerd bij haar moeder in de Kandelaarstraat 4 op de Sint-Walburgaparochie tot 11/01/1876. Ze moet in nauw contact gestaan hebben met de familie Gezelle op Walburga en staat in de briefwisseling bekend als Mitje of Mietje. In 1871 trad ze op als doopmeter van Stijn Streuvels op vraag van Louise Gezelle die een Brugse kennis verkoos boven de eigen familie. In augustus 1872 steunde ze Louise Gezelle bij het ontslaan van Gezelles dienstmeid Stephanie Hendryckx. De daarop volgende maanden hielp ze Guido Gezelle in het huishouden. Na zijn vertrek naar Kortrijk werd ze uitbetaald voor twee en een halve maand loon en het herstellen van zijn kleding. Ze nam ook brandstof en huisraad over die hij niet meenam. Ze stierf in 1898 bij de zusters van liefde in het Sint-Antoniusgesticht (Minnewaterkliniek).
NaamSomerlinck; zomerlinck
BioNiet geïdentificeerd. In haar brief van 16 augustus 1872 aan Guido Gezelle vroeg Louise Gezelle of de mis van zomerlinck al gelezen was.

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Titel16/08/1872, Brugge, [Louise Gezelle] aan Guido Gezelle
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Louise]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum16/08/1872
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x135
blauw, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 4 met adressaat, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: papier postal breveté 4 grammes
zijde 4 tot omslag gevouwen
rode laksluitingen op adreszijde
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; op zijde 3 rechts in de benedenrand bijgeschreven onder de signering: (Gezelle) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 435
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26680
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitWy hebben gister uwen brief
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.