<Resultaat 441 van 2578

>

p1
Geëerden Broeder

Reeds lank zitten wy hier alle dagen in verwachtinge van u bezoek en t'is nutteloos, daerom gae ik my nu zitten nieuws vertellen al wat ik weet, Vader is gezond maer kan byna noch gaen noch staen van rumatis in zyne billen, hy kan noch uit noch in zyne bedde, zonder camille om hem uit te pakken, en zelfs hebben wy reeds twee bedden moeten vernieuwen die doornat waren, uw Moeder heeft lank content geweest en welgezind maer sedert veertien dagen heeft zy beginnen pronken[1] en ik heb eindelik de oorzaek ontdekt, het waren de tanten[2] die in stille hun fernyn uitspouwen om Moeder op te maken, uit vraeke om dat wy haer niet geheel ons meesterschap afstaen, sedert dat florence hier gekomen was sliep zy tot tantens en alle morgende kwam zy met eene masse slechte maren en opmakerie[3] af van tante dit wierd verteld en nu heb ik gedwongen geweest haer geheel t’huis te houden wilde ik ons menagie naer den duivel niet zien gaen, ik ben sedert veertien dagen byna zot van verdriet, en indien de tanten nog veel twist willen zaeyen zal ik ze aen de deure moeten leggenp2ware ik by u ik zou u alles moeten zeggen, maer als gy denkt dat zy nonne[4] uitgekocht hebben om geheel den draey van het huis te kennen, gy kond oordeelen,

Vader verlangt zyn hert uit om in bezit te zyn van een deel van zyn geld zegt hy, hy spreekt ook van drie rekeningen die hy te goed heeft van Mr Smet Mr Vercoutere en den Directeure van Douanen,

Ik moet ook eenig bescheid[5] hebben van florence, ik heb reeds van u ontvangen 70 franc, Seppen heeft vader eenig drynkgeld gegeven aen Vader, en hy wilt in niets meer komen voor dat gy al te samen gekomen hebt en dat er een zuiver accoord gemaekt woord met hoe veel iedereen ontstaet,[6] Camille is ook ten uittersten verlegen tante heeft eene schuldbekenteenisse van 1000 frs, Paster Berghe heeft eene van 300 frs, indien de ouders stierven men kon gemakkelik komen en al ons scheutels[7] en lepels verkiepen[8] zonder dat wy eenig betoog hebben daerom moet er eenige vaststelling gemaekt worden anders kan ik in die ontruste niet blyven,

florence is hier wel en helpt Vader en Moeder oppassen, maer ik kan geenen derden man de kost geven p3voor het werk dat zy doen, ik heb dageliks buitengewone onkosten voor Vader, Camille werkt dag en nacht en ik heb reeds 70 fr schuld, ik en Camille hebben dees week droog brood geëten om Vader en Moeder te kunnen onderhouden gelyk vooren, gy, kund maer wat gy kund, ik kan u zelfs geene rekening geven van de uitgaven die ik doe, nogtans moet er van Vaders geld eenigen byleg zyn zoo lank Florence hier moet blyven of wy komen ten vollen in schulden, dag en nacht lucht,[9] gedurig goed vier om Vader te warmen, entrent alle heure moeten zy iets nemen, dus is ons menagie eenen put zonder grond geworden, en nog durve ik geen woord spreken, van vreeze van Camille te vermoeien,

Nu Beminden Broeder ik verwachte u of uwe antwoord, hebt gy geern dat ik zelf komen laet het weten begeert gy u te explikeren met Camille van hem kond gy regtzinnig weten hoe alles staet,

bovenal zult gy moeten zonder uitstel eens al te samen hier komen of wel by u of by Seppen of Camille vaert in zyn dood, p4wat tante betreft zy heeft vader eenig drynkgeld geleend en de geheele parochie loopt er mede bemoeyd. zy heeft het reeds 100 mael opgehaeld, zy doet ons volstrekts geen voordeel tenzy trekken en kwestie zaeyen, zy heeft reeds camille ontboden ook om twist te krygen in ons huis, eîndelik tante is onzen grootsten vyand, gister heeft zy florence verweten dat ons Vader eenen dief was en zoo dageliks zyn er nieuwe maren

Anders moogt gy gerust zyn Vader is content en Moeder ook en smeken om iemand van familie te zien

In afwachtinge van ul niews groete ik u van herten en raden u van geene de minste hertzeer te maken alles is verre van Brugge

Florence zit hier zonder kleeren en schynt zoo benauwd van Stefanie dat zy niet regeleert van komen wat daer al mede gedaen,

Uwe Zuster
Louize
Fvr.Lateur C.

Noten

[1] Onder het lemma 'pronken' staat bij De Bo: Pruilen, zijne misnoegdheid te kennen geven met niet de willen spreken en een somber gelaat te zetten”. (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.896)
[2] De zussen van Piter-Jan Gezelle: Maria-Constantia en Maria-Josepha, wonend in Heule.
[3] Onder het lemma 'opmaker' staat bij De Bo: Aanhitser, aanstoker”. (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.794)
[4] Het is niet duidelijk wie hiermee bedoeld wordt. Gaat het om Florence, die zo genoemd werd omdat ze mogelijk al had gesproken over haar religieuze aspiraties? Ze wordt ook vermeld in Louises brief aan haar broer Guido van 01/08/1871.
[5] Uitleg.
[6] Onder het lemma 'ontstaan' staat bij De Bo: Ergens van vrij of verlost zijn. Het ontstaat met, fr. en être quitte pour. Ik zou geern honderd frank geven, kon ik het daarmeê ontstaan.”. (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.777)
[7] Borden.
[8] Verkopen.
[9] Licht.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Maria Constantia; Stanse; Gezelle Marie Constantia
Datums° Heule, 16/08/1801 - ✝ Heule, 30/01/1884
GeslachtVrouwelijk
Beroeplerares
BioMaria Constance Gezelle was de jongste zus van Pieter-Jan Gezelle en dus een tante van Guido. Ze huwde op 28 mei 1823 met Charles Louis De Deurwaerder (Sint-Eloois-Winkel, 27/12/1798-Heule, 15/09/1857), kostschoolhouder, onderwijzer en later gemeenteontvanger. Maria Constance Gezelle was onderwijzeres in de kostschool van haar man. Zijn kostschool was gevestigd in de Krakeelhoek te Heule. Deze kostschool is overgenomen door de Zusters van Liefde waartoe Florence Gezelle (Florentina Constantia Gezelle) toetrad op 15/10/1873 en waar ze als Zuster Colomba begon les te geven.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: tante van Guido Gezellle
Bronnen https://gw.geneanet.org/mivan?lang=en&pz=pierre&nz=vandekerckhove&ocz=0&p=maria+constantia&n=gheselle; Rijksarchief: https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/weergave/akte/id/ROESELARESUCC1_00070574/q/zoekwijze/s?text=gezelle%20constan*&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=heule&sort=akte_datum&direction=asc&tmpl=component
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamHendryckx, Stéphanie
Datums° Brugge, 15/09/1839 - ✝ Loppem, 03/07/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepkantwerkster; dienstmeid
BioStéphanie Hendryckx werd geboren te Brugge op 15 september 1839 als dochter van Joannes Hendryckx en Eugenia vander Straete. Ze woonde bij haar ouders in de Rodestraat 12 te Brugge. Ze was kantwerkster, maar had veel oogproblemen. Ze ging aan de slag als dienstmeid bij Guido Gezelle en veroorzaakte er veel problemen door geroddel en diefstal. Zelfs Gezelles post was er onveilig. Gezelles zus Louise zal Stéphanie in augustus 1872 buiten smijten. Door haar reputatie kan ze daarna nog moeilijk werk vinden als dienstmeid. Zo staat Stéphanie in het bevolkingsregister opnieuw geregistreerd als kantwerkster. Ze verhuisde verschillende malen binnen Brugge om op 5 maart 1898 naar Loppem te verhuizen. Ze bleef ongehuwd.
Relatie tot Gezelledienstmeid Gezelle; correspondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/ ; bevolkingsregister Rodestraat 12; Rijksarchief
NaamVanden Berghe, Jacobus Dominicus
Datums° Heule, 08/11/1801 - ✝ Heule, 14/02/1877
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioJacobus Vanden Berghe was de zoon van Judocus Martinus Franciscus Vandenberghe (Heule, 1763-1822) en Marie Josepha Constantina Reynaert (Wevelgem, 1764 – Heule, 1844). Hij werd in 1825 tot priester gewijd te Gent. Hij was onderpastoor te Woumen, Moorsele en Roeselare. Op 30/08/1836 werd hij pastoor te Gullegem en op 23/08/1848 te Koolskamp. Hij nam ontslag op 1 mei 1866 en keerde terug naar Heule. Hij was een vriend van Pieter-Jan Gezelle, de vader van Guido Gezelle, en tevens de peter van Louise Gezelle. Ook was hij schoonbroer van Frans Josse Lagae, brouwer en burgemeester van Heule, de broer van Joseph Edouard Lagae-Angillis.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur was een bakkerszoon uit Avelgem, maar was 'coupeur' in Roubaix toen hij Louise Gezelle (1834-1909) leerde kennen. Ze huwden op 5 juni 1865 in Roubaix. Met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog keerde het gezin terug naar België. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamGezelle, Maria Josepha; Gezelle, Maria Josephina
Datums° Heule, 15/05/1790 - ✝ Heule, 28/05/1876
GeslachtVrouwelijk
BioMaria-Josepha was de oudere zus van Pieter-Jan Gezelle, de vader van Gezelle. Ze was dus een tante van Gezelle. Zij bleef ongehuwd en woonde bij het gezin van haar jongere zus Maria-Constantia.
Relatie tot Gezellefamilie: tante van Guido Gezelle; correspondent
NaamVercoutere
GeslachtMannelijk
BioNiet geïdentificeerd. In haar brief van 3 april 1871 aan Guido Gezelle zegt Louise Gezelle dat hun vader nog geld tegoed van Mr. Smet, Mr. Vercoutere en de directeur van de douane.
NaamSmet
GeslachtMannelijk
BioNiet geïdentificeerd. In haar brief van 3 april 1871 aan Guido Gezelle zegt Louise Gezelle dat hun vader nog geld tegoed van Mr. Smet, Mr. Vercoutere en de directeur van de douane.

Naam - plaats

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Titel03/04/1871, Heule, [Louise Gezelle] aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenPiet Couttenier, Gezelle Louise aan Gezelle Guido, Heule (Kortrijk), 03/04/1871 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2024 Available from World Wide Web: link .
Verzender[Gezelle, Louise]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum03/04/1871
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; adressaat gereconstrueerd op basis van de toegevoegde notitie; de brief is in het handschrift van Louise Gezelle inclusief de handtekening van Camille Lateur.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 205x130
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Bath
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); idem rechtsboven: (einde 1870) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 426
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26686
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitReeds lank zitten alle dagen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.