<Resultaat 426 van 2308

>

p1
Beminden Broeder,

En verschiet niet ik en kome met geen slechte maren

Volgens dat ik vernomen hebbe dat dat het met u wel gaet, schryve ik u eenige reken ten eersten om te zeggen dat ook wel gaet met ons, in bezonderlik met moeder, zy is gezond en frisch en content, verders zouden wy wenschen op u te mogen rekenen voor Peter te zyn van nog eene kynne die binne een paer maenden moet gaen komen,[1] en t’is wel verre maer gy zult my dit als oudsten broeder niet weygeren, ik heb ongenaemd geen zin op eene Meter uit de familie,[2] en om Moeder te pakken het ware twee van een kant, indien het u goed vonde van er zelve eene uit te scharten, het ware Jvr Camille of mitje of ievers eene brave dochter of vrouwe die gy daer vooren goeddunkt tis voor ons gelyk, en het zou nog ievers iemand kunnen plaisier doen, p2Als gy dit overleid hebt wilt my toch daerop gouw antwoord geven, op dat wy in tyden zorgen,

Romain heeft verteld dat Stefanie in korte ons gink komen bezoeken voor my is alles wel en zy mag komen zoo dikwils of zy wilt, maer Moeders gedacht is anders daerom om alle verschil te vermyden ware het misschien beter haer niet te laeten komen, voor my moet gy het niet laeten, vraegt haer ook hoe veel ellen[3] dat zy schikt te moeten hebben voor het kleedje van haer zuster,[4] ik ben haer dit verschuldigd en wille myne belofte volbrengen ik zal het haer op zenden, maer kan onmogelik niet maken, Camille is te overlast.

ik zende met die occasie Romains vaendels were, ik heb er honderd en tweee gevonden, indien er twee vremde by gekomen zyn ik kan het niet helpen,

Alles aengaende het uitvaert van Vader[5] is vereffend geweest, uitgenomen de kiste die den temmerman is gaen aenrekenen aen den Cappellaen, als alles vereffend was, ik geloove dat seppen gezeid heeft er hem mede te moeyen p3iedereen heeft lof gesproken van vaders uitvaert en van Romains vierienge, ik geloove dat wy ook zeer wel gevallen zyn met onzen nieuwen Pastor.[6]

Camille zegt dat gy vereffend hebt met hem tot aen Vaders Dood zaliger t'is te zeggen tot teinden mie,

dus hebben wy geschikt dat geheel het accoord nu komt op 25 fr te maende, Seppens deel bedraegt fr 8,54 par maend, de reste laete ik over aen uwe goede zorgen,

ik zou geern absolut antwoord hebben, op het peterschap, en zegt my of gy eene Meter hebt, ook een woord over Stefanie en het kleedje, en wanneer gy Moeder gaet komen bezoeken, zy is nu toch alleen en verdient toch eene komste, Seppen heeft nog niet omme gezien sedert ’t uitvaert,

Nonne[7] zegt: de maerte en de katte

Eten alle stappe

Den knape en den hond

Eten maer als het komt

en zy zit by den hond zegt zy want zy is arm en gaet zeere dood.

Uwe Zuster
Louize

Noten

[1] Frank Lateur zou geboren worden op 3 oktober.
[2] Franks meter werd inderdaad iemand van buiten de familie: Marie Van Hoorenbeke, een buurvrouw van de Gezelles in Brugge met wie Frank Lateur verder geen contact zal hebben. (J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. 1971. Handzame: Familia et Patria, p. 1; L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, 1871-1969. 1971. Brugge: Orion-Desclée De Brouwer, p. 9. Luc Schepens spelt de naam Van Hoorelbeke)
[3] Oude lengtemaat, gebaseerd op de menselijke onderarm met hand, en overeenkomend met ongeveer 69 cm.
[4] Stéphanie had twee zussen die op het moment van de brief nog in leven waren: Alina en Jeanne.
[5] Pieter-Jan Gezelle was op 27 mei 1871 overleden.
[6] Joannes Pollet was sinds 5 juli 1871 pastoor van de Sint-Eutropiusparochie te Heule.
[7] Het is niet duidelijk wie hiermee bedoeld wordt. Gaat het om Florence, die zo genoemd werd omdat ze mogelijk al had gesproken over haar religieuze aspiraties?

Ze wordt ook vermeld in Louises brief aan haar broer Guido van 03/04/1871.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamDe Badts, Hendrik Augustijn
Datums° Poperinge, 10/12/1837 - ✝ Dudzele, 19/11/1898
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; auteur; vertaler
BioDe Badts werd geboren te Poperinge op 10/12/1837 als zoon van Pieter De Badts en Euphemia Lazoore. Hij studeerde aan het grootseminarie te Brugge, waar hij op 19/12/1863 tot priester is gewijd. Eerst kreeg hij een opdracht als leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, van januari tot augustus 1864. Op 19/08/1864 werd hij benoemd tot onderpastoor in Voormezele bij Ieper. Na 18 maanden aldaar, werd hij op 17 maart 1866 benoemd tot onderpastoor in de Sint-Eutropiusparochie te Heule. Na zeven jaar volgde op 12 juli 1873 zijn benoeming tot onderpastoor van de Sint-Amandus- en Sint-Blasiusparochie te Waregem. Hij verbleef daar tot 29/10/1877. Toen werd hij naar Brugge geroepen als onderpastoor voor de O.-L.-Vrouwekerk en bleef dat tot 6 juni 1883. Diezelfde dag werd hij aangesteld tot pastoor van de Sint-Audomarusparochie in Bissegem, waar hij die functie uitoefende tot 7 mei 1885. Ten slotte werd hij pastoor van de parochie Sint-Pieters-in-de-banden te Dudzele: van 7 mei 1885 tot aan zijn dood op 19 november 1898. Hij had goede contacten met Guido Gezelle, was correspondent voor diens ’t Jaer 30 en schreef bijdragen voor Rond den Heerd. Hij schreef een Latijns werk en publiceerde Leven van den heiligen Job, voorbeeld van allergrootste verduldigheid en bijzonderen patroon tegen allerhande gezwellen en zweeren, Kortrijk, 1872.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Rond den Heerd; 't Jaer 30
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
NaamHendryckx, Stéphanie
Datums° Brugge, 15/09/1839 - ✝ Loppem, 03/07/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepkantwerkster; dienstmeid
BioStéphanie Hendryckx werd geboren te Brugge op 15 september 1839 als dochter van Joannes Hendryckx en Eugenia vander Straete. Ze woonde bij haar ouders in de Rodestraat 12 te Brugge. Ze was kantwerkster, maar had veel oogproblemen. Ze ging aan de slag als dienstmeid bij Guido Gezelle en veroorzaakte er veel problemen door geroddel en diefstal. Zelfs Gezelles post was er onveilig. Gezelles zus Louise zal Stéphanie in augustus 1872 buiten smijten. Door haar reputatie kan ze daarna nog moeilijk werk vinden als dienstmeid. Zo staat Stéphanie in het bevolkingsregister opnieuw geregistreerd als kantwerkster. Ze verhuisde verschillende malen binnen Brugge om op 5 maart 1898 naar Loppem te verhuizen. Ze bleef ongehuwd.
Relatie tot Gezelledienstmeid Gezelle; correspondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/ ; bevolkingsregister Rodestraat 12; Rijksarchief
NaamLateur, Frank
Datums° Heule, 03/10/1871 - ✝ Ingooigem, 15/08/1969
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; bakker
BioStijn Streuvels werd in 1871 te Heule geboren als Frank Lateur. Hij was de zoon van Guido Gezelles zuster Louise en Camiel Lateur. Met zijn bakkersopleiding leek hij op weg om de familiale bakkerszaak in Avelgem over te nemen. Zijn vroegste literaire bijdragen verschenen in kleine Vlaamse tijdschriften, zoals 'Biekorf'. Daar werd zijn literair talent opgemerkt door 'Van Nu en Straks'. In Gezelles sterfjaar 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel. Hoewel zijn realistische stijl niet door iedereen gewaardeerd werd, groeide zijn succes. Vanaf 1905 kon hij van zijn pen leven en vestigde hij zich in het Lijsternest in Ingooigem, waar hij tot zijn dood in 1969 zou verblijven. Zijn belangrijkste werken zijn 'De vlaschaard' (1907), 'Het leven en de dood in den ast' (1926) en 'De teleurgang van den Waterhoek' (1927). Streuvels speelde een belangrijke rol in het beheer van Gezelles rechten namens de familie. Zo stimuleerde hij de verspreiding van Gezelles werk via de Nederlandse uitgeverij Veen. Op zijn initiatief verscheen ook een bibliofiele uitgave 'Verzen' (1902) met telkens een origineel handschrift van Gezelle. In 1960 publiceerde hij een Kroniek van de familie Gezelle.
Relatie tot Gezellefamiliedlid, correspondent
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur was een bakkerszoon uit Avelgem, maar was 'coupeur' in Roubaix toen hij Louise Gezelle (1834-1909) leerde kennen. Ze huwden op 5 juni 1865 in Roubaix. Met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog keerde het gezin terug naar België. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamDumolin, Camilla Constantia; Dumolin, Camille
Datums° Vladslo, 06/07/1807 - ✝ Brugge, 21/06/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroephandelaar
BioCamilla Constantia Dumolin werd geboren op 6 juli 1807 in Vladslo. Ze woonde bij weduwe Theodora Reyngout-Van Poucke (vermoedelijk haar tante), die op het Sint-Jansplein 7 te Brugge een wijnhandel had. In 1860 nam ze de zaak over tot haar dood op 21 juni 1886. Ze bleef ongehuwd. Gezelle ging vaak eten op het plein, ook wel de Kiekenmarkt genoemd, en was een frequent bezoeker van de wijnhandel (zie briefwisseling met Leopold Slosse). Florence Gezelle liet via haar de post aan Guido Gezelle bezorgen zodat ze niet onderschept werd door de meid Stéphanie Hendryckx.
NaamPollet, Joannes
Datums° Torhout, 26/12/1819 - ✝ Heule, 16/02/1875
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; inspecteur; pastoor
BioJoannes Pollet werd op 26 december 1819 te Torhout geboren als zoon van winkelier Ivo Pollet (1781-1863) en Barbara Hillewaere (1783-1851). Sinds 1841 was hij leraar aan de colleges van Brugge en Tielt. Op 21 december 1844 werd hij tot priester gewijd in Brugge. In 1855 werd hij inspecteur voor de lagere scholen van Gistel, Koekelare en Ichtegem. Tien jaar later ging hij naar Knokke, om er pastoor van de Sint-Margarethakerk te worden. Dit deed hij tot 1871, wanneer hij pastoor van de Sint-Eutropiuskerk van Heule werd. Daar overleed hij op 16 februari 1875.
Links[odis]
Bronnen https://nl.geneanet.org/;
NaamHendryckx, Alina Maria
Datums° Bruggge, 19/04/1862 - ✝ Brugge, 05/02/1913
GeslachtVrouwelijk
BioAlina Maria Hendryckx werd op 19 april 1862 geboren als dochter van Joannes Hendryckx en Eugenia vander Straete. Op 20 maart 1884 trouwde ze in Antwerpen met Camille De Rous, en ze overleed te Brugge op 5 februari 1913.
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamHendryckx, Jeanne Eugénie
Datums° Bruggge, 15/09/1864 - ✝ Brugge, 13/02/1936
GeslachtVrouwelijk
BioJeanne Eugénie Hendryckx werd op 15 september 1864 geboren als dochter van Joannes Hendryckx en Eugenia vander Straete. Op 15 juli 1885 beviel ze van een dochter, die ze liet registeren onder de naam Adolphine Hendryckx. Een van de getuigen hierbij was de steenhouwer Adolphe Victor Vanhecke, waarmee ze het jaar erop, op 5 maart 1886 trouwde en die daarmee ook het kind erkende. Op het moment van haar huwelijk was Jeanne 'bloemenmaakster'. Ze overleed te Brugge op 13 februari 1936.
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank
NaamVanhoorenbeke, Maria; Mitje, Mietje
Datums° Brugge, 08/04/1822 - ✝ Brugge, 03/05/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid
BioMarie Vanhoorenbeke was de dochter van een brouwer-koopman uit Eeklo, die zich in Brugge gevestigd had. Ze is geboren te Brugge op 8 april 1822. Het ging om een groot gezin dat op verschillende plaatsen woonde in Brugge en het gaandeweg financieel steeds moeilijker kreeg. Maria stond net als haar zusters ingeschreven als strijkster en kantwerkster. Ze werkte ook als dienstmeid, onder meer bij mevrouw Marie Lucas in de Ridderstraat die in 1870 overleed. Na de dood van haar vader in 1866 was ze gedomicilieerd bij haar moeder in de Kandelaarstraat 4 op de Sint-Walburgaparochie tot 11/01/1876. Ze moet in nauw contact gestaan hebben met de familie Gezelle op Walburga en staat in de briefwisseling bekend als Mitje of Mietje. In 1871 trad ze op als doopmeter van Stijn Streuvels op vraag van Louise Gezelle die een Brugse kennis verkoos boven de eigen familie. In augustus 1872 steunde ze Louise Gezelle bij het ontslaan van Gezelles dienstmeid Stephanie Hendryckx. De daarop volgende maanden hielp ze Guido Gezelle in het huishouden. Na zijn vertrek naar Kortrijk werd ze uitbetaald voor twee en een halve maand loon en het herstellen van zijn kleding. Ze nam ook brandstof en huisraad over die hij niet meenam. Ze stierf in 1898 bij de zusters van liefde in het Sint-Antoniusgesticht (Minnewaterkliniek).

Naam - plaats

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Titel[01]/08/1871, Heule, [Louise Gezelle] aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Louise]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[01]/08/1871
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieAdressant en adressaat gereconstrueerd op basis van de toegevoegde notitie; dag gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 205x131
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle ; op zijde 4 rechts in de benedenrand bijgeschreven onder de signering: (Gezelle) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 427
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26688
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitEn verschiet niet ik kome met geen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.