<Resultaat 1169 van 2307

>

p1
Beminden Broeder

Ziet hier wat ik vernomen hebbe tot Heule en hier van het droomen: Zij droomen van de bliksems, van de blinders, van de kaboutermannekens, van roste katten, van de spoken en tot Couckelaere van de djudingen[2] Ik hadde wel eerder geschreven maar ik heb verwacht te moeten naar Kortrijk komen maar het is uitgesteld tot later. Ware het niet mogelijk van het stuk te krijgen dat gij zien spelen hebt tot Ruijsselede? Het ware om te spelen tot Heule op den jubile[3] van het klooster te naaste zomer. Ik zou blijde zijn indien gij daar op konde antwoorden en indien gij geen tijd hebt doet Mathilde ne keer schrijven. Ik heb gepeist dat toch nu ne keer zou gelukt hebben van u hier te zien maar het is ook in de asschen gevallen wij moeten u zeker nu p2 niet meer verwachten voor den naaste zomer of ten ware bij mirakel

De groetenissen van Zuster Overste en al de zusters
Uwe zuster
Colombe

Noten

[1] De Zusters van Liefde van Heule hadden ook een bijhuis in Passendale.
[2] Vermoedelijk heeft dit niets te maken met nondeju, nondedju. djudingen= vloeken?
[3] Viering van vijftig jaar klooster te Heule op 19 juli 1888, feestdag van de H. Vincentius a Paulo, patroonheilige van het klooster: solemnele mis, Te Deum en middagmaal. In de namiddag: toneelopvoeringen. Op het programma stond een Frans drama ”Gaudentia“ (een drama uit de tijd van de kerkvervolgingen), een Vlaams zangspel Jubilee van Leo XIII en een toneel, gespeeld door de jongste pensionaires, ”La jeune marchande de fleurs”. Om 6 uur voordracht van het gelegenheidsgedicht van Guido Gezelle: ’Nisi Dominus’.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamPassendale
GemeenteZonnebeke

Naam - persoon

NaamNyffels, Virginie; Niffels, Virginie; Augustine (Zuster) (Moeder)
Datums° Bissegem, 08/03/1825 - ✝ Heule, 12/05/1900
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioVirginie Nyffels werd geboren te Bissegem op 8 maart 1825 als enige dochter van werkman Eugenius Ludovicus Nyffels (Bissegem, 08/01/1788 - Bissegem, 07/10/1826) en zijn tweede vrouw Martina Coleta Messiaen (°Gullegem, 30/01/1795). Virginie trad toe tot het klooster van de zusters van Liefde te Heule op 15 februari 1844 en werd er geprofest op 7 juli 1845. Haar kloosternaam was zuster en later moeder Augustine. Ze werd algemeen overste van de Zusters van Liefde van Heule op 19 mei 1864 tot aan haar overlijden. Ze vierde haar zilveren jubileum op 20 mei 1889 en haar gouden jubileum als kloosterzuster op 7 juli 1895. Bij diverse vieringen schreef Guido Gezelle gelegenheidsgedichten o.a. 'Nunnekes, nunnekes, zwart ende wit' (1895). De contacten kwamen er via Gezelles zus Florence, die ook kloosterzuster was bij de Zusters van Liefde. Moeder Augustine kreeg een burgerlijk ereteken 1ste klas op 21 december 1899. Ze stierf te Heule op 12 mei 1900.
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/;
NaamCatteeuw, Mathilde
Datums° Kortrijk, 02/07/1856 - ✝ Kortrijk, 28/09/1943
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid; begijn
BioMathilde Catteeuw werd op 2 juli 1856 in Kortrijk geboren als dochter van opkoper Joannes Catteeuw (Sint-Denijs, 1805 - Kortrijk, 26 juni 1875) en Virginia Wannegue (°Zwevegem, ca. 1813). Ze was dienstbode bij Guido Gezelle in Kortrijk vanaf 1877 en verhuisde met Gezelle mee naar Brugge in 1899. Ze vertelde vaak dat Gezelle haar vroeg: “Mathilde, verstaat gij dat?”, als hij haar iets voorgelezen had. "En als ik het niet goed begreep, veranderde hij hier en daar iets totdat ik het verstond". Na de dood van Gezelle werd ze in 1901 begijn in het begijnhof van Kortrijk. In zijn kroniek over de familie Gezelle had Stijn Streuvels niet één goed woord over voor haar. Zijn moeder Louise en hijzelf raakten bij Gezelle in Kortrijk niet verder dan de keuken, "bij de meid (die ons niet luchten kon!)". In de tekst voor De Vlaamse Linie voegde hij daar trouwens nog aan toe dat hij die meid maar een "dibbe" vond - erger zelfs: "een schuchter, onbeduidend schepsel, onhandig en pernekelachtig, hebbelijkheid eigen aan pastoorsmeiden".
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Kortrijk
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de Familie Gezelle. Brugge: Orion, 1980.; C. D'Haen, De wonde in 't hert: Guido Gezelle, een dichtersbiografie. [Tielt] : Lannoo, [1988]; H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880. Den Bosch : Malmberg, [1980]
NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Naam - plaats

NaamHeule
GemeenteKortrijk
NaamKoekelare
GemeenteKoekelare
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamPassendale
GemeenteZonnebeke
NaamRuiselede
GemeenteRuiselede

Naam - instituut/vereniging

NaamKlooster van de Zusters van Liefde te Heule
BeschrijvingDe congregatie ontstond op initiatief van Agatha Lagae (1799-1864), oudste dochter van notaris-burgemeester Franciscus-Constantinus Lagae van Heule en broer van o.a. dokter Romain en priester Aimé Lagae, die een rol speelden in de geschiedenis van de familie Gezelle. Het klooster is in oorsprong een voortzetting van de armenschool voor weeskinderen die sinds 1809 te Heule bestond, annex zondagsschool. In 1833 besloten Agatha Lagae en een vijftal vrome vrouwen zich in een ‘klooster’ te verenigen en op 7 januari 1834 startten ze hun activiteiten in de bestaande armenschool, uitgebreid met en spin- en naaischool voor meisjes en jongens, een weeshuis voor meisjes en een meisjesburgerschool (in de Mellestraat), de grondslag van het latere Pensionaat. Vier vrouwen legden hun eerste religieuze geloften af op 2 juli 1838. Hiermee werd de officiële stichting van het klooster een feit. Het initiatief nam uitbreiding met een ouderlingenhuis (1845), een kostschool (1870) en een internaat (1871). Vanaf het midden van de negentiende eeuw kende de inmiddels diocesane congregatie een indrukwekkende expansie, met uiteindelijk veertig bijhuizen in vnl. West-Vlaanderen. Het eerste bijhuis werd in 1853 in Otegem opgericht. Andere, zoals Esen (1864), Passendale, (1865) en Kortrijk, Rekollettenstraat (1871), komen in de correspondentie van Guido Gezelle aan bod. De activiteiten van de zusters van Liefde van Heule concentreerden zich op het onderwijsapostolaat, gehandicapten-, bejaarden- en ziekenzorg. In de eerste helft van de twintigste eeuw engageerden de zusters zich ook in missioneringswerk. Agatha Lagae (Moeder Agatha) bleef overste tot haar overlijden in 1864. Ze werd opgevolgd door Zuster Augustine (Virginie Nyffels). In de jaren 1877-1878 was Hugo Verriest een korte tijd priester-directeur van het klooster. Op 15 oktober 1873 trad Florence Gezelle binnen in het klooster van Heule. Ze nam de naam Zuster Colombe aan.
Datering1838-heden
Links[odis]
NaamCongregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Passendale
BeschrijvingDe Zusters van Liefde van Heule stichtten in 1865 een bijhuis (met parochieschool) in Passendale, dorp bij Ieper, deelgemeente Zonnebeke. Zuster Bernarde werd overste in 1867 tot aan haar overlijden in 1907.
Datering1865
Links[odis]

Titel23/10/1887, Passendale, [Florence Gezelle] (= Zuster Colombe) aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Florence]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum23/10/1887
VerzendingsplaatsPassendale (Zonnebeke)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 212x135
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, purperen inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 449
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26705
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitZiet hier wat ik vernomen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.