<Resultaat 5 van 2308

>

p1
Mijnheer
Mr Gezelle
Professeur in het Seminarie
tot Rousselare
 
p2

Het is aen Vader onmogelijk voort te schrijven, hij heeft zeer in zijnen rug en moet zoo gestadig hoesten dat hij teenemal onpasselijk geworden is. wij zullen zoo haest wij dat zaed hebben, zenden, uwen boekzack benevens alle andere dingen die gij gevraegt hebt, gij zult zeker best doen van zelf een paer koussen te koopen, te paeschen zullen wij dan zien wat gij nog te kort hebt, hier is het maer geheel verdrietig. Joseph is ziek, Moeder is ook gedurig niet wel, en Vader gij weet hoe het is, ik geloof dat gij ons alle vergeten hebt in uwe gebeden, sedert dat gij tot Rousselare zijt, indien het zoo is, begint maer zeere op nieuw voor ons huijs te lezen, op dat het algouw mag beteren, ik heb gisteren die beeldekens ontvangen van Mr Loeijs[1] ik zal er vooren zorgen.p4Mr Croutelle heeft agter u gevraegt, gij hebt de groetenissen van Mr Caillou[2]

Vader zal u ook nog wel schrijven, over uwen botanique maer nu is’t hem onmogelik, gij moogt u zulke eene lampe[3] koopen, vader peijst dat het niet te veel zal kosten. Moeder is ook verlegen dat gij u zelven zult te kort doen door uwe beschaemdheijd aen tafel gij moet zien dat Je niet en vermagert.

De complimenten van Van Iseghems,[4] eijndelijk van geheel ons huijsgezin.
Uw toegenegen Zuster
Marie-Louise

Gelieft onze groetenissen te doen aen Mijnheer Felix Huijs,[5] voormits hij spreekt van zijn wijwatervat, t’is t’hopen dat hij er u medegedeeld heeft, om te doen gelijk alle christene menschen.

Geluk

Noten

De brief van Guido Gezelle aan zijn ouders van 29 maart 1854. De botanische tuin of plantentuin die Guido Gezelle vanaf zijn aanstelling aan het kleinseminarie te Roeselare in maart 1854 aanlegde in het kader van zijn lessen botanica in de afdeling filosofie. Het plan werd gelanceerd door een collega van Gezelle, Edouard Lietaer (1820-1904), leraar wiskunde en fysica aan het kleinseminarie van 1844 tot 1851. Lees: opeten. Scheiden. In Gent, vermoedelijk bij de Gentse hovenier Spae. Frans J. Spae was hovenier en bloemist in de Kortrijkstraat en Coupure te Gent. (Wegwyzer der stad Gent en der Provincie Oost-Vlaenderen. Gent: Eug. Vanderhaeghen, 1859, p.402 en Dubbele wegwyzer der stad Gent en der Provincie Oost-Vlaenderen. Gent: Eug. Vanderhaeghen, 1870, p.161) Collectie, verzameling.
[1] Alfons Loys correspondeerde met Gezelle in verband met neogotische prenten, cf. zijn brief van 9 januari 1859 aan Gezelle waarin hij informatie geeft over onderhandelingen met John Philp m.b.t. prijzen ‘des images de Düsseldorf’ (GGA, nr. 3984).
[2] Het is niet duidelijk over wie het hier gaat. Mogelijkheden zijn de Brugse apotheker François Joseph Pierre Cailliau en diens zoon en oud-seminarist François Henri Xavier Cailliau, hoewel het ook zou kunnen gaan om Leo Van Caille, die lid was van de bisschoppelijke commissie voor kloosterzaken en door Louise zou zijn kunnen aangeschreven in verband met een eventuele intrede.
[3] De lamp die Guido Gezelle moet hebben opgemerkt op de kamer van baron Gaspar M.C. von Korff zu Harkotten in het grootseminarie te Brugge. Gezelle schrijft erover in zijn brief van 29 maart 1854.
[4] Het gezin van Joannes (Jan) Jacobus Bernardus Van Iseghem (1769-1849), hovenier, en Isabella Lycke (1780-1859). Zij waren de buren van de familie Gezelle, en tussen 1849 en 1859 tevens hun huisbaas. (R. Lagrain, De laatste paar jaren van Gezelles ouders te Brugge. In: Biekorf 95, 1995, p. 369-374).
[5] Het is niet duidelijk waarom Victor Huys soms Felix genoemd werd, maar het gaat wel degelijk om Victor, die niet alleen een oude schoolvriend van Gezelle was, maar ook een collega aan het Kleinseminarie.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be

Briefschrijver

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFaict, Joannes Josephus
Datums° Leffînge, 22/05/1813 - ✝ Brugge, 04/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, professor, superior, erekanunnik, vicaris-generaal, coadjutor, bisschop
BioIn 1834 was J.J. Faict, zoon van Henri Faict, brouwer, en Marie Hellinck, laureaat van de retorica aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd doctor in de theologie, wijsbegeerte en letteren. Op 09 juni 1838 werd hij te Brugge door Mgr. Boussen tot priester gewijd. Hij werd professor kerkgeschiedenis en wetenschappen (12/01/1839) en professor theologie (oktober 1840) aan het grootseminarie in Brugge. Vanaf augustus 1849 tot oktober 1856 was hij superior van het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd erekanunnik (29/12/1853) en vicaris-generaal van Mgr. Malou op 18/10/1856. In september 1862 werd hij huisprelaat van paus Pius IX en op 25/02/1864 coadjutor van Mgr. Malou. Hij was bisschop van Brugge van 18/10/1864 tot aan zijn dood in 1894.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoverste, correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
NaamHuys, Victor; Huus; Felix
Datums° Geluwe, 17/06/1829 - ✝ Zillebeke, 09/01/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppastoor; onderpastoor; leraar
BioVictor Leo Huys werd op 17 juni 1829 te Geluwe geboren als zoon van Ivo Huys (1792-1875), smid, en Isabella-Clara Ghesquiere (1792-1867). Na zijn middelbare studies aan het college van Menen, studeerde hij samen met Gezelle aan het grootseminarie te Brugge. Ze raakten bevriend en werden op dezelfde dag, 10 juni 1854, tot priester gewijd in de Sint-Salvatorkathedraal. Ook waren ze een tijdlang collega’s aan het Kleinseminarie van Roeselare, waar Victor in september 1853 als leraar gestart was. Dit zou hij nog doen tot 1862. In deze periode ontpopte hij zich ook tot begenadigd schrijver: vanaf 25 april 1857 schreef hij in de Standaerd van Vlaenderen een reeks Bakeland-legenden, die in 1860 ook als boek werden gepubliceerd onder de titel ‘Baekeland, of de Rooversbende van ’t Vrybusch. West-Vlaemsche Legenden’. In 1861 volgde de publicatie van ‘De legenden van Sinte Franciscus van Assizië’, waaraan Gezelle had bijgedragen. In 1862 werd Victor Huys benoemd tot onderpastoor te Wervik, waar hij bleef tot aan zijn overplaatsing naar Zillebeke in 1874. Daar werd hij pastoor en kreeg hij vanaf 1878 hulp van Jozef Gezelle als onderpastoor. Met de steun van baron de Vinck richtte hij in Zillebeke een katholieke school op. Ook publiceerde hij nog ‘Spiegel der Jonkheid’ en een werkje over de heilige Catharina, patroonheilige van zijn parochie. Na er dertig jaar pastoor geweest te zijn, overleed hij op 9 januari 1905.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medeseminarist; collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://schrijversgewijs.be/schrijvers/huys-victor-l/; https://nl.geneanet.org/;
NaamLietaer, Eduardus J.
Datums° Aalbeke, 02/03/1820 - ✝ Kortrijk, 03/08/1904
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; geestelijk directeur; pastoor
BioEdward Lietaer, zoon van Joseph Lietaer, vlashandelaar, en Colette Cousin, werd op 10/06/1843 tot priester gewijd te Brugge. In september 1844 werd hij leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Vervolgens werd hij te Tielt principaal van het college (25/08/1851), directeur van het weeshuis en geestelijk directeur van de religieuzen van de H. Familie (08/1861). Hij werd pastoor te Rollegem (03/10/1867) en te Moeskroen (27/09/1873).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamLoys, Alphonsus Eugenius
Datums° Gent, 28/09/1832 - ✝ Roeselare, 28/12/1912
GeslachtMannelijk
BioAlfons Loys werd geboren te Gent op 28 september 1832 als zoon van Desiderius, majoor bij de Franse rijkswacht, en Juliana Waignien. Hij studeerde Latijn aan het bisschoppelijk college van Menen, en kwam er terug als leraar in september 1855. Op 22 december van dat jaar werd hij tot priester gewijd in Brugge. Hij werd achtereenvolgens onderpastoor in de Sint-Blaaskerk te Jabbeke (1859), in de Sint-Maartenskerk te Ardooie (1861), in de Sint-Michielskerk te Roeselare (1865), legeraalmoezenier van het garnizoen in Brugge (1872), pastoor in de Sint-Medaarskerk van Eernegem (1874), en ten slotte pastoor-deken van de Sint-Michielskerk te Roeselare (1877). Een uitgebreid in memoriam in ‘Het Iseghemsche Volk’ omschreef hem als vriendelijk en goedhartig van aard, terwijl hij door zijn fiere houding en scherpe blik gezag uitstraalde. Na de afkondiging van de wet Humbert door de liberale regering Frère-Oban in 1879 ijverde hij strijdvaardig voor het katholiek onderwijs en de vrijheid van godsdienst in Roeselare. De herstellingswerken van de Sint-Michielskerk werden door hem geconcipieerd en georganiseerd, maar door zijn dood heeft hij de voltooiing ervan niet meer kunnen aanschouwen. Gotische kerkgewaden en plechtige gezangen gaven zijn misvieringen de nodige luister. Rijk en arm stond hij bij met raad en daad. Na een slepende ziekte overleed hij op zaterdag 28 december 1912.
Links[odis]
Bronnen https://www.yumpu.com/nl/document/read/19847134/03-01-1913-ten-mandere-izegem (Dood van Zeer Eerw. Heer Loys, in: 'Het Iseghemsche Volk' (03/01/1913)); https://www.delcampe.net/en_GB/collectables/devotion-images/eerwaarde-alfons-loys-gent-1832-roeselare-1912-leraar-college-menen-aalmoezenier-leger-brugge-jabbeke-ardooie-eernegem-1833751392.html?refresh=bids#tab-bids;
NaamVan Caillie, Leo
Datums° Brugge, 26/01/1805 - ✝ Brugge, 11/09/1874
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; missionaris; directeur; erekanunnik
BioLeo Van Caillie werd op 22 december 1832 tot priester gewijd te Gent. Daarna werd hij leraar aan het nieuwe college van Menen (1833) en leraar godgeleerdheid en schriftuur bij de recollecten van Tielt (1837). Na een korte onderbreking als missionaris (1840) werd hij in 1842 geestelijk bestuurder van de zusters apostolinen te Brugge. Op 23 januari 1852 werd hij lid van de bisschoppelijke commissie voor kloosterzaken. Drie jaar later werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Anderhalf jaar voor zijn dood op 11 september 1874 werd hij titulair kanunnik.
Links[odis]
Naamvon Korff zu Harkotten, Gaspar Maximilian Carl
Datums° Münster, 07/07/1813 - ✝ Gent, 20/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor
VerblijfplaatsDuitsland
BioGaspar Maximilian Carl von Korff zu Harkotten werd op 7 juli 1813 geboren als zoon van Friedrich von Korff zu Harkotten en Rosina Schmising. Baron Gaspar von Korff behoorde tot de katholieke adel in de streek rond Münster. Tot 1848 was hij vrederechter te Berlijn, waar hij moeilijkheden ondervond omwille van zijn katholieke overtuiging. Hij kwam studeren in Leuven, waar hij J.B. Malou ontmoette, toen hoogleraar theologie en in 1849 bisschop van Brugge. In oktober 1851 startte Von Korff zijn priesteropleiding aan het grootseminarie van Brugge, en werd tot priester gewijd op 2 juni 1855. In de Almanach der bisdommen Gent en Brugge 1856 staat hij bij de wijdingen vermeld als De Korff. Hij verbleef eerst in Meetkerke (om er de Vlaamse taal te leren) en werd in 1856 onderpastoor te Marke. Wegens ziekte nam hij in 1874 echter ontslag. Hij overleed te Gent in 1884. Gezelle ontmoette Von Korff tijdens zijn opleiding aan het Brugse seminarie (1850-1854).
NaamVan Iseghem, Joannes Jacobus Bernardus
Datums° Brugge, 08/1769 - ✝ Brugge, 23/07/1849
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioJoannes Jacobus Bernardus Van Iseghem was de zoon van Mattheus Laurentius Franciscus Van Iseghem en Catharina Baes. Hij werd op 25 augustus 1769 gedoopt in de St. Annakerk te Brugge en huwde op 1 maart 1802 met Isabella Francisca Lycke (1780-1859). Samen hadden ze negen kinderen: Carolus (°1802), Emanuel (°1805), Petrus (°1808), Isabella (°1810), Maria (°1813), Joanna (°1815), Joannes (°1818), Franciscus (°1820) en Anna (°1823). Joannes was hovenier en woonde met zijn gezin in de Rolweg wijk A10, nr. 86 te Brugge, naast het huis (richting stadscentrum), nr. 85, dat Pieter-Jan Gezelle met zijn gezin betrok vanaf 1828 (Guido Gezelles geboortehuis) tot aan zijn gedwongen verhuizing eind 1848. Vanaf 1849 tot 1859 huurde vader Gezelle van zijn nieuwe huisbaas Van Iseghem een huis met hof aan de overkant van de Rolweg, tegenover de woonst van de Van Iseghems. Het was een grotere woning dan het geboortehuis van Guido Gezelle, en voorzien van 4.500 vierkante meter grond. Joannes Van Iseghem overleed in de Rolweg op 23 juli 1849.
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; https://gw.geneanet.org/bcallens?n=van+iseghem&oc=&p=joannes+jacobus+bernardus; R. Lagrain, De laatste paar jaren van Gezelles ouders te Brugge. In: Biekorf 95, 1995, p. 369-374
NaamCroutelle, Ludovicus Joannes; Croutelle, Louis Jean
Datums° Brugge, 01/03/1798 - ✝ Brugge, 08/06/1876
GeslachtMannelijk
Beroepdeurwaarder
BioLouis Jean (Ludovicus Joannes) Croutelle werd op 1 maart 1798 geboren te Brugge als zoon van Ludovicus Croutelle (1773-1837) en Barbara Blandina Maximiliana Joos (1774-1837). Hij was deurwaarder en trouwde op 19 april 1828 met de weduwe Joanna Dominica Heltzel (1807-1886), waarmee hij 12 kinderen kreeg. Hij stierf op 8 juni 1876 te Brugge. Een van zijn zonen, Leo Joseph Maria, geboren in Brugge op 19 september 1845, schreef zich op 11 januari 1865 als leek in aan het Engels Seminarie. Daar vertrok hij op 2 oktober 1868 om naar Engeland te gaan. Daar werd hij tot priester gewijd. Hij overleed in Lyme Regis, Dorsetshire op 4 december 1919.
Bronnen https://gw.geneanet.org/declercq01?n=croutelle&oc=&p=louis+jean; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamCailliau, François Joseph Pierre
Datums° Ieper, 16/07/1798 - ✝ Brugge, 02/11/1863
GeslachtMannelijk
Beroepapotheker
BioFrançois Joseph Pierre Caillou werd op 16 juli 1798 te Ieper geboren als zoon van Henricus Josephus Caillau (1765-1821) en Felicitas Susanna Lucien (1763-1846). Hij was op 19 juni 1832 in Lissewege getrouwd met Coleta Franckin (Dudzele, 19 februari 1807 – Brugge, 25 april 1881), waarmee hij negen kinderen kreeg. Het gezin vestigde zich in Brugge, waar hij apotheker was in de Hoogstraat. Hij overleed in Brugge op 2 november 1863.
Bronnen https://www.familie-cailliau.be/getperson.php?personID=I1091&tree=tree1; https://www.archiefbankbrugge.be/;
NaamCailliau, François Henri Xavier; Cailliau, Frans
Datums° Brugge, 16/05/1833 - ✝ Assebroek, 24/09/1908
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor; pastoor
BioFrançois Henri Xavier Cailliau werd op 16 mei 1833 te Brugge geboren als zoon van de Brugse apotheker François Joseph Pierre Caillou (1798-1863) en Coleta Franckin (1807-1881). Hij werd op 17 mei 1856 tot priester gewijd in Brugge en op 29 september van datzelfde jaar benoemd tot onderpastoor in Blankenberge. Daarna werd hij achtereenvolgens onderpastoor in Sint-Baafs-Vijve (1859), Hoogstade (1864), Poelkapelle (1870) en Sint-Eloois-Vijve (1877). Vanaf 3 september 1884 was hij pastoor van het stedelijk kerkhof van Brugge te Assebroek, waar hij overleed op 24 september 1908.
Links[odis]
Bronnen https://www.familie-cailliau.be/getperson.php?personID=I1091&tree=tree1; https://www.archiefbankbrugge.be/;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamGent
GemeenteGent
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Roeselare
BeschrijvingHet klein seminarie werd opgericht onder het Frans bewind en herstartte officieel in 1830 als bisschoppelijk college. In 1846 werden de Latijnse klassen aangevuld met een handelsafdeling Saint-Michel, waaraan ook een lagere basisschool verbonden was. Dit Sint-Michielsinstituut fungeerde als een voorbereiding op de humaniora. Het klein seminarie trok heel wat katholieke leerlingen uit Engeland en Ierland aan. In 1849 werd hiervoor een aparte Engelse afdeling opgericht. Vanaf hetzelfde jaar werd ook een filosofieafdeling ingericht als voorbereiding op de priesteropleiding. Gezelle volgde er secundair onderwijs van 1 oktober 1846 tot 19 augustus 1850. Vanaf 21 maart 1854 tot 21 augustus 1860 kwam hij er terug als leerkracht. Zijn eerste drie bundels waren nauw verbonden met deze periode. Ook nadien hield hij een intens contact met zijn oud-leerlingen.
Datering1830
Links[odis], [wikipedia]

Titel02/04/1854, Brugge, [Pieter-Jan Gezelle en Louise Gezelle] aan Guido Gezelle
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research); Peter De Baets (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Pieter-Jan]
Verzender[Gezelle, Louise]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum02/04/1854
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van de brieftekst en de signering; handschrift van Pieter-Jan Gezelle en Louise.
Gepubliceerd inBrieven van, aan en over Gezelle II, p. 6-7 (3b)
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 199x157
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven; zijde 4 met adres, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden zijde 4 tot omslag gevouwen
rode laksluiting en afgescheurde postzegel op adreszijde
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 453 G
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26709
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitWe hebben uwe brief van den 29
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.