Noten

[1] Katharine Woodlocks familie woonde op het adres Nieuwe Wandeling 82 te Brugge.
[2] Verwijzing naar het schilderij ‘De Kruisafneming’ van Peter Paul Rubens. Het drieluik staat opgesteld boven een altaar in de Onze Lieve Vrouwekathedraal in Antwerpen.
[3] Katharine heeft nog in Frankrijk gewerkt, en verwijst hiernaar in haar brief aan Guido Gezelle van 24 mei 1868. Mogelijk betrok zij daar een post bij deze Madame de Logivière.
[4] Dublin had meerdere Presentatie kloosters in de negentiende eeuw, daardoor is het niet met zekerheid te zeggen over hetwelk Katharine het exact heeft.
[5] Toevallig of niet is Sint Cecilia de patroonheilige van de musici en zangers.
[6] Wellicht verwijst ze hier naar Father Frank Murphy, die ze ook later in haar briefwisseling vermeldt (zie haar brief aan Guido Gezelle van december 1869 en haar brief aan Guido Gezelle van 08/01/1870). Hij was in 1865 verbonden aan de Jezuïetenkerk Franciscus Xaverius in de Upper Gardiner Street in Dublin en heeft Kate Woodlock hem daar ontmoet.
[7] Zowel ‘doat’ als ‘duck’ is een (verouderde) soort troetelnaam. De eerste is verwant aan ‘to dote’ wat ‘dol zijn op (iets of iemand)’ betekent. De tweede wordt nog steeds gebruikt, maar vooral door oudere personen naar jongere personen toe. (Met dank aan Anna Dorofeeva en Marc Smith).
[8] Verwijzing naar Frances, Mary of Christine Woodlock.
[9] John Bull is een denkbeeldige figuur die symbool staat voor het Verenigd Koninkrijk, en in het bijzonder Engeland. In karikaturen wordt Bull voorgesteld als een kloeke achttiende-eeuwse boer. Zijn omvang en rozige bollen wangen wijzen op zijn welvarendheid en goede gezondheid.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/

Briefschrijver

NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamDublin

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/
NaamWoodlock, William (jr.)
Datums° Dublin, 10/02/1832 - ✝ Dublin, 12/06/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppolitierechter; advocaat
VerblijfplaatsIerland
BioWilliam Woodlock jr. werd op 10 februari 1832 in Dublin, Ierland, geboren en overleed op 12 juni 1890 te 15, Mountjoy-Square North in Dublin, waar hij samen met zijn vrouw Fanny Dillon (1832-1916) woonde. Hij was de oudste zoon van William Woodlock (1801-1883) en Catherine Teeling (1808-1885) en bouwde een carrière uit als magistraat. Rond 1853 was hij student aan de Kings Inn, de school voor juristen in Dublin. In 1868 werd hij als advocaat geregistreerd op het adres 1, Upper Temple Street. Tussen 1873 en 1890 was hij verbonden aan de politierechtbank van Dublin. Bij het overlijden van zijn vader in 1883 was hij rechter bij de correctionele rechtbank in Dublin. Hij gaf toen het overlijden van zijn vader in Brugge aan.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.familysearch.org/nl/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamWoodlock, Frances; Fannie
Datums° Dublin, 1843 - ✝ München, 23/05/1914
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland; Duitsland
BioFrances Woodlock was de dochter van William Woodlock en Catharine Teeling. Ze werd geboren in Dublin in 1843 en was een zus van Katharine Woodlock. Samen met het gezin Woodlock woonde ze een tijdje op de Nieuwe Wandeling te Brugge en maakte er zo deel uit van de Engelse kolonie. Later werkte Frances als gouvernante in Torquay, Devon, Engeland bij Caroline Josephine von Seckendorff (Mergaentheim, 31/10/1823 - München, 15/10/1911), dochter van Carl Franz Freiherr von Seckendorff en Antonia Roth von Schreichenstein, Freifrau von Seckendorff. Caroline was de weduwe van de jong gestorven Beierse industrieel Julius Freiherr von Eichthal (1822-1860), een telg uit een oorspronkelijk Joodse familie van bankiers. Het echtpaar had twee kinderen Elizabeth (München, 1858 - Kleeberg, 1944) en Rudolph (°München, 1860). Frances stond in voor de opvoeding van beide kinderen. Zelf bleef ze ongehuwd, maar we mogen aannemen dat ze de rest van haar leven bij Caroline von Eichthal bleef werken, aangezien ook Frances, net als haar werkgeefster, in München overleed .
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; https://www.familysearch.org/nl/
NaamWoodlock, Christine Maria; Christina
Datums° Dublin, 18/12/1848 - ✝ Lima, 01/05/1915
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsIerland; Peru
BioChristine Mary Woodlock was de dochter van William Woodlock en Catharine Teeling. Ze werd geboren in Dublin op 18 december 1848 en werd vier dagen later, op 22 december 1848, gedoopt in Kingstown, Dublin. Ze kreeg middelbaar onderwijs in het Dominican College Sion Hill (secundaire school voor meisjes) in Dublin. Ze was een zus van Katharine Woodlock. Samen met het gezin Woodlock woonde ze een tijdje op de Nieuwe Wandeling te Brugge en maakte er zo deel uit van de Engelse kolonie. Na haar verblijf in Brugge week ze ca. 1875 uit naar Peru waar ze op 2 maart 1875 in Callao, Lima huwde met de Engelse ingenieur John McWilliam Aitken (°Carlisle, Cumberland, 06/11/1845). Het echtpaar kreeg minstens drie kinderen: John Aurelius Joseph, Mary Catherine en Victoria Mary. Christine overleed op 1 mei 1915 in Lima, Peru.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; New Zealand Tablet (5 augustus 1915)
NaamWoodlock, Joseph
Datums° Dublin, 03/09/1820 - ✝ Dublin, 22/08/1905
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsIerland
BioJoseph Woodlock werd geboren op 3 september 1820 in Dublin, Ierland, en overleed daar op 84-jarige leeftijd op 22 augustus 1905. Hij was de zoon van William Woodlock (1770- ca.1834) en Mary Catherine Cleary (1771-1856). Als broer van William Woodlock (1801-1883) was Joseph de oom van Kate Woodlock.
Bronnen https://gw.geneanet.org/digemup325?n=woodlock&oc=&p=joseph
NaamDillon, Frances Mary; Fanny
Datums° Dublin, ca. 1832 - ✝ Dublin, 09/1916
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsIerland
BioFrances Mary 'Fanny' Dillon werd circa 1832 in Dublin, Ierland, geboren en overleed in september 1916 in Zuid-Dublin, Ierland. Ze huwde met William Woodlock jr. (1832-1890), waarmee ze twee kinderen kreeg: Mary Woodlock (1870-1876) en Frances Woodlock (°1876). Ze was de schoonzus van Kate Woodlock.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/
Naamd'Anethan, Félicie
Datums° Habay-la-Vieille, 11/10/1838 - ✝ Brugge, 26/02/1901
GeslachtVrouwelijk
Beroepbarones
BioFélicie d’Anethan werd op 11 oktober 1838 geboren in Habay-la-Vieille, Luxemburg als dochter van Pierre Félix Joseph d’Anethan en Gudule Isabelle Séraphie Joséphine de Mesnil de Volkrange. Op 12 december 1864 huwde Félicie met Léon Emmanuel Marie Ghislain, Baron Ruzette (1836-1901), waarmee ze één zoon kreeg: Albéric Emmanuel Henri Marie Ghislain Ruzette (1866-1929). Toen Kate Woodlock bij haar in dienst was als gouvernante moet Albéric ongeveer één jaar oud zijn geweest. Madame d’Anethan moet op dat moment iets jonger dan 30 jaar zijn geweest. Zij zou op 26 februari 1901 op tweeënzestigjarige leeftijd overlijden in het huis A4 op het Sint-Maartensplein in Brugge.
Bronnen https://nl.geneanet.org/
Naamde Chaumontel, Marie-Caroline Germaine; Madame de Logivière
Datums° Montpinçon-Château de Meautry, 27/11/1832 - ✝ Le Mans, 09/09/1915
GeslachtVrouwelijk
Beroepgravin
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie-Caroline Germaine de Chaumontel werd geboren op 27 november 1832 in Montpinçon-Château de Meautry, Frankrijk en overleed op 9 september 1915 in Le Mans, Frankrijk. Ze was de oudste dochter van graaf Amédée Félix de Chaumontel (1803-1869) en Marie Elisabeth Anastasie Gaultier de Saint Basile (1809-1885). Op 16 augustus 1853 huwde ze met graaf Gustave Jacques de Lentaigne de Logivière (1828-1896), met wie ze acht kinderen kreeg. Katharine Woodlock werkte een tijdje bij haar in Frankrijk als gouvernante.
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamWoodlock, Mary
Datums° Dublin, 25/08/1841 - ✝ Port of Spain, Trinidad, 30/08/1896
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsIerland; Trinidad
BioMary Woodlock was de dochter van William Woodlock en Catharine Teeling en een zus van Katharine Woodlock. Ze werd geboren in Monkstown, Dublin en werd op 30 augustus 1841 in Kingstown gedoopt. Samen met het gezin Woodlock woonde ze een tijdje op de Nieuwe Wandeling te Brugge en maakte er zo deel uit van de Engelse kolonie. In 1886 was ze de enige uitvoerder van het testament van haar moeder Catherine Teeling, die in 1885 in Brugge overleed. Ze was op dat moment ongehuwd en woonde op 15 Mountjoy-square in Dublin bij haar oudste broer, William. Diens dood in 1890 was mogelijk de aanleiding voor haar om naar Trinidad te gaan, bij haar jongste broer Arthur die er geneesheer was. Ze werd er secretaris van het Trinidad Public Library Committee, en als bibliothecaris stelde ze de catalogus van de bibliotheek samen. Ze overleed op 30 augustus 1896 in Port of Spain. Kate Woodlock en Arthur Woodlock waren de uitvoerders van haar testament.
Bronnen https://nl.geneanet.org/ ; The Trinidad and Tobago Official Commercial Register and Almanach 1894, Trinidad, 1893, p. 74; https://archivespace.sta.uwi.edu/repositories/2/archival_objects/440
NaamMurillo, Bartolomé Esteban
Datums° Sevilla, 12/1617 - ✝ Sevilla, 03/04/1682
GeslachtMannelijk
Beroepkunstschilder; tekenaar
VerblijfplaatsSpanje
BioBartolomé Esteban Murillo was een Spaanse kunstschilder uit Sevilla die vooral gekend staat omwille van zijn religieuze werken die tot de barok behoren. Zijn schilderijen kenmerken zich door een 'zoete', vreedzame sfeer.
Links[wikipedia]
NaamMurphy, Francis; Father Frank
Datums° Cork, 13/09/1814 - ✝ Melbourne, 20/04/1898
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; rector
VerblijfplaatsIerland; Italië; Australië
BioFrancis Murphy werd op 13 september 1814 geboren in Cork, County Cork, Ierland, en twee dagen later gedoopt in St. Finbarr's, Cork. Zijn ouders waren Daniel Murphy en Frances Donogan. Hij trad op 24 oktober 1830 in bij de Jezuïeten in San Andrea, Rome, Italië, en werd priester gewijd in 1843. Hij studeerde theologie in Leuven in 1841, en uit 1844 is er zelfs een verslag van een mondeling examen in Leuven van hem bewaard. Daarna was hij actief in verschillende Jezuïetencolleges in Ierland: Clane (Clongowes Wood College), Tullabeg (St. Stanislaus College) en Dublin (Belvedere College, Great Denmark Street). In dit laatste college was hij tevens rector ca. 1858. In 1865 was hij verbonden aan de Jezuïetenkerk Franciscus Xaverius in de Upper Gardiner Street in Dublin. In de vroege jaren 1870 vertrok hij naar Australië, waar hij ca. 1872 rector was van het St. Patrick's College in Melbourne. Hij overleed in dit St. Patrick's College op 20 april 1898.
Bronnen https://www.jesuitarchives.ie/murphy-francis-1814-1898-jesuit-priest; https://www.ancestry.co.uk/

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen
NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLonden
NaamDublin

Naam - instituut/vereniging

NaamNational Gallery
BeschrijvingMuseum voor schilderkunst dat gelegen is aan de noordkant van Trafalgar Square in Londen. Het museum werd opgericht in 1824 en biedt een overzicht van de West-Europese schilderkunst uit de periode tussen 1250 en 1900.
Datering1824-heden
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Woodlock, Katharine M.

Correspondenten

Gezelle, Guido
Woodlock, Katharine M.

Naam - instituut/vereniging

National Gallery

Naam - persoon

onbekend
Woodlock, Katharine M.
Woodlock, William (jr.)
Woodlock, Frances
Woodlock, Christine Maria
Woodlock, Joseph
Dillon, Frances Mary
d'Anethan, Félicie
de Chaumontel, Marie-Caroline Germaine
Woodlock, Mary
Murillo, Bartolomé Esteban
Murphy, Francis

Naam - plaats

Antwerpen
Brugge
Londen
Dublin

Plaats van verzending

Dublin
Titel27/08/1867, Dublin, Katharine M. Woodlock aan [Guido Gezelle]
EditeurAmber Sonck; Marc Carlier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWoodlock, Katharine M.
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum27/08/1867
VerzendingsplaatsDublin
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 dubbele vellen, 211x136
wit
papiersoort: 7 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 502
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26757
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitHere I am at long
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.