Ook een brief[1] waarbij Mw Tinel, daags na de plechtigheid, Gezelle nogmaals bedankt om het dichtje.[2]
Noten
[1] De locatie van de originele brief van Emma Coeckelbergh van 1 juli 1889 is onbekend. Er is bestaat enkel deze beperkte inhoudsbeschrijving in: Jubileumuitgave van Guido Gezelle’s volledige werken, Tijdkrans II, Brussel: N.V. Standaard-Boekhandel, 1931, p.170 (voetnoot).
[2] Het eerstecommuniegedicht dat ze voor haar zoon Joseph Tinel had aangevraagd op 13 april 1889. Joseph deed zijn communie op 30 juni te Mechelen. Het gelegenheidsdrukwerk met Gezelles gedicht wordt bewaard in het Guido Gezellearchief nr. 496.