<Resultaat 1045 van 2585

>

p1
Eerweerde Heer

…. Volgens belofte zend ik u het volgende stukje welk ik over eenigen tyd in Zeeuwschen tongval van Westelyk Zuid Beveland geschreven heb............[1]

Misschien echter vindt vindt[2] de Eerweerde Heer Gezelle er iets in, wat by de studie der verschillende gewestspraken niet geheel onbelangryk is.

Ik kan den naam van den Eerweerde Heer Gezelle niet noemen, zonder hem hartelyken dank te brengen voor het woord, ik zeg niet van hooge waardering, maar van vierige geestdrift in Rond den Heerd geschreven, en zoo als ik veronderstel, te Thielt uitgesproken.[3]

Ik ben te zeer vreemdeling op het gebied der taalvorschinge, ik durf m dus niet aanmatigen over het bezielend woord van Mynheer Gezelle een oordeel te vellen. Een lofspraak uit mynen mond kan geen waarde hebben.

Liever geve ik den indruk, dien dat woord op my maakte. Het was rouwep2om het sterven van dien braven, geleerden werkzamen priester om het verlies dat Vlaanderen dat Nederland in hem leed; het was schaamte om myne geringe bekendheid met zulk een man; het was een vast besluit om my zyne werken aan te schaffen; het was vreugde omdat zulk een man op zulk eene wyze was geëerd geworden en zulk eenen lofredenaar gevonden had....

A. R. Pr.
Hageveld, by Leiden. 3 October 1885

Noten

[1] Gepubliceerd als ’De spreektale in Westelijk Zuid-Beveland‘. In: Rond den Heerd: 21 (25 maart 1886) 18, p.139-140.
[2] sic
[3] Reactie op de rede van Guido Gezelle uitgesproken op de L.L. De Boherdenking te Tielt en gepubliceerd als: Guido Gezelle, Kerkhofblommen geplukt bij het graf van zaliger den zeer eerweerden Heer Pastor en Deken L.-L. De Bo.’ In: Rond den Heerd: 20 (4 oktober 1885) 45, p.349-356.

Register

Correspondenten - personen

NaamDuclos, Adolf Juliaan
Datums° Brugge, 30/08/1841 - ✝ Brugge, 06/03/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; pastoor; kanunnik, ere-kanunnik, leraar; historicus; auteur, redacteur; diocesaan inspecteur
BioAdolf Duclos, zoon van Desiderius Duclos, apotheker en een van de stichters van de katholieke partij in 1860, en Hortencia Bogaert, wier vader en grootvader de stichters waren van de 'Gazette van Brugge', werd geboren in de Kuipersstraat te Brugge. Hij liep school in het atheneum te Brugge, het college te Ieper en het Brugse Sint-Lodewijkscollege. In oktober 1860 ging hij naar het kleinseminarie in Roeselare (filosofie 1861), en volgde een jaar later een priesteropleiding aan het grootseminarie in Brugge. Daar ontmoette hij Guido Gezelle. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 10/06/1865 van Mgr. Faict. Hij ging lesgeven aan het college van Torhout (17/09/1865), en werd vanaf 1868 ondersecretaris en bewaarder van de relikwieën in het bisdom. In 1871 volgde hij Guido Gezelle op als redacteur van het tijdschrift Rond den Heerd. In 1874 was hij stichtend voorzitter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. In 1875 was hij ook betrokken bij de stichting van het Brugse Davidsfonds. Belangrijk was ook zijn betrokkenheid als bestuurslid en voorzitter van de Société Archéologique de Bruges, de voorloper van het Brugse Gruuthusemuseum. Hij was ook de auteur van historische werken en actief bij de organisatie van Brugse stoeten en processies. Vervolgens werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal (29/08/1884), pastoor in Pervijze (25/11/1889) en pastoor in Ieper (21/07/1897). Op 20 mei 1903 keerde hij naar Brugge terug als kanunnik van de Brugse kathedraal. Op 13 december 1910 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges, en was ten slotte werkzaam als kanunnik-cantor (13/12/1911).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker en uitgever van Rond den Heerd; Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamDe Rijk, Jacobus Augustinus
Datums° Hilversum, 23/09/1831 - ✝ Voorhout, 10/03/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; landschapsschilder; (hoog)leraar; dichter; redacteur
VerblijfplaatsNederland
BioDe Rijk was een oud-leerling van Alberdingk Thijm. Hij werd zelf leraar in 't Kleenseminarie van Hageveld (Noordwijk) en gaf er diverse vakken. Later werd hij ook hoogleraar wijsbegeerte aan hetzelfde instituut. Hij leverde bijdragen voor de tijdschriften "De katholiek" en "Bijdragen voor geschiedenis van het Bisdom Haarlem". Hij werd later redacteur van beide tijdschriften.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=10&page=437&view=imagePane

Briefschrijver

NaamDe Rijk, Jacobus Augustinus
Datums° Hilversum, 23/09/1831 - ✝ Voorhout, 10/03/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; landschapsschilder; (hoog)leraar; dichter; redacteur
VerblijfplaatsNederland
BioDe Rijk was een oud-leerling van Alberdingk Thijm. Hij werd zelf leraar in 't Kleenseminarie van Hageveld (Noordwijk) en gaf er diverse vakken. Later werd hij ook hoogleraar wijsbegeerte aan hetzelfde instituut. Hij leverde bijdragen voor de tijdschriften "De katholiek" en "Bijdragen voor geschiedenis van het Bisdom Haarlem". Hij werd later redacteur van beide tijdschriften.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=10&page=437&view=imagePane

Briefontvanger

NaamDuclos, Adolf Juliaan
Datums° Brugge, 30/08/1841 - ✝ Brugge, 06/03/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; pastoor; kanunnik, ere-kanunnik, leraar; historicus; auteur, redacteur; diocesaan inspecteur
BioAdolf Duclos, zoon van Desiderius Duclos, apotheker en een van de stichters van de katholieke partij in 1860, en Hortencia Bogaert, wier vader en grootvader de stichters waren van de 'Gazette van Brugge', werd geboren in de Kuipersstraat te Brugge. Hij liep school in het atheneum te Brugge, het college te Ieper en het Brugse Sint-Lodewijkscollege. In oktober 1860 ging hij naar het kleinseminarie in Roeselare (filosofie 1861), en volgde een jaar later een priesteropleiding aan het grootseminarie in Brugge. Daar ontmoette hij Guido Gezelle. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 10/06/1865 van Mgr. Faict. Hij ging lesgeven aan het college van Torhout (17/09/1865), en werd vanaf 1868 ondersecretaris en bewaarder van de relikwieën in het bisdom. In 1871 volgde hij Guido Gezelle op als redacteur van het tijdschrift Rond den Heerd. In 1874 was hij stichtend voorzitter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. In 1875 was hij ook betrokken bij de stichting van het Brugse Davidsfonds. Belangrijk was ook zijn betrokkenheid als bestuurslid en voorzitter van de Société Archéologique de Bruges, de voorloper van het Brugse Gruuthusemuseum. Hij was ook de auteur van historische werken en actief bij de organisatie van Brugse stoeten en processies. Vervolgens werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal (29/08/1884), pastoor in Pervijze (25/11/1889) en pastoor in Ieper (21/07/1897). Op 20 mei 1903 keerde hij naar Brugge terug als kanunnik van de Brugse kathedraal. Op 13 december 1910 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges, en was ten slotte werkzaam als kanunnik-cantor (13/12/1911).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker en uitgever van Rond den Heerd; Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare

Plaats van verzending

NaamVoorhout

Naam - persoon

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk; Leenaert
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/07/1873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamDe Rijk, Jacobus Augustinus
Datums° Hilversum, 23/09/1831 - ✝ Voorhout, 10/03/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; landschapsschilder; (hoog)leraar; dichter; redacteur
VerblijfplaatsNederland
BioDe Rijk was een oud-leerling van Alberdingk Thijm. Hij werd zelf leraar in 't Kleenseminarie van Hageveld (Noordwijk) en gaf er diverse vakken. Later werd hij ook hoogleraar wijsbegeerte aan hetzelfde instituut. Hij leverde bijdragen voor de tijdschriften "De katholiek" en "Bijdragen voor geschiedenis van het Bisdom Haarlem". Hij werd later redacteur van beide tijdschriften.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=10&page=437&view=imagePane

Naam - plaats

NaamTielt
GemeenteTielt
NaamLeiden

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Hageveld
BeschrijvingHet bisschoppelijk kleinseminarie Hageveld in Heemstede van het bisdom Haarlem, werd opgericht in 1817. Jacobus Augustinus De Rijk, een van de leerkrachten was correspondent van Gezelle.
Datering1817
Links[wikipedia]

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

GebeurtenisRuitebrekersrede Tielt
Periode30/09/1885
BeschrijvingGezelle houdt een rede te Tielt, bij de herdenking van L.L. De Bo, waarin hij zich scherp afzet tegen ‘tuimelperten' en 'verwaande ruitebrekerije van machtelooze kinders', meer bepaald de actie van de Vlaamse studenten te Leuven.

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Indextermen

Briefontvanger

Duclos, Adolf Juliaan

Briefschrijver

De Rijk, Jacobus Augustinus

Correspondenten - personen

Duclos, Adolf Juliaan
De Rijk, Jacobus Augustinus

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

Ruitebrekersrede Tielt

Naam - instituut/vereniging

kleinseminarie Hageveld

Naam - persoon

De Bo, Leonard Lodewijk
Gezelle, Guido
De Rijk, Jacobus Augustinus

Naam - plaats

Tielt
Leiden

Plaats van verzending

Voorhout

Titel - werk van Guido Gezelle

Rond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.

Titel03/10/1885, [Voorhout], Jacobus Augustinus De Rijk aan [Adolf Juliaan Duclos]
EditeurKoen Calis
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenKoen Calis, De Rijk Jacobus Augustinus aan Duclos Adolf Juliaan, Voorhout, 03/10/1885 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderDe Rijk, Jacobus Augustinus
Ontvanger[Duclos, Adolf Juliaan]
Verzendingsdatum03/10/1885
VerzendingsplaatsVoorhout
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de notitie; plaats gereconstrueerd op basis van het seminarie Hageveld, in 1885 gelegen in Voorhout.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 211x134
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 bovenaan: Aan Ad. Duclos (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief10804
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26930
Inhoud
IncipitVolgens belofte zend ik u het volgende
Samenvatting Reactie op de rede van Guido Gezelle uitgesproken op de L.L. De Boherdenking te Tielt en gepubliceerd als: Kerkhofblommen geplukt bij het graf van zaliger den zeer eerweerden Heer Pastor en Deken L.-L. De Bo / door Guido Gezelle. - In: Rond den Heerd. - Jrg. 20 (4 oktober 1885) nr.45, p.349-356
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.