<Resultaat 1683 van 2328

>

p1
Eerw. Heer Gezelle,

Mag ik u verzoeken van te willen eenen oogslag werpen op die briefkes? zij zijn getrokken uit N° 6-7 van het eerste jaar[1] Loquela; om u te toonen, welke ik genomen hebbe, als eenig betrek hebbende met ’t een of ’t ander ambacht of bedrijf[2] en om u te laten zien welke ik overgeschrikkeld hebbe, niet wetende waar ze thuiswijzen.

Ik zou U zeer dankbaar zijn Eerw. Heer, indien ik allichte mochte uw gedacht weten of ik alzoo mag voortdoen. In de volgende jaren zijnder bij honderden.

Eerw. Heer, gelieft mijn eerbiedigste groeten en dankbetuigen te aanveerden.
Cordelia Vande Wiele

Temmermans en smeds zijnder reeds uit op hun eigen.

p2

Noten

[1] Loquela: 1 (Bamesse 1881) 6 en 1 (Allerheiligen 1881) 7.
[2] In: Loquela: 1 (Bamesse 1881) 6 zijn er lemma’s die met een ambacht kunnen verbonden worden o.m.: artsenij: ‘bollesuksie’; boerenstiel: ‘eegde, z. ploeg’; ’ploeg en eegde’; metselaars en vlassers: ’verhaaien (Dat voer vlas, die muur haait of dat voer vlas, die muur hangt). In: Loquela: 1 (Allerheiligen 1881) 7: artsenij: ‘vermeesteren’; verkoper: ‘uitinge’; tarwehandelaar: ‘halster’ en ‘minsslaags’.
Picardië onder Schilde beoosten Antwerpen een wykBoerejaar Loq. In: Loquela: 13 (Zaaimaand 1892) 6, p.42: ”Boerejaar, het = Een jaar dat vele opbrengt in de akkernote, in de veldvrome. — ”'t En zijn nu al geen boerejaren meer gelijk eertijds. “Geh. West-Vlanderen.” Kempen In: Loquela: 13 (Zaaimaand 1892) 6, p.42: ”Boerejaar, het = Een jaar dat vele opbrengt in de akkernote, in de veldvrome. — ”'t En zijn nu al geen boerejaren meer gelijk eertijds. “Geh. West-Vlanderen.”

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56

Briefschrijver

NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamSchilde
GemeenteSchilde

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Van De Wiele, Cordelia

Correspondenten

Gezelle, Guido
Van De Wiele, Cordelia

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Van De Wiele, Cordelia

Naam - plaats

Antwerpen
Kortrijk
Schilde

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel - werk van Guido Gezelle

Loquela

Titel25/11/1893, Kortrijk, Cordelia Van De Wiele aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan De Wiele, Cordelia
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/11/1893
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieBriefversie van datering: 25n in Slachtmaand // 1893 ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 101x132 ; enkel vel 2: 104x132
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd
Toevoegingen op blanco zijde 2 links en blanco zijde 4 rechts: taalkundige notities: Picardië // onder Schilde beoosten // Antwerpen een wyk; Boerejaar Loq. // Kempen> (inkt, verticaal, beide hand G.G)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8352 + 3365, fiche 379
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|5338
Inhoud
IncipitMag ik u verzoeken van
Samenvatting over het rangschikken van taalkundige notities i.v.m. ambachten
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.