opdracht,1- Aan Jean van Kalck die Met 13 aan tafel uitgaf en ontijdig aan onze vriendschap werd ontrukt. Doch de Trein keert altijd terug, traag maar zeker. (D75)
I
,3- ik een hele tijd alleen er (P48 T48)
- ik er een hele tijd alleen (D75)
- in een hele tijd alleen er (Pm50)
I
,7- aanblik van wonderlijkheid (D75)
I
,8- gewoon aan geraakt (D75)
- aan gewend geworden, (Pm50)
V
,4- Moest ik het odium mijner leerlingen niet vrezen (P48 T48 Pm50)
- Indien ik het odium mijner leerlingen niet vreesde (D75)
IX
,8- wijduitgestrooide (D75)
- wijd uiteen gestrooide (P48)
X
,9- ’s Heren Hoede...! (D75)
-
’s Heren Hoede... ! (Pm50)
X
,9- nog altijd de ware etymologie niet (T48 Pm50)
- de ware etymologie nog steeds niet (D75)
- nog altijd de ware ethmologie niet (P48)
XIII
,13- deden beter niet hierboven op de spoorbaan te (P48 T48 Pm50)
- moesten liever niet hierboven op de spoorbaan (D75)
XVII
,1- begonnen we vermoeid en hongerig te geraken (P48 T48 Pm50)
- waren we vermoeid en hongerig geworden (D75)
XVII
,1- Persoonlijk brandde een heerlijke, ofschoon nog duistere vlam in mij ; (P48 T48)
- In mij brandde een heerlijke ofschoon nog duistere vlam; (D75)
- Persoonlik brandde in mij een heerlijke, ofschoon nog duistere vlam; (Pm50)
XX
,7- moesten we alleen maar verdwaald zijn (P48 T48 Pm50)
- indien we alleen maar verdwaald waren (D75)
XX
,10- moest ik weer eens alleen komen (T48 Pm50)
- kwam ik weer eens alleen (D75)
- moest ik weet eens alleen komen (P48)
XXV
,5- moesten we als allereerste ongetwijfeld (P48 T48 Pm50)
- dienden we als allereerste ongetwijfeld te (D75)
XXVI
,3- en er met de vinger naar wijzend, de bovendste kaart van een (P48 T48)
- en met de vinger ernaar wijzend, de bovenste kaart van een (D75)
- en er met de vinger naar wijzend, de bovenste kaart van een (Pm50)