<TEI xmlns="http://www.tei-c.org/ns/1.0">
<teiHeader>
<fileDesc>
<titleStmt>
<title>[10/05/1854], [Brugge], [Pieter Franciscus Baelden] aan [Guido Gezelle]</title>
<author>
<persName>Baelden, Pieter Franciscus</persName>
</author><editor>Koen Calis</editor>
<editor>Afschrift</editor>
<principal>Els Depuydt</principal>
<funder>
<ref target="https://www.brugge.be/bibliotheek">Openbare Bibliotheek Brugge</ref>
(Guido Gezellearchief) </funder><funder>
<ref target="https://ctb.kantl.be">Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie</ref>
(Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren) </funder><funder>
<ref target="https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/isln/">Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN)</ref>
(Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen) </funder><funder>Guido Gezellegenootschap</funder>
</titleStmt><publicationStmt>
<publisher>Guido Gezellearchief</publisher>
<pubPlace>Brugge</pubPlace>
<publisher>KANTL/CTB</publisher>
<pubPlace>Gent</pubPlace>
<date>2024</date>
<availability>
</publicationStmt><p>Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een
</availability><ref target="https://creativecommons.org/licenses/by-nc/4.0/deed.nl">Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel</ref>
licentie. </p><sourceDesc>
</fileDesc><msDesc>
</sourceDesc><msIdentifier>
<country>België</country>
<settlement>Brugge</settlement>
<repository>Guido Gezellearchief</repository>
<idno type="GGA">Aanw. 533, map 3,38 M</idno>
<idno type="GGA.record">25758</idno>
</msIdentifier><msContents>
<msItem>
</msContents><incipit>Ik moet u nog bedanken over het aengenaem briefje dat gy</incipit>
</msItem><physDesc>
<objectDesc form="4">
</physDesc><supportDesc>
<condition>
</supportDesc><p>volledig</p>
</condition><layoutDesc>
</objectDesc><layout>
</layoutDesc><p>kopie deels gemaakt in opdracht van F. Baur en deels door F. Baur</p>
</layout><additional>
</msDesc><listBibl>
</additional><bibl>Uit Gezelle's leven en werk / door Fr. Baur. - Leuven : Davidsfonds, 1930, p.70 en 78 (citaten)</bibl>
</listBibl><encodingDesc>
<projectDesc>
<p>De briefwisseling van Guido Gezelle.</p>
</projectDesc><editorialDecl>
<p>De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.</p>
<p>De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.</p>
<p>Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.</p>
<p>Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.</p>
</editorialDecl><listPrefixDef>
</encodingDesc><prefixDef ident="brief" matchPattern="^(gg\..+)$" replacementPattern="https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.$1">
<p>Privé-URI's met het
</prefixDef><code>brief</code>
prefix verwijzen naar andere brieven in de editie. De URI <code>brief:gg.10184</code>
verwijst bijvoorbeeld naar <code>https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.10184</code>
. </p><prefixDef ident="record" matchPattern="^(\d+)$" replacementPattern="https://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|$1">
</listPrefixDef><p>Privé-URI's met het
</prefixDef><code>record</code>
prefix verwijzen naar recordnummers in de catalogus van de Openbare Bibliotheek Brugge. De URI <code>record:1322</code>
verwijst bijvoorbeeld naar <code>https://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|1322</code>
. </p><profileDesc>
<langUsage>
<language ident="nl">Nederlands</language>
</langUsage><textClass>
<keywords>
</textClass><term>brief</term>
</keywords><correspDesc>
</profileDesc><correspAction type="sent">
<persName key="persoon2330" evidence="conjecture">Baelden, Pieter Franciscus</persName>
<date evidence="conjecture" when="1854-05-10" when-custom="1854-05-10">[10/05/1854] </date>
<placeName key="plaats0158">Brugge (Brugge)</placeName>
</correspAction><correspAction type="received">
<persName key="persoon0905" evidence="conjecture">Gezelle, Guido</persName>
</correspAction><note type="remarks">adressaat, adressant, plaats en datum gereconstrueerd op basis van het onderzoeksarchief Baur; locatie origineel onbekend: brief enkel beschikbaar in afschrift onderzoeksarchief Baur</note>
</correspDesc><xenoData>
<!--Metadata voor deze brief uit de externe catalogus is weggelaten. Voor de volledige bron, selecteer het "XML" weergaveformaat voor deze brief.-->
</xenoData><revisionDesc>
</teiHeader><change when="2024-04-02">mvass: transformation Word -- DALF</change>
</revisionDesc><text type="brief" xml:id="gg.25758" n="25758">
</TEI><body>
</text><div type="correspBlock.content">
</body><pb n="p1" type="editor" facs="https://bibmedia.brugge.be/images/gezelle/GGA_Aanw_533_3M_38_01_01r.jpg"/>
<opener>
<dateline>
<name type="plaats" key="plaats0158" n="Brugge">Brugge</name>
, 10 Mei 1854</dateline><salute>Zeer goede vriend,</salute>
</opener><p>Ik moet u nog bedanken over het aengenaem briefje dat gy my gezonden hebt eenige dagen voor de vacance. Ik had eerder geantwoord, maer om ronduit te spreken ik wiste niet wat zeggen en ik mogte toch wel peizen dat er te
<name type="plaats" key="plaats0935" n="Roeselare">Rousselaere</name>
al lange papier genoeg is. Nu verwacht gy misschien veel van my, omdat ik alzoo spreke, maer bedriegt u niet, ik zend u juist niet <hi rend="underline">veel</hi>
maer alleenlyk <hi rend="underline">meer</hi>
.</p><p>Gy vraegt my wat my het doelmatigste schynt om aen uwe vyftien walen ons vlaemsch te leeren.
<note place="foot">
Daer zyn twee punten in gelegen: leeren verstaen en leeren spreken. Voor 't eerste merk ik alleenlyk op dat de studië der grondwoorden en der afleiding my van eene zeer groote, ja van de allergrootste nuttigheid, schynt. 'k Weet het wel, gy kunt die studië niet aengaen in 't groote, maer dat is niet noodig. Gy hebt misschien de spraekkunst van <p> Gezelle kwam op 20 of 21 maart 1854 te Roeselare aan. Een van zijn opdrachten was een ‘Cours de langue Flamande pour les élèves de la partie Wallonne’.</p>
</note><name type="werk.ander" key="werk.ander1286" n="Abrégé de la grammaire pour apprendre le flamand, d'après le système de Des Roches, Terbruggen, l'abbé Visschers, Somers, Vandervorst, Renier et autres">Bôn</name>
, die in 't fransch opgesteld is ten gebruike der walen om vlaemsch te leeren. M. <name type="persoon" key="persoon2324" n="Lambin, Hector">Lambin</name>
heeft ze. De wortelwoorden die er van achter instaen schynen my genoegzaam, gy zoudt er misschien eenige korte bemerkingen over de afleiding kunnen byvoegen. Ik zelf heb zulke bemerkingen verzameld voor M. Lambin. Ik heb ze getrokken uit <name type="werk.ander" key="werk.ander1287" n="Nederduitsche spraakkunst">Weiland</name>
, <name type="werk.ander" key="werk.ander1284" n="Nederduytsche spraekkunst">David (Spraekkunst)</name>
en uit de <name type="werk.ander" key="werk.ander1285" n="Grammaire allemande, ou Méthode facile pour apprendre la langue allemande, par la comparaison avec le Flamand.">Grammaire Allemande</name>
van dien professor van Mechelen die ons wel bekend is, maer op wiens naem ik voor den oogenblik niet komen kan. Wat doet ge, vroeg men aen M. <name type="persoon" key="persoon2325" n="Crombez, Felix">Crombez</name>
, om eene tael te leeren ? Ik leer eerst, antwoordde hy, twee of drie duizend wortelwoorden, en toen is 't gemakkelyk om boeken te lezen, (Sic quoad sensum<note place="foot">
), ik houd dat van M. <p> Vertaling Paul Thoen: zo wat de zin (betekenis) betreft. </p>
</note><name type="persoon" key="persoon2326" n="Boutens, Pieter">Boutens</name>
. Gy zoudt misschien met veel voordeel uwe walen in den zelven weg leiden. Ons vlaemsch koomt in vele punten zeer wel overeen met de talen die M. Crombez beoefent. </p><p>Nu van 't leeren spreken. Daerover kan ik maer eenige woorden zeggen. M. Lambin heeft veel gewonnen met de vergelykende uitspraek (prononciation figurée) en met ten zelven tyde in 't begin
<pb n="p2" type="editor" facs="https://bibmedia.brugge.be/images/gezelle/GGA_Aanw_533_3M_38_01_02r.jpg"/>
traeg uit te spreken, om geen syllaben <hi rend="underline">heel en gansch</hi>
achter te laten, iets dat wy niet mogen doen, en dat de walen en fran<supplied>s</supplied>
chen altijd genegen zyn om te doen. Gy moogt aen uwe walen verzekeren dat M. Lambin, <hi rend="underline">als hy traeg spreekt</hi>
, al die toonen die eigen zyn aen het vlaemsch, bv. den klank der <hi rend="underline">g</hi>
in Gent, zeer wel uit kan brengen. Ik beken nogtans dat hy veel moeijelykheid heeft met eenige woorden waerin dat de <hi rend="underline">r</hi>
achter g of sch komt, bv. met schrikkelyk, dat hy uitspreekt skrikkelyk met de scandinaven en eenige vlamingen omtrent <name type="plaats" key="plaats0550" n="Kortrijk">Kortrijk</name>
. Voor 't overige, als de walen niet juist het vlaemsch accent hebben, wy vlamingen wy hebben ook het fransch accent niet; of ten minsten wy hebben het zeer moeijelyk.</p><p>Gy vraegt my ook iets over de walen of franschen (franschen zyn ook wel en misschien beter, niet waer?) Daerover kan
<supplied>ik</supplied>
u schier niets zeggen dat gy zelf niet weet. In het boekje getiteld: <name type="werk.ander" key="werk.ander1283" n="De l'importance de la langue flamande au point de vue national, littéraire, religieux et moral.">de l’importance de la langue flamande enz.</name>
‘t welke M. <name type="persoon" key="persoon1058" n="Huys, Victor">Huys</name>
bezit, zyn er twee of drie bladzyden die misschien nog al deugd zouden doen. Men spreekt er van talyke walen die nu in ons België vlaemsch leeren, en ik heb over tyd gelezen ‘k weet niet meer waer, dat over eenige jaren in een pensionnaet by <name type="plaats" key="plaats0160" n="Brussel">Brussel</name>
al de pryzen van ‘t vlaemsch door walen behaald wierden. Nu wat anders. Eene <hi rend="underline">correspondance particulière</hi>
schreef, den 21 november 1849 uit Parys aen de <hi rend="underline">Indépendance Belge</hi>
<note place="foot">
“Je dois vous signaler une initiative qu'il serait bien à désirer de voir imitée, développée par nos journaux et notre librairie. … Il s'agit d'une charmante traduction du flamand que publie cette feuille, sous ce titre : Siska van Rosemaël<p> Citaat uit feuilleton Courrier de Paris, in: L’Indépendance Belge: 19 (25/11/1849), p.2</p>
</note><note place="foot">
. Cette nouvelle, dit une note, fait partie d'une collection de romans et de nouvelles publiées à Anvers en langue flamande. Suivent quelques détails de la <p> Een van de eerste Franse vertalingen van Siska van Roosemael verscheen in 1849 in L’Illustration van de hand van een zekere L. Laprade. Hij baseerde zich hiervoor op de populaire Duitse vertalingen van Melchior von Diepenbrock. Die bundelde drie novellen: Siska van Roosemael, Wat een moeder lijden kan en Hoe men schilder wordt. Het citaat komt uit een redactionele noot van L’Illustration waarin Conscience kort gesitueerd wordt met behulp van de inleiding van von Diepenbrock.</p>
</note><hi rend="underline">Gazette d'Augsbourg</hi>
<note place="foot">
sur M. Conscience, lesquels se terminent ainsi: les esquisses de la vie journalière qu'il a publiées depuis, et parmi lesquelles il faut remarquer: Ce que peut souffrir une Mère; <p> Verwijzing naar een invloedrijk artikel van Ferdinand Augustijn Snellaert, Die flämische Litteratur und ihre hervorragenden Schriftsteller. In: Augsburger Allgemeine Zeitung: (11 Juli 1844) p.1539-1540</p>
</note><pb n="p3" type="editor" facs="https://bibmedia.brugge.be/images/gezelle/GGA_Aanw_533_3M_38_02_02v.jpg"/>
Comment on devient peintre; Siska van Rosemael, sont des oeuvres tout à fait dignes de Balzac et des plus charmants analystes du coeur humain. (Bemerkt hoe dat de franschman den grooten lof van den duitschen schryver zonder den minsten tegenzeg uitschryft. M. <name type="persoon" key="persoon0363" n="Conscience, Hendrik">Conscience</name>
is volgens die getuigenis ten minsten zoo goed als de beste romansch...<hi rend="sup">s</hi>
van over Quiévrain). De <hi rend="underline">Correspondance</hi>
gaat voort: Ces essais de traductions nous paraissent une pensée utile et féconde, ne fût-ce que pour donner un peu d'émulation à nos romanciers <hi rend="underline">qui jettent leurs récits dans le même moule depuis vingt ans</hi>
.” Dat is nogal klaer de oorspronkelykheid (men zou nog meer kunnen zeggen) van onze letterkunde bekennen, ten minste ten opzigte der franschen. In de Revue des deux-mondes van Parijs heb ik een langen en schoonen artikel gelezen, die voor titel draegt: Le romancier de la Flandre<note place="foot">
. Als ik wel indachtig ben, de schryver is M. Taillandier. Hy zegt veel lof, maer volgens hem is M. Conscience te veel tegen de franschen!</p><p> Saint-René Taillandier, De la Renaissance flamande en Belgique. Le romancier de la Flandre. Henri Conscience. In: La Revue des Deux Mondes: 19 (1849) 3, p.849-872</p>
</note><p>Hoort nu, om te sluiten, iets dat over drie weken gebeurd is en dat misschien op uwe jonge walen nogal indruk maken zal. Ik had eenige dagen vóór gemelden tyd hooren spreken van de
<name type="werk.ander" key="werk.ander1288" n="De boerenkryg (1798). Historisch tafereel uit de XVIIIe eeuw">
, als moetende komen uit <hi rend="underline">Boerenkryg</hi>
</name><name type="plaats" key="plaats1156" n="Veurne">Vuerne</name>
, om <hi rend="underline">wel honderd uren verre</hi>
gezonden te zyn. Ik nam in ‘t eerste daerop geen aandacht (dat uw vlaemsch hert het my vergeve!), maer eenige dagen later ik zag den boerenkryg, die reeds aengekomen was, ter hand stellen aen M. <name type="persoon" key="persoon2327" n="De Chastenet de Puységur, Jacques Maurice">de Puységur</name>
. Maer voor wien? ‘t was voor dien Heer niet, hy kan geen ander vlaemsch als <hi rend="underline">ja</hi>
! Gy zoudt misschien geerne seffens weten wie dat die heer de Puységur is. ‘t Is een der zonen van een zeer edele en zeer <hi rend="underline">witte </hi>
(legitimistische- Henry V) famille van Vrankryk, die haer verblyf houdt in een kleen gehucht 80 uren over <name type="plaats" key="plaats1374" n="Parijs">Parys</name>
, <hi rend="underline">als ik niet mis</hi>
, in ‘t Departement van de Loire, en die by <name type="plaats" key="plaats0447" n="Houtem">Houthem</name>
1700 gemeten land in de Belgische Moere bezit. Het ware hoofd van het huis, de eigen regtzweer van den gemelden, is <hi rend="underline">officier d’ordonnance</hi>
in ‘t fransch leger in ‘t oosten en gehuwd met eene dochter van <name type="persoon" key="persoon2331" n="Leroy de Saint-Arnaud, Armand Jacques">St. Arnaud</name>
. Men heeft zyn naem gegeven in de dagbladeren. Als M. De Puységur vertrokken was, ik vroeg voor wien dat hy den boerenkryg mêehad, en hoorde met verwondering het volgende. Over twee of drie jaren was er in de kerke van Houthem een fransche heer, van zeer hoogen rang; hy hoorde misse en de <pb n="p4" type="editor" facs="https://bibmedia.brugge.be/images/gezelle/GGA_Aanw_533_3M_38_02_01r.jpg"/>
Pastor sprak. Monsieur le curé, sprak hy achterna, l’année prochaine je vais vous dire ce que vous avez prêché. Een jaer verliep en hy was daer nog eens. Eh bien! Monsieur, zei de pastor, avez-vous maintenant compris ce que j’ai prêché? Pas encore tout, was het antwoord, maer hy die zoo antwoordde, weet nu allange vlaemsch genoeg om Conscience te lezen; hy heeft ten minsten verscheide van zyne werken, en als de boerenkryg vertrok, de pastor zond hem een P<hi rend="underline">resent</hi>
. De Pastor zei het niet uitdrukkelyk, of ik heb kwalyk onthouden, maer alles scheen het te kennen te geven. Hy heeft iets geschreven en ik geloof niet dat hy zou willen dat men hem dat werk betale. Misschien is die edele Franschman die alzoo vlaemsch geleerd heeft u bekend, want hy schynt ervaren te zyn in de natuurkunde (sciences naturelles). T’is le <name type="persoon" key="persoon2319" n="Thibault de la Carte de la Ferté-Sénectère, Augustin Marie Faustin">Marquis de la Ferté</name>
, gehuwd met de zuster van M. de Puységur, en die in ‘t zelve kasteel in ’t gehuchte <name type="plaats" key="plaats1375" n="Saint-Benoît-la-Forêt">St. Benoit</name>
zyn verblyf houdt. Het duitsch heeft hem geholpen om vlaemsch te leeren – Is dat niet nogal treffend? -</p><p>Nu om te sluiten, ik zal u zeggen dat ik blyde ben van ten einde te zyn! Myn brief heeft my waerlyk nogal tyd gevraegd, maer hy is voor u, en hy zal misschien nuttig zyn.</p>
<p>In ‘t Seminarie ken ik niets dat de moeite weerd is om u kenbaer gemaekt te worden. Men heeft my gezeid dat gy het wel stelt en dat heeft voor my een goede mare geweest.</p>
<p>Ontvangt de gulhertige groetenisse van M.M.
<name type="persoon" key="persoon2317" n="Vandenbussche, Henri">Vandenbussche</name>
, <name type="persoon" key="persoon2318" n="Vandorme, Edmundus">Vandorme</name>
, <name type="persoon" key="persoon0811" n="Dumelie, Angelus Leopold">Dumelie</name>
, <name type="persoon" key="persoon2320" n="Louwagie, Polycarpus">Louwagie</name>
, <name type="persoon" key="persoon2321" n="Loncke, Eduardus">Lonke</name>
, <name type="persoon" key="persoon0507" n="Declerc, August Joseph">Declerc</name>
en <name type="persoon" key="persoon2323" n="Declercq, Edward">Declercq</name>
, enz. Gy hebt zooveel vrienden als Seminaristen. Belief mijne groetenisse te doen aan M. <name type="persoon" key="persoon2204" n="Castel, Henry Edmond">Castel</name>
en M. <name type="persoon" key="persoon1058" n="Huys, Victor">Huys Victor</name>
.</p><closer>
</div><salute>Met den wensch van alle geluk</salute>
<salute>Uw zeer toegenegen Vriend</salute>
<signed>
</closer><name type="persoon" key="persoon2330" n="Baelden, Pieter Franciscus">P.F. Baelden</name>
</signed>