12.8.42
Sp/La
1.9.42
Herrn
D[okto]r[ honoris causa] Stijn Streuvels
Ingoyghem b[ei] Kortrijk
Belgien
Lieber hochverehrter Herr
D[okto]r Streuvels!
[1]
Ihr ausführlicher großer Brief vom 12.8.
[2] hat mir herzliche Freude bereitet, und ich danke Ihnen dafür vielmals. Es ist wirklich ein köstlicher Gedanke, daß nun der Dichter und seine beiden Töchter
[3] in dem "
Flachsacker"-Film mitwirken, und ich freue mich schon auf das Vergnügen, Sie unter der Menge der Darsteller beim Flachsraufen ausfindig zu machen.
[4] Können Sie mir nicht einige dieser Bilder vielleicht durch die Herren von der Terra oder aber durch die Militärverwaltung in Brüssel
[5] senden lassen? Ich möchte sie unbedingt in meinem
Streuvels-Archiv haben. Wenn dies durchaus nicht möglich ist, werde ich mich notfalls an die Terra in Berlin wenden.
[6]
Zu meiner großen Freude hat Frau
Valeton die Aufgabe, den "
Flachsacker" neu zu übersetzen, mit Freuden angenommen.
[7] Sie hat zwar augenblicklich eine kleine Grippe, wird aber dann, sobald sie wieder genesen ist, sofort beginnen. Ihnen danke ich auf das herzlichste für das Widmungsstück des "
Flachsackers" mit der bedeutsamen Inschrift, die mich ganz besonders gefreut hat.
Fräulein
D[okto]r Hechtle hat mir nun soeben auf meinen letzten Brief geantwortet, und zwar aus Brüssel, wohin sie plötzlich fahren mußte.
[8] Aus ihrem Brief ist unschwer herauszulesen, daß sie nunmehr ihren Fehler eingesehen hat. Sie setzt mir nur auseinander, daß sie an und für sich eben leider bei den augenblicklichen Verhältnissen in ihrem Wohnort keinen festen Zeitpunkt für die Überarbeitung angeben kann. Infolgedessen habe ich es für richtig gehalten, einen Schlußstrich unter diese unglückselige Sache zu ziehen, denn wir dürfen uns nicht länger mit Fräulein
D[okto]r Hechtle aufhalten. Da aber nun Frau
Valeton durch den "
Flachsacker" vollauf beschäftigt ist, habe ich soeben bei Herrn
Werner Ackermann, der ja sowohl "
Knecht Jan" als "
Die Männer am feurigen Ofen" ganz ausgezeichnet übersetzt hat, angefragt, ob er
"De Maanden" übernehmen wolle. Ich halte es durchaus für wahrscheinlich, daß er sehr gern zugreift, falls ihm seine dienstliche Beschäftigung dazu Zeit läßt. Nur konnte ich ihm nicht gleich ein Lesestück
[2]schicken, da sich nun beide Stücke (das erste und das zweite mit Ihren handschriftlichen Korrekturen)
[9] noch bei Fräulein
D[okto]r Hechtle befinden und ich das Stück mit Ihrer Widmung nicht gern aus der Hand geben möchte. Ich habe daher Fräulein
D[okto]r Hechtle gebeten, gleich die Rücksendung der zwei Stücke an mich vorzunehmen, und habe
Ackermann geschrieben, er solle doch versuchen, ein Stück des Buches in einem Laden in Antwerpen zu bekommen. Dankbar wäre ich Ihnen aber, wenn Sie die Firma
Zonnewende veranlassen würden, vielleicht ein Stück, das ja aus schlechten Bogen bestehen kann, an Herrn
Ackermann senden zu lassen. Die Anschrift lautet: Dolmetscher
Werner Ackermann, Leutnant
d[er Reserve]/Außen,
F[eld]p[ost] N[umme]r 03678. Er kann dann wenigstens das Buch gleich lesen. Zur Arbeit wird dann später natürlich das von Ihnen korrigierte Stück benützt.
Mit großem Vergnügen habe ich den sehr amüsanten Aufsatz von Herrn
Putman in "
Volk en Staat" gelesen. Er kam mit einiger Verspätung hier an.
[10]
Mit herzlichen Grüßen stets
Ihr
(handtekening Adolf Spemann)
Annotations
[1]
Streuvels werd doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven, Münster en Pretoria.
[4]
In de loop van 1942 werd
De vlaschaard een eerste keer verfilmd door de Duitse filmmaatschappij Terra-film, in regie van B. Barlog. Paul Wegener speelde Boer Vermeulen, Maria Koppenhöfer Barbele, Bruni Löbel vertolkte Schellebelle en Paul Klinger was Louis Vermeulen. In Ingooigem en omgeving werden heel wat opnamen gemaakt waarin plaatselijke acteurs kleine rolletjes of een figurantenrol speelden. Ook Stijn Streuvels trad op in een scène met een tram.
P. Thiers, Oog in oog met Streuvels, p. 75.
[5]
Op 10 mei 1940 werd België voor de tweede keer door de Duitse troepen overrompeld. Binnen drie weken was het hele land door de Duitsers bezet en kreeg het een 'Militärverwaltung', die tot taak had het land te besturen volgens de door Berlijn verstrekte instructies. Daarbij genoot Vlaanderen, dat als integrerend deel van het Duitse Rijk werd beschouwd, een aparte behandeling in het kader van de zgn. 'Flamenpolitik'. Het ontbreken van een 'Kulturkammer', zoals ze die in Nederland kenden, en de inschikkelijkheid van bepaalde Duitse machthebbers zorgden er evenwel voor dat de Vlaamse schrijvers ook tijdens de bezetting over een relatief grote vrijheid bleven beschikken. Het uitgavenprogramma van de vooroorlogse uitgeverijen, die in de jaren 1940-'44 zonder andere grote problemen dan de papierbevoorrading in de lijn van hun traditie verder bleven produceren, is daar om dat te bewijzen. Een ander symptoom is het nagenoeg volkomen ontbreken van publicaties die in de clandestiniteit moesten verschijnen, met uitzondering dan van de sluikbladen van de verzetsbeweging. Een ondergrondpers zoals die in Nederland floreerde, kwam in Vlaanderen niet voor. Wel waren er, zoals in Nederland, uitgeverijen die de nieuwe tijd aangrepen om zich met min of meer overtuiging in dienst te stellen van de nieuwe idealen en die, in overigens zeer uiteenlopende mate, de weg van de collaboratie opgingen.
L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 149-150.
[7]
Halverwege 1942 was de kogel door de kerk. Op
17 augustus 1942 schreef Adolf Spemann aan Streuvels verheugd dat Kippenberg de toestemming had gegeven om
Der Flachsacker op te nemen in een tweedelige Streuvelsuitgave. Spemann wou een compleet nieuwe vertaling van
De vlaschaard omdat die van Peter Mertens zijns inziens vanuit Duits standpunt niet voldeed. Hij had daarvoor Anna Valeton aangesproken en haar bovendien opgezocht om de samenstelling van de beide Streuvelsbanden te bespreken. De tweedelige publicatie zou 'in een mooi, edel Latijnschrift' gedrukt worden, niet in de Fraktur (cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
18 september 1942).
Pas op 3 augustus 1949 zal Anton Kippenberg de rechten op
De vlaschaard afstaan, op voorwaarde dat Adolf Spemann niet vertaler Peter Mertens, maar vertaalster Anna Valeton zou aanduiden. Cf. het contract tussen Stijn Streuvels en Adolf Spemann d.d. 3 augustus 1949 en de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d.
3 augustus 1949.
H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.
Toch zou de verzamelde uitgave Ausgewählte Werke nog een tijd op zich laten wachten. Stuttgart was met zijn Daimler-Benzfabrieken een begeerd doelwit voor de geallieerden. In de strijd om het Ruhrgebied van 5 maart tot 14 juli 1943 voerden de geallieerden tussen de vijfhonderd en duizend vluchten uit tot boven Stuttgart. In de nacht van 11 maart 1943 werd Spemanns huis zwaar getroffen en hij had zijn leven uitsluitend te danken aan het feit dat hij met een tijgersprong de schuilkelder had bereikt. Bij de aanval van 24 juli tot 18 november 1943 op het noordelijk gelegen Hamburg kreeg het zuidelijk gelegen Stuttgart het nog eens hard te verduren. Daarbij werd vooral het stadscentrum zwaar getroffen. Bovendien werd de toevoer van papier afgesneden, zodat talloze uitgeverijen over de kop gingen. Toch zou Spemann de zaak blijven bagatelliseren tot in de herfst van 1943. De 'area bombing' trof Stuttgart in de nacht van 7 op 8 oktober. Het staande zetsel van Streuvels' Ausgewählte Werke in zwei Bänden werd vernietigd. Tijdens de slag om Berlijn tussen 18 november 1943 en 31 maart 1944 werd Stuttgart opnieuw hevig gebombardeerd. Tijdens het bombardement van 25 juli 1944 verloor Spemann zijn beide dochters, zijn huis en weer eens Streuvels' inmiddels gedrukte Ausgewählte Werke (ongeveer 4500 stuks). H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.
[8]
Spemann was in 1941 op zoek gegaan naar een vertaler voor
De maanden. Op
3 april 1941 was er nog niets beslist. Op
3 april 1941 is er nog niets beslist. Op
21 mei 1941 geeft Spemann de vertaalopdracht aan Hechtle omdat Valeton niet vrij was. Op
2 maart 1942 blijkt dat Hechtle pas in de loop van de maand maart klaar zal zijn met haar vertaling. Op
6 augustus 1942 schrijft Spemann dat hij sterk teleurgesteld is in Hechtle en
De maanden zal geven aan Valeton. Dit wordt bevestigd in een brief van
13 augustus 1942; Hechtle is verontwaardigd. Op 1 september 1942 blijkt dat Valeton
De vlaschaard moet vertalen, zodat de vertaling van
De maanden uiteindelijk in de handen komt van Werner Ackermann. Op
28 september 1943 schrijft Spemann dat Ackermann en Jacobs ongetwijfeld de beste Streuvelsvertalers zijn. Pas op
31 mei 1944 worden de correctiekaternen naar Streuvels gestuurd. Vanaf augustus 1944 is er een volledige black-out tussen Stuttgart en Ingooigem.
Van De maanden verschijnt pas in 1945 voor het eerst een Duitse vertaling: Die zwölf Monde.
[9]
Op
12 augustus 1942 schreef Streuvels aan Spemann dat hij hem een herziene kopie had opgestuurd die moest dienen voor de
tweede druk van De maanden, die Anna Valeton dan kon gebruiken voor haar Duitse vertaling.
[10]
Brief en verslag over Putmans bezoek aan het Lijsternest in
Volk en Staat, 10 oktober 1941.
Reeds in het voorjaar van 1941 had Willem Putman het plan opgevat om Streuvels' zeventigste verjaardag plechtig te vieren. Toen hij Streuvels daarover inlichtte, kreeg hij als antwoord: Ik ben er in princiep en onder om 't even welke vorm tegen gekant en de tijdsomstandigheden brengen er nog de bezwarende argumenten toe bij om alle viering van kant te laten. Op 4 oktober ging Putman naar het Lijsternest om Streuvels te feliciteren, ook met de bedoeling over dat bezoek een artikel te kunnen schrijven. Het bleek evenwel dat Streuvels reeds met de fiets van huis was vertrokken naar Gent en Brugge op familiebezoek. Vooraf had hij brood gebakken voor een week, waaruit men kon besluiten dat hij zo lang zou wegblijven.
Het zal niet alleen om dat bezoek van Putman geweest zijn, dat Streuvels op de vlucht was gegaan. De universiteit van Münster had hem een eredoctoraat verleend en op vrijdag 3 oktober zouden de afgevaardigden van de rectorale raad Dr. Mevius en Dr. Kratzer hem de oorkonde van die promotie komen overhandigen. Streuvels was afwezig en het waren zijn dochters Isa en Dina die de bezoekers mochten ontvangen en luisterden naar de motivering voor de toekenning van het eredoctoraat. A. Demedts, Stijn Streuvels. Een terugblik op leven en werk, p. 297.
Streuvels stuurde het artikel op 11 augustus naar Stuttgart.
Volk en Staat is een Vlaams-nationalistisch dagblad (15 november 1936 - 3 september 1944), opvolger van De Schelde (15 april 1919 - 15 november 1936). Elektronische NEVB.