<>
1918-01-11 (1 bericht)
> | Vrijdag 11 januari '18.
De dooi is ingetreden, verbazend vlug. De stad werd in een modderpoel herschapen.
De koperzoekers rijden rond, vijzen de appels van de deuren, van vensters, kassen en kachels af; al de voorwerpen, hoe klein ook, in 't metaal, dat hun dienen kan, worden gegrepen en op den wachtenden wagen gegooid; ook de huisbellen worden afgehaakt en in beslag genomen. Sommigen zeggen zonder vergelding, anderen beweren, dat alles op een meegebrachten bascuul gewogen, en een ontvangstbewijs van 't gewicht afgegeven wordt, een spotprijs, wel is waar en nog onbetaald in geld. Dezen morgen bleven op de Veerleplaats in het lokaal der Vischmarkt, waar het koper verzameld wordt, nieuwsgierigen kijken naar het volladen van een camion met luchters, vazen, parapluiestaandersoorsp.: parapluiestanders, enz.
Een soldaat schoot dreigend op het volk toe met gebalde vuist en schreeuwde als een bezetene: "Vort, vort!" Het volk moest gehoorzamen als eene kudde, voortgedreven door een boozen herdershond!
<>