Utrecht 20 Juni 1932
Den Heere Stijn Streuvels
"Het Lijsternest", Ingoychem
Waarde Heer Streuvels,
Uw brief van 7 Juni
[1] was mij een groote desillusie. Het is mogelijk dat de karakterschildering welke U daarin geeft van U-zelf juist is, voor wat mijn portret betreft, moet ik U zeggen dat dat niet erg lijkt. Het is ook mogelijk dat onze Hollandsche uitgevers U hebben verwend, maar ik betreur dat ten zeerste, als dat de reden is dat U zoo haastig gebakerd zijt, en zoo drastisch in Uw manier van doen. Als wij een boek van U uit mogen geven, dan is dat, dat mag ik zeggen zonder de strooppot te hanteeren, een eer. Maar dan houden wij er ook aan, dat
goed te doen. En gauw en goed zijn
altijd twee. U had moeten bedenken dat
Eyck rustig de tijd moest hebben het boek te illustreeren, en dat ik mijn tijd noodig had de noodige schikkingen te treffen. Ik heb dan ook rustig mijn arbeid voleindigd, en leg U hierbij de resultaten voor.
U treft hierbij aan:
- 1e. Een viertal pagina's waarvan formaat, spiegel, lettertype en wijze van illustreeren U alles zegt over de vorm van het boek.[2]
- 2e. Een maquette (met ander zetsel) om U te laten zien hoe rijk het boek zal geillustreerd zijn.
- 3e. Afdrukken van de illustraties, voorzoover deze niet in die maquette opgenomen zijn.
- 4e. Een contract in duplo.[3]
De eerste drie bijlagen behoeven geen nadere toelichting. Wel ontvang ik gaarne alles spoedig terug met Uwe op- en aanmerkingen.
Wat 4e betreft, de contracten, als die accoord zijn, zend U die eveneens terug en daarna ontvangt U een exemplaar door ons geteekend terug.
De proef van het werk bereikt U dan vóór 20 Juli
a[anstaande] en het werk komt in den handel ongeveer 1 October, doch uiterlijk 15 October
a[anstaande][4] Zoo gauw ik de zending terug heb, doe ik definitieve stappen in Vlaanderen en houd daarbij rekening met Uwe wenschen vervat in de brief van 15 Mei
l[aatstleden][5]
Dat is alles.
[2]
Ik denk dat U, als dit boek verschijnt, (en het zal een van de mooiste (de mooiste ?) Streuvels-uitgaven zijn, die ik ken) wat U vermoedde over "kwaadwilligheid" wel zult terug nemen, en wat tenslotte dat "vele reizen" betreft, weet dat ik een aan mijn bureau gekluisterd man ben. Ik hoop dat dit de schaduwen wegneemt die er kwamen hangen op onze zoo prettig begonnen kennismaking.
Met hartelijke groeten en de verzekering van mijn oprechte bewondering,
De Gemeenschap-uitgevers
Utrecht
(handtekening L.M.A. Kuitenbrouwer)
Dir[ecteur]
dg
k[uyle]/u[itgeverij] bijlage:
als vermeld in deze brief.
Annotations
[2]
Het gaat hier om vier bladzijden van
De rampzalige kaproen.
[3]
Het contract voor
De rampzalige kaproen werd pas op 25 november 1932 door Stijn Streuvels ondertekend.
[4]
Het zou nog tot mei 1933 duren vooraleer
De rampzalige kaproen verscheen.
[5]
Kuitenbrouwer bedoelt hier vermoedelijk de brief van Streuvels aan De Gemeenschap van
5 mei 1932.