2. Jänner 1948.
VV/La/K.
Herrn
Stijn Streuvels,
Ingoyghem bij Kortrijk,
Belgien.
Sehr geehrter Herr Streuvels!
Recht schönen Dank für Ihr freundliches Schreiben vom Dezember
v[origen Jahres][1] samt Erklärung wegen Überweisung des Betrages von
Österr[eichischen] S[hillings] 2.000.- auf Ihr Konto bei der Zentralsparkasse, Wien, betreffs Ihres Romanes "
Lebensbloesem.
[2]
Ich möchte nochmals feststellen, daß wir Ihren prinzipiellen Standpunkt nicht mißachten werden und das Buch so herausbringen wollen, wie es in der deutschen Übersetzung vorliegt.
[3] Trotz aller Schwierigkeiten haben wir bereits eine Druckerei für den Satz gefunden, die uns die Gewähr gibt, daß die Arbeit flott und ordentlich vonstatten geht und werden wir nicht versäumen, nach Durchführung der Korrekturen seitens des Herrn
Kövari Ihnen einen Bürstenabzug vor dem Druck vorzulegen. Sie erhalten also von uns die Möglichkeit einer genauen Überprüfung.des Textes. Wir sind überzeugt, daß Sie mit unserem Verlag sehr zufrieden sein werden. Wir werden aus Ihrem Manuskript ein sehr schönes Buch machen; es soll dann gedruckt werden, bis das von uns bereits bestellte
holzfreie Papier von der Fabrik geliefert wird.
[4]
Einen besonderen Dank sagen wir Ihnen für Ihre freundliche Mitteilung, betreffs des Übereinkommens mit
Engelhorn.[5] Diesbez[ü]gl[iches] Schreiben aus Stuttgart ist bis zur Stunde weder in unserem Verlag noch beim Übersetzer, Herrn
Kövari, eingetroffen. Auf alle unsere Zuschriften (wir schrieben wiederholt!) sind wir ohne Antwort geblieben. Das mag mit den heutigen besonderen Verhältnissen zusammenhängen. Dessen ungeachtet werden wir versuchen, mit
Engelhorn eine direkte Verbindung herzustellen. Jedenfalls haben wir gerne zur Kenntnis genommen, daß Sie als Verfasser und
Engelhorn als Original-Verleger mit der Übertragung der Verlagsrechte von
"Knecht Jan" für 10.000
Ex[em]pl[are] einverstanden sind.
[6] Wir können nunmehr auch für dieses Buch um eine Papierzuteilung ansuchen. Nochmals schönen Dank für Ihrer Vermittlung.
Mit Beginn des neuen Jahres gestatten wir uns, Ihnen, sehr geehrter Herr Streuvels, für 1948 alles Gute zu wünschen. Hoffentlich ist es Ihnen vergönnt, bei bester Gesundheit noch recht lange Schönes zu schaffen, an dem sich die Leser erfreuen können.
In diesem Sinne bitten wir Sie, unsere herzlichsten Grüße zu empfangen und verbleiben wir - wie immer - mit dem Ausdruck unserer
vorzüglichsten Hochachtung
WIENER VOLKSBUCHVERLAG
Gesellschaft m[it beschränkter Haftung]
Wien, VI., Theobaldgasse 19
(handtekening Franz Latal)
Annotations
[2]
De Kövari-vertaling
Des Lebens Blütezeit is pas in 1949 bij Wiener Volksbuchverlag verschenen.
Het ontwerp van contract voor deze Duitse vertaling, d.d. 22 juli 1947, stak een redacteur van Wiener Volksbuchverlag bij zijn brief aan Streuvels van
23 juli 1946. Het ontwerp werd door Streuvels goedgekeurd en daardoor als definitief contract beschouwd.
[3]
Streuvels was allerminst tevreden met de
Abänderungsvorschläge die Franz Latal van Wiener Volksbuchverlag bij zijn brief aan Streuvels van
19 september 1947 voegde en bracht zijn uitgever Spemann van de
voorstellen tot verandering op de hoogte. Spemann wijtte het voorval aan de
verrotting van de moraal door de oorlog en raadde zijn auteur op
22 oktober 1947 aan om Wiener Volksbuchverlag zeer duidelijk zijn voorwaarden te stellen voor een mogelijke Duitse vertaling van Levensbloesem: geen wijzigingen, geen verkorting.
Zowel de Weense uitgeverij als zijn vertaler Kövari kreeg in december 1947 een brief, waarin Streuvels uitlegde waarom hij de 'volzinnen' weigerde te schrappen. Het zou inconsequent geweest zijn, 1° omdat het de psychologie van zijn roman zou vervalsen, 2° omdat het weglaten van de aangehaalde volzinnen niets aan de vermelde bezwaren van de uitgever zou veranderen. Volgens Streuvels zou dan zelfs 2/3 van het boek moeten weggelaten of herschreven worden. Hij vervolgde: mijn roman speelt immers in een katholiek milieu en met godsdienstig opgevoede menschen! (...) Luister hier: Mijn boek bevat geen tendenz noch godsdienstige strekking[.] Onder het schrijven van een boek denk ik niet aan mijn publiek of mogelijk lezers of aan hun religieuze of anti-religieuze opvatting, en allerminst aan den verkoop v.m. boek. (...) Als de uitgever aanmerkingen te maken had over den inhoud v.m. boek, kon hij dat gedaan hebben bij het aanbod en indien hij het ongeschikt vond voor zijn publiek, had hij kunnen weigeren het op te nemen. En dat is nu nog niet te laat: ik sta er op dat de duitsche vertaling van Levensbloesem integraal gedrukt worde naar den voorgelegden oorspronkelijken tekst [d.i. de door Streuvels herwerkte Lijsternestuitgave, JD] - anders ben ik dadelijk bereid het contract terug te sturen en de zaak ongedaan te maken. Brief in Letterenhuis, S 935/B2
Wiener Volksbuchverlag besloot Des Lebens Blütezeit ongewijzigd te drukken, omdat ieder mensch van zijn kinderen [houdt]- ook van zijn geestelijken, aan die hij met opzet een bepaalde gedaante heeft gegeven', zoals Kövari het zo treffend verwoordde in zijn brief aan Streuvels van 15 november 1947. Brief in Letterenhuis, S 935/B2
[4]
Houtvrij papier bevat — in tegenstelling tot houthoudend papier — uitsluitend celstof. Dit is een vezelmateriaal dat gewonnen wordt uit hout, espartogras of stro. Houthoudend papier bestaat voor het grootste deel uit houtslijp, een tot poeder gewreven hout. Celstof is er slechts in een beperkte mate aanwezig. Het rendement van het hout is bij houthoudend papier veel groter, waardoor het papier goedkoper, maar van mindere kwaliteit is. Houtvrij papier is van betere kwaliteit: het is duurzamer (vergeelt niet snel door het zonlicht) en dikker.
H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 44.
De Kövari-vertaling Des Lebens Blütezeit is in 1949 bij Wiener Volksbuchverlag als een keurige uitgave verschenen, gedrukt op een degelijke papierkwaliteit, en typografisch uitstekend verzorgd, met een evenwichtige lay-out. Het boek bevat geen verluchtingen en wordt enkel versierd met een eenvoudige, maar volgens Kövari prachtige prent van de hand van Bruno Schwatzek: Seevie, de Binder, met zijn lange, haveloze jas, zijn oude hoed en schoenen, een beetje te korte broek, met zijn schalmei en zijn ransel op de rug.
[5]
Engelhorn Verlag verklaarde zich akkoord met het voorstel van Wiener Volksbuchverlag (cf. brief van Wiener Volksbuchverlag aan Stijn Streuvels van
4 juli 1947), zoals blijkt uit de brief van Hans Müller aan Stijn Streuvels d.d.
1 september 1947.
[6]
Dit was de voorwaarde die Wiener Volksbuchverlag stelde aan Engelhorn Verlag om
Des Lebens Blütezeit in Duitsland te mogen exploiteren.