Brugge, den 3n October 1935
Aan den Heer Stijn Streuvels"LIJSTERNEST"
INGOYGHEM
Mijnheer,
Wel uw schrijven van 1sten dezer ontvangen.[1]—
Wij zijn gaarne bereid U eenige overdrukken te sturen der platen welke voorkomen in "L'ENFANT DE NOËL" en "PRUTSKE'S VERTELSELBOEK".—
Wat dit laatste boek zelf aangaat, de exemplaren welke U voor drie maanden reeds bij Veen hebt ingekeken, waren enkel proefexemplaren welke wij hem lieten toekomen ten einde zijne reizigers toe te laten dit boek reeds aan het klienteel voor te leggen.— Het boek zal rond den 20sten dezer gereed zijn en wij zullen niet nalaten U dan uw presentexemplaren te laten toekomen.[2]—
Uw bemerking wat betreft het pseudoniem van den E[erwaarde Heer] Melloy,[3] hebben wij den Heer Steinmetz overgemaakt, welke U rechtstreeks daarover zal schrijven.—[4]
Hoogachtend
VOOR DESCLEE DE BROUWER & C[ompagnie]
(Afdeeling - Boekhandel)
(handtekening)
(Afdeeling - Boekhandel)
(handtekening)
Annotations
[1]
Deze brief van Streuvels vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Volgens het contract voor Prutske's Vertelselboek moesten Streuvels 50 present-exemplaren gratis ter beschikking gesteld worden.
[3]
Pseudoniem van Camille Melloy: Gauthier D'Ys. Door het ontbreken van Streuvels' brief van 1 oktober 1935 weten we niet wat Streuvels' 'bemerking' inhoudt.
[4]
De beloofde brief vonden we echter niet terug in de geraadpleegde archieven.