Brugge, 26 Januari 1937.
De Heer Frank LateurLijsternest
INGOYGHEM
Waarde Heer,
De firma VEEN stelt ons voor uw boek "HET KERSTEKIND" uit te geven onder den zelfden vorm als de fransche versie "L'ENFANT DE NOEL" en met de platen van Jeanne Hebbelynck.[1]
Wij zijn geneigd hierop in te gaan en verzoeken U beleefd ons te willen mededeelen welke uw verlangens zijn in verband met de schrijversrechten voor deze uitgaaf.[2]
Wij zijn geneigd hierop in te gaan en verzoeken U beleefd ons te willen mededeelen welke uw verlangens zijn in verband met de schrijversrechten voor deze uitgaaf.[2]
In geval gij binnen kort naar Brugge komt zal het mij zeer aangenaam zijn indien gij bij ons wilt komen middagmalen. dit best op toekomende week
en liefst op maandag 1 feb[ruari]
(paraaf)
en liefst op maandag 1 feb[ruari]
(paraaf)
Ik verwacht spoedig antwoord en verblijf inmiddels,
met de meeste achting,
VOOR DESCLEE DE BROUWER & C[ompagnie]
Uitgeverij- en propagandadienst,
(handtekening Frank Steinmetz)
(Frank Steinmetz)
Uitgeverij- en propagandadienst,
(handtekening Frank Steinmetz)
(Frank Steinmetz)
Annotations
[1]
In 1937 bracht de Amsterdamse uitgeverij Veen inderdaad een nieuwe uitgave van Het kerstekind op de markt.
[2]
In het contract (d.d. 28.04.1937) tussen Streuvels en L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij voor deze uitgave van Het kerstekind wordt het honorarium als volgt vastgelegd: De uitgever betaalt hiervoor aan den auteur een eereloon van 10 % van den ingenaaiden verkoopsprijs, die één gulden (gebonden Fl. I.75) zal zijn, dus 10 cent per verkocht ex., waarvan de helft (Fl. 250. = (twee honderd vijftig gulden)) te voldoen bij verschijning van het boek en verder in jaarlijksche afrekeningen, die vóór I Februari van ieder jaar zullen geschieden. De auteur zal bij verschijning 50 gebonden present-ex. ontvangen.