den 12n Februari 1923.
Waarde Heer Lateur,
Hierbij den check voor 't laatste deel van uw honorarium voor "Vertelsels".[1]
Zooals u zien zult, is de etikette op den omslag verminderd volgens uw verlangen.[2]
Helpt U in iets voor de recensies?
Ik liet de eerste reklames rondzenden en de bestellingen, die inkomen, schijnen aan te wijzen, dat de verkoop goed zal gaan!
Wanneer verlangt u, dat Tolstoï-vertelsels, Kerstekindeke en a[ndere] verschijnen?
Intusschen hoogachtend.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
De betaling van het honorarium voor Vertelsels van 't jaar Nul geschiedde volgens het contract (d.d. 9 oktober 1922) als volgt: de helft, zijnde 1800 (achttien honderd) franken, bij het leveren der copie. De andere helft, zijnde 1800 (achttien honderd) franken, bij het verschijnen van het boek, dat uiterlijk 1 December 1922 moet geschieden. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 23 januari 1923.
[2]
Streuvels was niet tevreden over de uitvoering van de omslag van Vertelsels van 't jaar Nul. Op 7 februari 1923 schreef hij aan Joris Lannoo: De onderste strook van het etiket op het omslag, met de woorden: "ten tijde dat de uilen praken", moet weggesneden worden.
[3]
Franco: zó dat de vracht of het port door de afzender betaald wordt. Het betreft hier 100 gewone present-exemplaren van Vertelsels van 't jaar Nul. (Uit het contract).