<Resultaat 2 van 2531

>

Mijn zeer waarde Heer,
Gy hebt my bly gemaakt met uw briefkaart,[1] zooals ge my altyd bly maakt met uw boeken. Ik dank u voor dat bewys van genegenheid.
Gy zyt een machtig en innig schryver, een voortreflyk verteller, wy vereeren u allen hier.
Nog iets! Ge ziet, ik ben redacteur van een tydschrift, dat ge kent waarschynlyk, en als ge 't niet kent, wil ik u heel gaarne een n[umme]r ervan zenden.[2] Sinds Januari 1905 [2]ben ik redacteur er van. Ik schreef er o[nder andere] een paar kronieken in over "De Vlamingen",[3] waarin ik uw prachtige Dorpsgeheimen met alle kracht aanbeval.
Wat zou het my een genoegen doen als ik eens wat van u ontving voor dat tydschrift, Elsevier's! Byvoorbeeld, om niet onbescheiden te zijn, een kort vertellinkje voor de Januari aflevering. Zou daar kans op zyn?[4] Wilt ge er eens over denken?
Met een hartelyken groet, teeken ik,
vol eerbied
(handtekening Herman Robbers)
AMSTERDAM 23 OCT 05
Herm[an] Robbers
Den WelEdelen Heer Frank Lateur
Het Lijsternest
te Ingoyghem
België
 

Annotations

[1] Cf. briefkaart van Streuvels aan Robbers van 18 oktober 1905.
[2] In januari 1891 verscheen het eerste nummer van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, een initiatief van Jacobus George Robbers (1838-1925), sinds 1880 directeur van de onder zijn leiding gestarte Amsterdamse Uitgevers-Maatschappij Elsevier N.V. Hij vond daarvoor inspiratie bij buitenlandse voorbeelden als Harpers Monthly en The Century. In de eerste jaren luidde de ondertitel van het tijdschrift: verzameling van Nederlandsche letterkundige kunstwerken, geïllustreerd door Nederlandsche kunstenaars. De eerste jaren bleef het tijdschrift niet van kritiek gespaard. Het duurde nog tot 1905, tot wanneer Jacobus' zoon Herman Robbers het redacteurschap op zich nam (samen met Ph. Zilcken en later met R.W.P. De Vries Jr.), vooraleer het tijdschrift een echte bloeiperiode kende. Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift werd onder zijn impulsen een veelgelezen tijdschrift dat open stond voor kunstenaars van uiteenlopende aard, school en richting. Zo kregen nu ook de beeldende kunsten veel aandacht en in kronieken en boekbesprekingen werden contemporaine literatuur en kunstwerken (vaak door Robbers zelf) becommentarieerd. Het laatste nummer verscheen in juni 1940 (3 jaar na Robbers' dood). W.J. Simons, De tijd van Herman Robbers, p. 245-246
[3] In de rubriek 'Kroniek' in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (15 (1905), 29, p. 354-360, p. 426-432) schreef Robbers onder de titel 'De Vlamingen' een stuk waarin hij zich lovend uitliet over o.m. Herman Teirlinck, Gustaaf Vermeersch en August Vermeylen. Verder richtte hij een weemoedigen groet aan den gestorven zanger Rodenbach. Over Streuvels schreef hij: Stijn Streuvels is toch een wonder van een kerel! [...] Wat een heerlijkheid was het weer, zijn Dorpsgeheimen te lezen. Hij besloot: Vlaanderen is een rijk land. 't Is met vreugde en groote verwachting dat wij "hier hooge" den volgenden oogst uit het Zuiden verwachten.
[4] Streuvels' eerste bijdrage in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift verscheen pas in 1907: cf. brief van Streuvels aan Robbers van 28 december 1906.

Register

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Dorpsgeheimen (1904). [bundel]
[Eerste druk], Eerste boek, Amsterdam, L.J. Veen, [1904], [VIII] + 216 p., 21 x 15,5 cm, Tweede boek, Amsterdam, L.J. Veen, [1904], [VIII] + 191 + [I] p., 21 x 15,5 cm.
Inhoud eerste boek: Inhoud tweede boek:
Streuvels, Stijn, Dorpsgeheimen (1904).
Druk

Indextermen

Titel - tijdschriften en kranten

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift
Harpers Monthly
The Century

Titel - werken van Streuvels

Dorpsgeheimen