<Resultaat 18 van 2531

>

FRANK·LATEUR
Weerde,
Ik heb een 4tal weken over de wereld gezwierd[1] en vond gister uw brief[2]Mane steekt op 't oogenblik tot over de ooren in... 't Zwartwoud! Van Karel[3] weet ik geen woord.
Wat mezelf betreft, ik ben besloten mijn schade in te halen en goed te maken 't geen ik heel den zomer, door allerhande voorvallen,[4] verloren heb. Op den vacantietijd kan ik niet te veel staat maken — dan krijg ik gewoonlijk nog al bezoek, maar tusschenin toch hoop ik wel iets voor Elsevierstydschr[ift] gereed te krijgen. Ik denk aan een Serie kinderstudies (geen Adriaantjes)[.][5] Verders heb ik eene opdracht gekregen van Max Rooses (dorpen en velden) voor een groot werk gewijd aan West-Vl[aanderen][6] dat bij Elseviers-Gen[ootschap] verschijnt.
Dat moet allegaar[7] uit de voeten tegen den winter, dan zet ik me aan iets van... langeren adem.
Kinders en Kippen, Baas en Bazin maken het opperbest en hoop dat het bij U[ ]E[dele] even goed gaat!?
Hertelijk
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] In de Kroniek van Stijn Streuvels (Luc Schepens) lezen we op datum van 5-23 augustus 1910: Verblijft gedurende 3 weken in de Antwerpse Kempen. p. 64 Ook in de biografie Dag Streuvels (H. Speliers) luidt het: Van 5 tot 23 augustus 1910 verblijft de schrijver gedurende drie weken in de Antwerpse Kempen. Nauwelijks thuis zou hij alweer willen vertrekken om vriend Mane op te zoeken in Brussel maar hij durft niet omdat de broer van Alida op sterven ligt. p. 335
Deze gegevens zijn moeilijk in overeenstemming te brengen met deze brief. Mogelijk verbleef Streuvels in augustus 1910 inderdaad in de Antwerpse Kempen, maar dan niet drie weken, zoals bij Schepens en Speliers, maar wel vier weken en hij zou dan niet thuis gekomen zijn op 23 augustus maar al op 19 augustus (de dag waarop hij de brief van Robbers vond). De datum van Streuvels' brief is ontegensprekelijk 20.08.1910, zodat de fout bij Schepens en Speliers moet liggen. Daarbij kan opgemerkt worden dat Speliers waarschijnlijk de datering van Schepens heeft overgenomen. Van een reis van 4 weken wordt nergens gewag gemaakt, ook niet bij André Demedts, die het in Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk qua reizen voor 1910 slechts heeft over de reis in september naar Londen.
[2] Deze brief vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[3] Mogelijk Karel Van de Woestijne. Geen verdere informatie door het ontbreken van brieven.
[4] In juli was Streuvels o.a. 2 weken ziek, maag en lever gezwollen, dronken als een moriaan. H. Speliers, Dag Streuvels, p. 333
[5] De 'Adriaantjes' stammen uit de periode na 1900 van Van Deyssel (Kindleven, 1904). Het boek is een verzamelbundel van alle Jongensjeugd-schetsen van Van Deyssel. Van Deyssel zelf heeft deze titel niet bedacht, die is ingeburgerd geraakt, omdat alle korte 'verhaaltjes' over de kleine Adriaan gaan. Er wordt namelijk een schets gegeven van vijf dagen uit het leven van Adriaan, een jongetje van een jaar of elf. In die dagen wordt voornamelijk verteld, hoe Adriaans huis eruit ziet, zijn kamertje, de trappen, de gang, de eetkamer, de stoelen, vader, moeder, zijn bord, zijn lepel, zijn beker, zijn soep...
[6] Op 11 juli 1910 schreef Streuvels aan De Bom: Een mooi onderwerp, staat me wel aan, maar 'k zou aan Max Rooses een millioen vragen moeten stellen ter opheldering voor mijn onderwerp en de manier van behandelen: ik kan de toon van zo iets niet snappen en zonder toon geen stijl!! geciteerd in Hedwig Speliers, Dag Streuvels, p. 333-334
Pas in december begon Streuvels aan de klus. Het stuk zou pas twee jaar later verschijnen: Stijn Streuvels, 'Veld en dorp', in: Frans Van Cauwelaert e.a. (red.), Vlaanderen door de eeuwen heen. Amsterdam, Elsevier, 1912, p. 1-61. Het gaat om de verheerlijking van 'Het Vlaamse land', 'De Vlaamse dorpen' en 'De bevolking'. Streuvels herwerkte deze studie in 1922 samen met De landsche woning in Vlaanderen tot Land en leven in Vlaanderen.
[7] allegaar: allemaal

Register

Naam - persoon

De Bom, Emmanuel (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Letterkundige, bibliothecaris, journalist.

Was hoofdbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek (1911-1919; 1926-1933), die hij reorganiseerde. Hij was ook bedrijvig in de journalistiek, vanaf 1904 als correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en als redacteur (1920-1926) van de Volksgazet. Hij was medeoprichter van Van Nu en Straks, Vlaanderen en het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Als een van de eersten in Vlaanderen vroeg hij aandacht voor het toneel van Ibsen en voor de opvattingen van William Morris betreffende boekverzorging. Zijn kleine roman Wrakken (1898), een document van de fin-de-siècle en neerslag van een persoonlijke crisis, is een van de eerste Vlaamse psychologische stadsromans. Daarna schreef hij nog gemoedelijke en stemmingsvolle schetsen en verhalen en talrijke vlotte kronieken. Met Streuvels was hij intiem bevriend en voerde hij een uitgebreide briefwisseling.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Max Rooses was van 1864 tot 1876 werkzaam in het onderwijs en werd daarna conservator van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen. In de jaren 1870 was hij een gezaghebbend literair criticus. Hij had een belangrijk aandeel in de strijd om de vernederlandsing van de universiteit van Gent als voorzitter van de zgn. Hogeschool-commissies (resp. 1896 en 1907).

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Van de Woestijne, Karel (° Gent, 1878-03-10 - ✝ Zwijnaarde, 1929-08-24)

Vlaamse dichter, prozaschrijver, essayist en journalist.

Van de Woestijne was afkomstig uit de gegoede verfranste Gentse burgerij, volgde cursussen Germaanse filologie te Gent, maar ging in 1900, met zijn broer, de schilder Gustave, te Sint-Martens-Latem wonen. Van 1906 tot 1920 woonde hij in Brussel, waar hij correspondent werd van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Hij was bovendien achtereenvolgens ambtenaar (1911-1920) aan het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen en hoogleraar Nederlandse Literatuurgeschiedenis te Gent (1920-1929). Van de Woestijne maakte deel uit van de tweede generatie medewerkers aan Van Nu en Straks. Zijn oeuvre is neoromantisch en symbolistisch van aard, eerst overwegend sensualistisch, daarna ascetisch-mystiek. Naast poëzie publiceerde hij ook scheppend proza, literaire en kunstkritieken en journalistiek werk. Hij werd bekroond met de Staatsprijs voor de Vlaamse Letterkunde (1914) en de Staatsprijs voor de Vlaamse poëzie (1924). De Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan werd hem in 1930 postuum toegekend.

Naam - uitgever

Elsevier

N.V. Uitgeversmaatschappij Elsevier, de oudste naamloze vennootschap op het gebied van boekhandel en uitgeverij in Nederland, werd in 1880 te Rotterdam opgericht door Jac. G. Robbers, G.L. Funke, J.H. De Groot, G. Kolffen en K.H. Schadd (commissarissen). Jacobus George Robbers, vader van Herman Robbers en succesvol importeur van Engelse boeken en tijdschriften te Rotterdam, was van 1883 tot 1925 directeur van de uitgeversmaatschappij. In 1887 werd het bedrijf verplaatst naar Amsterdam. In 1881 werd de Winkler Prins' Geïllustreerde encyclopaedie, die voordien door C.L. Brinkman werd uitgegeven, overgenomen en voortgezet als de Grote Winkler Prins. Tot de belangrijkste uitgaven in de eerste periode van het bestaan van het bedrijf behoren de (her)uitgaven van Multatuli's Max Havelaar en de boeken van Jules Verne en voorts van het eerste geïllustreerde tijdschrift in Nederland, Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1891-1940). In de jaren dertig stichtte Elsevier verscheidene vestigingen in het buitenland, waardoor de uitgeverij een meer internationaal karakter kreeg. Deze ontwikkeling zette zich na de Tweede Wereldoorlog, en vooral in het begin van de jaren zeventig, met name sterk door op het gebied van de wetenschappelijke uitgeverij en het uitgeven van publieksboeken. Tevens vond er een duidelijke diversificatie van activiteiten plaats en niet alleen op het gebied van de uitgeverij. Ook drukkerijen en boekwinkels werden in het concern opgenomen. Herman Robbers maakte van 1927 tot 1931 deel uit van de directie van deze uitgeverij.

(Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie in 25 delen, deel 9, p. 138.)

(Wim J. Simons, De tijd van Herman Robbers. Bloemlezing uit Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 1905-1937, p. 10.)

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De landsche woning in Vlaanderen (1913). [studie]
[Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1913], [IV] + 63 + [I] p., 18 x 14,5 cm.
Streuvels, Stijn, De landsche woning in Vlaanderen (1913).
Voorpublicatie
  • Buiten, 1913, p. 28-29, 40-41, 52-53, 64-65, 85 (nr. 3 t.e.m. nr. 7 = 18 januari t.e.m. 15 februari).
  • Ons Volk Ontwaakt, III, 1913, p. 256-260, 269-271, 278-281, 294-296 (nr. 22 t.e.m. nr. 25 = 31 mei t.e.m. 21 juni).
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1913], [IV] + 63 + [I] p., 18 x 14,5 cm.
Streuvels, Stijn, Land en leven in Vlaanderen (1923). [studie]
[Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1923], 359 + [I] p., 23 x 18 cm.
Inhoud:
Extra info:
Met tal van illustraties.
Streuvels, Stijn, Land en leven in Vlaanderen (1923).
Druk