"DE SIKKEL", Karel Oomsstraat, 51
ANTWERPEN, 19.2.24
Waarde Heer Styn Streuvels,
De brief van Veen spijt me erg, en ik vrees dat de heer Mees zeer boos op me zal zijn, gelijk ik het op hem zou zijn als hij een of andere uitgave ondernam met een Vlaams uitgever buiten me om.[1] Doch als het nodig is leg ik er me bij neer, daar ik te zeer op deze uitgave gesteld ben. Als ik de heer Veen goed begrijp, zou hij alleen in Holland de boekhandel bewerken, en Mees enkel partikulieren. Doch Mees mag geen partikulieren bewerken, daar hij aangesloten is bij de Vereniging v[an de] boekhandel[2] en zelf ook alleen aan de boekhandel leveren mag.
Verder begrijpt u dat het voor de uitbating van mijn fonds in Holland verwarrend werkt, als niet alle boeken bij Mees te krijgen zijn.
Het "bericht voor de pers" waar Veen van spreekt[3] wordt in Vlaanderen natuurlik door mij verzonden, niet waar? En zeker [2]niet ná dat ev[en]t[uee]l Veen het zijne in Holland verzendt. Wanneer mag ik het verzenden? Ik leg u de tekst eerst voor, tenzij u hem zelf zou opstellen.[4]
Hierbij de brief van Veen terug.
Met beste groeten,
(handtekening Eugène De Bock)
Weet u dat Leo Marfurt, de artiest die deze uitgave versieren zal met initialen, de ex-helper is van de Pratere?[5] Is dat geen wonder toeval?
ANTWERPEN
19.II.1924
3
De Heer Styn Streuvels
"Lijsternest"
Ingoyghem
"Lijsternest"
Ingoyghem
Annotations
[1]
Cf. brief van Streuvels aan De Bock van 19 februari 1924.
Veen was de vaste uitgever bij wie Streuvels onder contract stond; de jubileumuitgave van Lenteleven verscheen dan ook in associatie tussen de drie uitgevers Veen, Mees en De Sikkel.
[2]
Koninklijke Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels.
[3]
In diezelfde brief van 18.02.1924 schreef de firma Veen: Uw bericht voor de pers, dat ik gaarne als uitgever van 'Lenteleven' de wereld inzend, zie ik dus tegemoet. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[4]
Cf. verder de brief van De Bock aan Streuvels van 25 februari 1924.
[5]
Leo Marfurt en Jules De Praetere hadden elkaar ontmoet in 1915, toen De Praetere belast werd met de reorganisatie van de 'Ecole centrale des Arts et Métiers' van Bazel, waar hij ook een reclame-atelier leidde en Marfurt als assistent in zijn ontwerpbureau in dienst nam. K. Scheerlinck en R. Lucas, Antwerpen geplakt, p. 29, p. 215-216
