de clicheur eens wat lui is, komen we er niet
meer!
"Lijsternest"
Ingoyghem
< | Resultaat 176 van 2531 | > |
---|
Colin, Paul (° Brussel, 1895-10-22 - ✝ Brussel, 1943-04-15)
Journalist en kunsthistoricus. Doctor in de geschiedenis.
Stichtte in maart 1919 het tweemaandelijkse tijdschrift L'Art libre, een geestesgenoot van de Clarté-groepen. Nam in de jaren '20 de leiding waar van de Brusselse kunstgalerij Georges Giroux, en wijdde zich aan de studie van de schilderkunst waaraan hij diverse publicaties wijdde. In 1923 werd hij mededirecteur van het in Parijs verschijnende tijdschrift Europe. Eind 1934 begon hij de publicatie van het rechtse politieke weekblad Cassandre, dat Streuvels zijn Nobelprijskandidatuur verdedigde. In mei 1940 werd hij in Frankrijk als verdachte gearresteerd en gedurende drie maanden in een kamp vastgehouden. Terug in België richtte hij Le Nouveau Journal op, een dagblad dat de collaboratie met Duitsland verdedigde. Gaandeweg kwamen Colin en zijn bladen steeds meer in het rexistische vaarwater terecht en groeide hij uit tot een van de meest betwiste intellectuele boegbeelden van de Frans-Belgische collaboratie. Hij werd op 14 april 1943 door het verzet neergeschoten. Het was een der meest ophefmakende aanslagen uit de bezettingstijd.
Fonteyne, Jules (° Brugge, 1878-07-22 - ✝ Brugge, 1964-08-11)
Tekenaar - schilder.
Nadat Jules Fonteyne in 1897 als primus aan de Brugse Academie afstudeerde, kreeg hij zijn verdere opleiding in Brussel en aan het Hoger Instituut van Antwerpen, waar hij de prijs behaalde voor graveerkunst. Hij reveleerde als grafisch kunstenaar met zijn eenvoudige illustraties voor het Kerstekind van Stijn Streuvels (1910). In oktober 1914 vertrok hij met zijn familie naar Engeland, waar hij onder invloed van de Prerafaëlieten kwam te staan. Na de oorlog keerde hij terug naar België en tekende er veel kerkmeubels voor de opnieuw opgebouwde kerken. In 1920 werd hij als leraar in de toegepaste kunsten aangesteld aan de Academie. In 1924 werd hij er directeur. Fonteyne manifesteerde zich vooral als etser-tekenaar. Van zijn hand zijn talrijke affiches, prentkaarten en portretten (o.a. een aantal potloodtekeningen en een profieltekening in 1912 van Streuvels, van Jozef Dochy, van Karel de Flou,...) bewaard. Hij vervaardigde ex-librissen en illustreerde talrijke boeken, o.a. van Streuvels (Het Glorierijke Licht en Morgenstond, Sint Jan, De Boomen, Vertelsels van Gokkel en Hinkel; De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant).Zijn tekeningen zijn altijd voluit figuratief en af en toe zelfs suggestief. Bij voorkeur heeft hij in zijn tekeningen de volkse mens geportretteerd zoals hij die in het Brugge van zijn tijd kon observeren.
Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.