"DE SIKKEL", Karel Oomsstraat, 51
ANTWERPEN, 16 Junie 1924
Geachte Heer Stijn Streuvels,
Daar ik in het buitenland geweest ben krijg ik uw brief van 9 d[eze]r[1] eerst heden in handen.
Ik houd er aan u nog te antwoorden, vooral daar u in twijfel trekt dat de schuld[2] aan de drukker[3] te wijten is. "Te meer daar die drukkerij meestal op enkele dagen een boek klaar heeft en afleveren kan", schrijft u. Laat mij toe u te zeggen dat zulks in een ver verleden kan mogelik geweest zijn, maar nu helaas tot het rijk der dromen behoort. Ik heb al bij een half dozijn Belgiese drukkers laten werken, ten slotte leek S[in]t Catherina mij de beste maar sedert enkele maanden is hij niet meer waard dan de andere. Ik zend u hierbij een bloemlezing uit de vele brieven die we gewisseld hebben over Lenteleven.[4] U zult wel zo vriendelik willen zijn mij die aangetekend terug te zenden. Dat is maar een deel van die briefwisseling; dan zijn daar nog de onderhandelingen geweest met de tekenaar[5] en met de clicheur, en dan zou u nog gewenst hebben dat ik voor het portret mij in verbinding zou gesteld hebben met een nieuwe firma die ik nog eerst opzoeken moest, en die er waarschijnlik voor mij nog wat minder haast zou achter gezet hebben dan de drukker die geregeld werk van mij krijgt. U weet niet hoe het tegenwoordig gaat. Ik ben twee maal op de drukkerij te Brugge geweest (ik heb niets nagelaten om het werk te bespoedigen) en moet eerlikheidshalve verklaren dat zelfs de drukker niet zo schuldig is als het er uit ziet, daar hij zeer veel last heeft met zijn werkvolk.
Courtmans:[6] Waar u schrijft dat uw tekst "geheel iets anders werd op (mijn) uitdrukkelik aandringen" speelt uw geheugen u blijkbaar een part. 8 Desember[7] vroeg ik u letterlik: "En dan zou [2]ik u ook de toelating willen vragen om deze studie (uit de Meded[eelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie])[8] in haar geheel te mogen herdrukken". Waarop u 13 Desember antwoordde: "Met uw voorstel om het Courtmans-stuk in de Clio-Bibliotheek op te nemen, aan bedoelde voorwaarden, ga ik akkoord. Doch eerst wil ik den tekst nog eens herzien."[9] Wat heel wat anders is.
Ook de heer Teirlinck heeft me, sedert verleden zomer al, een stuk voor die C[lio-Bibliotheek] beloofd. Ik heb er nog geen letter van gezien.[10] Onder dergelijke voorwaarden kan ik er niet mee beginnen.
Ik koester de hoop, dat u nog eenmaal tot een juister inzicht in deze zaken komen zult.
Met de meeste hoogachting blijf ik
Uw d[ienst]w[illige]
(handtekening Eugène De Bock)
(handtekening Eugène De Bock)
U spreekt van een "kontrakt" met de drukker. Een "kontrakt" wil geen enkel drukker meer ondertekenen, dan tegen prijzen die hem voor alle risiko dekken.
ANTWERPEN
17.VI.1924
Den Heer Stijn Streuvels,
"Lijsternest"
INGOYGHEM
"Lijsternest"
INGOYGHEM
Annotations
[1]
De brief van Streuvels aan De Bock van 9 juni 1924 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
D.i. de schuld voor het te laat verschijnen van Lenteleven.
[3]
De Brugse drukkerij Sint Catharina. (cf. verderop in deze brief).
[4]
D.i. de briefwisseling tussen De Bock en de Brugse drukkerij Sint Catharina; cf. verder de brief van De Bock aan Streuvels van 26 juni 1924.
[5]
Leo Marfurt.
[6]
Streuvels had zijn rede 'Over Vrouwe Courtmans' herwerkt met de bedoeling in Clio-Bibliotheek gepubliceerd te worden.
[7]
Cf. brief van De Bock aan Streuvels van 8 december 1923.
[8]
Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie.
[9]
Cf. brief van Streuvels aan De Bock van 13 december 1923.
[10]
Clio-bibliotheek. Deze reeks is er wellicht ook nooit gekomen. Teirlinck had een artikel over 'modern tooneel' beloofd.
