Hit 1 of 276


Aan de Heer Stijn Streuvels
Lijsternest
INGOOIGEM — W[est Vlaanderen]

EDB/SG
Waarde Heer Streuvels
Ik hoop dat deze brief u in goede gezondheid bereikt, en dat ook in uw omgeving de lente haar intocht heeft gedaan.
Ik kom u lastig vallen met een vraag. Er wordt mij gezegd dat het Vlaams Volkstoneel, groep Bruggen, destijds een Genoveva van Brabant van u gespeeld heeft volgens een oude Vlaamse tekst. Mijn vraag is nu of deze oude Vlaamse tekst misschien die van advokaat Wouters (1664 of later) is.[1] Ik heb overal naar deze tekst gezocht en vind hem nergens.[2]
Met beste dank bij voorbaat en gaarne tot wederdienst bereid,
Hoogachtend,
(handtekening Eugène De Bock)
ANTWERPEN 24.IV.1951
 

Annotations

[1] De Heylige Genoveva ofte Herkende onnooselheyt. Bly eindende-treurspel (in vaerzen door Ant. Fr. Wouters), vertoont op de Antwerpsche Vertooghplaets den 21 april 1664. T' Antwerpen, by Godgaf Verhulst (1664). In 4°.
[2] Cf. antwoord van Streuvels hierop in zijn brief aan De Bock van 25 april 1951.

Register

Name - person

Bruggen, Staf (° Schaarbeek, 1893-02-16 - ✝ Gent, 1964-05-17)

Toneelacteur en -regisseur.

Was leerling aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen en trad daarna op als voordrachtkunstenaar, vooral in Frans-Vlaanderen. Hij debuteerde als acteur bij het 'Kristen Vlaamsch Volkstooneel', organiseerde in de Eerste Wereldoorlog te Göttingen een toneelgroep en sloot zich in 1918 aan bij het Fronttoneel van Dr. Jan Oscar de Gruyter. In 1920 werd hij een van de belangrijkste acteurs in 'De Gruyters Vlaamsch Volkstooneel' en daarna, in de periode 1924-1929, steracteur en regisseur bij het 'Katholiek Vlaamsch Volkstooneel' (o.l.v. Johan de Meester). Toen de groep van de Meester in 1930 splitste, richtte Bruggen het 'Nieuw Volkstooneel' op, dat in de jaren 1931-1940 als 'Nationaal Vlaamsch Tooneel' optrad. Na de Tweede Wereldoorlog was hij als regisseur actief in het amateurtoneel. Als acteur werd hij een levende mythe.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Wout(h)ers, Antoon Frans (° Antwerpen, 1641-05-01 - ✝ Antwerpen,)

Jurist en (toneel)schrijver.

Wouters werd net als zijn vader advocaat. Voor het toneel dichtte hij: De heylige Genoveva ofte herkende onnooselheyt, blij-eindende treurspel in vaerzen door Ant. Fr. Wouthers, vertoont op de Antwerpsche vertooghplaets den 21 April 1664. Antw. 1664; Detwee gelyke schippers, klucht, Antw. 1675; Edelmoedige ondankbaerheyd; Strijd van de Min en het Geluk. Zijn werken van anderen aard verschenen onder de titels: Civilia busta Philippi, ofte borgerlycke uytvaert over Philippus den Vierden, Coninck van Spanien, gedaen door de overheyt ende het volk van Antwerpen, in hunne hooftkerck den 17 dagh der Wintermaendt (1665); Aen den Edelen Joncker H.F. van den Werve sich beghevende in de Seraphinsche orde van den H. Fransiscus.

Title - works by Streuvels

Streuvels, Stijn, Genoveva van Brabant (1919). [bewerking]
Streuvels, Stijn, Genoveva van Brabant (1919).
Voorpublicatie
  • Eerste hoofdstuk - Vlaamsche Arbeid, XIV-XV, 1919-1920, p. 8-12 (november 1919).
  • [De ontmoeting van Genoveva en Siegfried] - De Gids, LXXXIII, 1919, dl. 2, p. 257-277 (mei) = Boek I, hoofdstuk XVI.
  • Genoveva's bruidloop - Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, XXX, 1920, dl. 59, p. 321-328 (mei) = Boek II, p. 1-15.
  • Genoveva op de Hooge Semmer - De Gids, LXXXIV, 1920, dl. 2, p. 226-241 (mei) = Boek II, p. 15-33.
Druk
  • [Eerste druk], Eerste deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1919], [VIII] + 261 + [III] p., 21,7 x 17,4 cm; Tweede deel, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], [IV] + 216 p., 21,7 x 17,4 cm.
  • [Tweede druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel VIII., Kortrijk, 't Leieschip, [1952], 536 + [IV] p.

Name - institute

Vlaams Volkstoneel

Het Vlaamsche Volkstooneel (1924-1932) was een rondreizend Zuid-Nederlands beroepstoneelgezelschap dat beschouwd wordt als een hoogtepunt van het katholieke theaterrenouveau dat al kort na de eeuwwisseling werd ingezet. Het ontstond uit een fusie van het Fronttoneel van Oscar De Gruyter en het toneel van het Verbond der Vlaamse Oudstrijders (V.O.S.). De Gruyter trok zich na zijn rol als eerste directeur terug in 1924. Wiens Moens nam toen de leiding op zich, Johan De Meester verzorgde de regie. Nu kwam de nadruk op het spectaculaire te liggen. Het werd een 'schoktheater' dat het volk moest wakker schudden. Van 1925 tot 1930 was de Nederlander Johan De Meester artistiek leider. Hij was het die de groep naar artistieke hoogtepunten voerde. De officiële benaming was toen Katholiek Vlaamsch Volkstoneel, hoewel op programmabrochures meestal Vlaams Volkstoneel stond. In juni 1929 verliet De Meester het gezelschap en hij werd opgevolgd door Anton Van de Velde. Het kwam tot een crisis binnen het gezelschap en in maart 1930 verliet Staf Bruggen de groep en richtte een nieuw gezelschap op dat eerst het Nieuwe Volkstoneel werd genoemd en in 1935 opnieuw het Vlaams Volkstoneel. Aangezien de meeste auteurs met Bruggen meegingen (groep Staf Bruggen), moest Van de Velde het rooien met een minder talrijke groep (groep Van de Velde) en in 1932 gaf hij er de brui aan.